startpagina

.

The Wheel of Life

Reis met een lach op je gezicht - Fietsen in de Indiase Himalaya

Dag 1: Delhi; Shimla 25 km

Het Tibet 2000 plan was enigzins vertraagd. Het was zelfs onzeker of het plan uberhaupt nog wel gerealiseerd zou worden. Maar nu nu we in een taxi van Delhi naar Shimla onderweg zijn, voelt het volkomen vanzelfsprekend om hier te zijn. Jeroen, Willem en ik fietsen vaak samen op de racefiets in de niet al te bergachtige omgeving van Utrecht maar het idee om samen door de Himalaya te fietsen, voelt net zo natuurlijk. We willen naar Leh fietsen, wat betekent dat we sommige van de hoogste fietsbare passen van de wereld zullen moeten oversteken. Morgen zullen we afdalen vanaf het 2.200 meter hoog gelegen Shimla op de eerste heuvelrug van de Himalaya naar het Sutlej dal op 500 meter hoogte.

Shimla

Shimla is een soort "India light". Na een eerste impressie voelt Shimla op en top India maar de stad is rijker, schoner en meer gewend aan vreemdelingen dan andere plaatsen in India. Shimla is het belangrijkste Hill Resort van het westelijke gedeelte van India. In de koloniale dagen van India was Shimla de officieuze zomerhoofdstad van de Britse bezetters. Tweeduizend meter hoger dan de Indiase Laagvlakte zijn de temperaturen humaner dan in Delhi, reden voor de massale exodus van de Britten naar de eerste heuvelruggen in die dagen. En dat geldt ook voor ons. Na de nachtelijke fietstocht van het vliegveld naar het centrum van Delhi werden we getrakteerd door authentiek moessonweer van 30 graden celsius en maximale luchtvochtigheid. De karakteristieke combinatie met uitlaatgassen, luchtverontreiniging, duizenden daklozen en de afwezigheid van riolering levert onuitwisbare indrukken voor alle zintuigen en ruimschoots stof voor anekdotes op feesten en partijen.Het is echter ook fijn om eend ergelijke plek te verlaten.

Koloniaal Shimla is de perfekte introductie tot het unieke universum dat India genoemd wordt


Dag 2: Shimla - Sallaghat - Dehar 95 km

Als we de fiets inpakken, vraagt de dame die ons hotel runt naar onze reis. Haar tien jaar oude zoontje is zeer geïnteresseerd in fietsen en inspekteert ons materiaal grondig. Hij is zo te zien erg onder de indruk. Er zijn vrijwel geen fietsen in India die aan de moderne Europese standaard voldoen. Ik leg een paar technische details uit. De gastvrouw vraagt of de fiets een claxon heeft. In India is de claxon zo ongeveer het meest belangrijke onderdeel van de auto. Op elke Indiase vrachtauto prijkt de tekst "Blow Horn". Er gaat geen seconde voorbij dat er geen claxon te horen is in een Indiase stad. Als Jeroen zegt dat hij geen claxon, toeter of bel op zijn fiets heeft, trekt de vrouw wit weg van schrik. Rijden met een vehikel zonder te kunnen toeteren, dat staat gelijk met het verkondigen van je eigen doodvonnis. Ze vraagt of we dan misschien andere vormen van bescherming hebben. Ik wijs naar de Jacobsschelp op mijn fiets, souvenir van mijn Compostelareis van vijf jaar geleden. Spontaan raken de vrouw en haar zoontje de schelp aan en slaan een kruis. Met een diepe, intense blik vouwt de vrouw haar handen en maakt een paar diepe buigingen. Als we vertrekken, geeft ze nog een laatste wens van het hart mee: "Travel with a smile on your face". Dat beloven we plechtig.

De heuvels van Shimla

Vandaag hebben we in ieder geval geen moeilte om ons aan onze belofte te houden. We dalen van Shimla af door een verbazingwekkend groen landschap. We rijden ver boven de valleien, veelal op de top van de lange heuvelrug. Zoals de 'Route des Crêtes' in de Franse Vogezen loopt de weg min of meer parallel aan de heuvelrug, hoog boven het dal. Als we verder naar het westen trekken, daalt de weg net zo hard als de heuvelrug. Soms klimt de weg tot de rug voor een dorp aan de overzijde. Ondanks deze soms verraderlijke klimmetjes, maken we veel kilometers aangezien we netto flink afdalen.

Een groene wereld

We hebben vele honderden meters afgedaald als we uiteindelijk de dalbodem bereiken. Het is heet en vochtig. Dat konden we verwachten op één van de natste plaatsen op Aarde in de moessontijd. Het is dan ook een wonder dat we het droog hebben gehouden. Het landschap is ook vanaf beneden erg mooi. We fietsen door de rijstvelden met steile, groene heuvels om ons heen. We hebben de hoofdroute verlaten voor een obscuur nevenweggetje. De bewoners van het dorp zijn hte niet met elkaar eens of de weg ons uiteindelijk bij de Sutlej Vallei brengt of dat de weg bij het eerste dorp ophoudt. We wagen het erop. De weg beklimt een steile heuvelrug om in een nieuwe groene vallei af te dalen. Na een tweede klim dalen we af naar de Sutlej Vallei. We zijn nu min of meer aan het begin van de Himalaya. We steken de grote Sutlej rivier over en vinden een hotel tien kilometer verderop.

Een groene wereld

Rijstvelden


Dag 3: Dehar - Sundernagar - Mandi - Pandoh - Bhuntar 95 km

De bergen worden hoger en hoger als we stroomopwaarts langs de Beas rivier klimmen

Het is afschuwelijk heet als we naar de waterscheiding fietsen. Met elke meter zweten we meer. Gek genoeg is het nog steeds droog. De zon schijnt zelfs. Het duurt een eeuwigheid voordat we het stadje Sundernagar bereiken. Vanaf Sundernagar stelt de klim niet veel meer voor. Na twintig kilometer op en neer bereiken we de kleine pas en dalen af naar de Beas Vallei. Bij het stadje Mandi bereiken we het Beas Dal. Vanaf het drukke stadje is het nog 107 kilometer omhoog naar Manali op 2.000 meter hoogte. Manali is zo ongveer het einde van de bewoonde wereld. Tussen Manali en Ladakh ligt 450 kilometer hooggebergte met sommige van de hoogste passen van de wereld.

We hebben dus uitdagend klimwerk voor de boeg de komende dagen maar voorlopig kost de flauwe klim langs het Beas dal al genoeg moeite. Ik ben opvallend moe na een eerste steilere passage van enkele kilometers maar Jeroen en Willem lijken in een nog slechtere vorm te steken. Willem voelt blijkt zich dan ook niet lekker te voelen. Misschien een tekort aan zouten als gevolg van de extreme zweetontwikkeling? Na het eten van chips in een dorpje gaat het alweer een stuk beter. Na een uur besluiten we dat het mooi is geweest voor vandaag. We vinden een hotel in Bhuntar met een uitstekend restaurant. Helaas is er geen alcohol te verkrijgen zoals in de meeste restaurants, maar de curries zijn voortreffelijk.

Hindoetempels aan beide zijden van de Beas rivier


Dag 4: Bhuntar - Kullu - Naggar - Manali 55 km

Van Bhuntar is het relatief niet ver meer naar Manali. Wel moet een kleine duizend hoogtemeters overwonnen worden. De eerst tien kilometer naar Kullu zijn echter nog vlak. Ik ben al moe voordat we Kullu hebben bereikt. Vanwege de hitte en de muggen heb ik nauwelijks geslapen. Ik heb het dan ook niet erg naar de zin op de fiets. Na een half uur fietsen bereiken we Kullu. Kullu is de hoofdstad van de vallei. De kleine, drukke stad heeft veel hindoetempels. Kullu is geen bijzonder mooie stad maar heeft een prettige sfeer. Na een lange rustpauze bij een theestalletje ben ik redelijk opgeknapt. We volgen niet de hoofdweg naar Manali maar de secundaire weg aan de oostzijde van de rivier. Over brede rivierterrassen en en door appelboomgaarden (kullu betekent appel in het hindi) trekken we voort. We fietsen soms ver boven het dal en soms beneden op de dalbodem. Hierdoor hebben we een prettige afwisseling van landschappen. Maar we hebben dus ook een grote hoeveelheid extra klimwerk. Waar we vandaag rekenden op een halve rustdag, hebben we uiteindelijk een kleine 2.000 meter geklommen als we Manali bereiken. De groene beboste bergen en de kleurige alpenweides maken Manali tot een klein Zwitserland. Niet alles komt goed, helaas. Vanavond is het Jeroens beurt om ziek te worden. Jeroen dineert niet mee vanavond.

Dorpsbeeld in de Kullu Vallei

Jeroen in de Kullu Vallei

Rijstvelden in de Kullu Vallei


Dag 5: Manali - Rohtang Pass (3.974 m) - Khoksar 70 km

Jeroen lijkt goed te zijn hersteld vannacht. De klachten zijn over en we besluiten de Rohtang La (La is Tibetaans voor Pas) over te steken. De Rohtang La is een lange klim van een kleine 2.000 meter hoogteverschil over de bergketen van de Pir Panjal. Het is de eerste pas op weg naar Leh en is 3.955 meter hoog.

Het is prachtig weer als we wachten op ons ontbijt. En we wachten al een hele tijd. De gasten van ons hotel zijn doorgaans erg open en spiritueel en altijd in om met elkaar bij te praten over hun spirituele progressie en recentelijk geboekte vorderingen op in zwang zijnde meditatietechnieken. En de gasten tonen een grote betrokkenheid bij de details die het verschil maken tussen een goed en een slecht ontbijt. Het probleem voor ons is dat dit tot discussies met de obers leidt, waarbij gemakkelijk een tijdrovend trajekt wordt ingegaan. De betreffende ober moet geduldig de specificaties aanhoren in de stijl van "Ik zou graag een tonijnsalade willen hebben met uitjes en tomaten maar de tomaten moeten niet te rijp zijn want daar kan mijn maag niet goed tegen en wilt u er voor zorgen dat er niet teveel mayonnaise in de salade zit maar ook niet te weinig. En doet u alstublieft veel uitjes in de salade maar alleen in hele kleine stukjes, anders vind ik het te sterk maar is de tonijn vers gevangen trouwens? Nee? Leven die niet hier dan? Alleen in de oceaan? O doe me dan maar een eenvoudige omelet van het huis dan, maar alsjeblief zonder kaas en in plaats daarvan wat extra tomaten. Niet te rijp hè, weet je nog? Doe er trouwens ook wat bacon bij. En niet te veel zoout alsjeblieft. En ook niet te veel peper. En is de omelet trouwens goedkoper nu ik hem zonder kaas bestel?" Als de omelet na een half uur zorgvuldige preparatie eindelijk geserveerd wordt, is het tijd voor enige nadere finetuning: "O Jee! De uitjes in de omelet zijn echt veel te groot! Kun je ze alsjeblieft verwijderen want mijn yogaleraar heeft me gisteren nog bevestigd dat grote stukke ui in deze fase van mijn meditatieoefeningen gemakkelijk mijn 'Derde Oog' chakra kunnen ontwrichten." De eisen en klachten van de toeristen worden buitengewoon serieus opgepakt door de obers of dat weten ze op zijn minst geloofwaardig te veinzen. Als de ober terugkomt met een omelet met gemillimeterde uitjes, moet de ober aanhoren dat het wel erg lang duurt voordat een simpele omelet eindelijk geserveerd wordt.

Uitzicht vanuit de tuin van ons hotel

Als alle andere gasten hun ontbijt naar specifieke wensen geserveerd hebben gekregen, zijn wij aan de beurt, na anderhalf uur. Vijf minuten later hebben we het ontbijt op en hebben we betaald. Na het inpakken van de fietstassen, staan we om 11 uur dan eindelijk klaar voor vertrek. Veel te laat feitelijk voor een klim van 2.000 meter naar bijna 4.000 meter hoogte, met name omdat we nog niet geacclimatiseerd zijn aan dergelijke hoogtes.

De eerste tien kilometer zijn niet zwaar. Door het dal van de Beas rijden we recht op de gigantische Pir Panjal bergketen af. Daar moeten we dus over heen. De muur van rots en steen doemt steeds steiler boven ons uit als we de bergketen naderen. De bergtoppen hebben hoogtes van meer dan 5.000 en 6.000 meter hoogte. Enkele toppen hangen in de wolken maar de muur voor ons is indrukwekkend genoeg om me erg klein te voelen. Na tien kilometer hebben we het dal tot het einde doorkruist en begint de klim naar het onbekende.

We voelen on klein als we de Pir Panjal bergketen naderen

Willem op de klim naar de Rohtang La

Grote steen langs de weg naar de Rohtang La We klimmen snel hoog boven de vallei. De weg is steil genoeg om snel hoogte te winnen maar niet al te steil, zodat we met een rustige pedaalslag kunnen blijven fietsen. Er zijn enkele stukken slechte wegdek die in een modderpoel zijn veranderd. Een groter probleem is het drukke verkeer op de smalle weg. Veel Indiase toeristen gaan met excursies omhoog naar de pas om kennis te maken met het fenomeen sneeuw, voor de meesten een belevenis die je eens in je leven meemaakt. Overal langs de weg staan winkels waar dikke bontjassen worden verkocht aan de toeristen. De jassen zijn op zich niet noodzakelijk omdat de temperatuur doorgaans niet te koud is overdag. Maar dat weten de toeristen niet. Er zijn veel vrachtwagens op de weg die onderweg zijn naar Ladakh. De weg over de hoge passen naar Ladakh is slechts drie maanden per jaar geopend. In de korte periode moeten in Ladakh de voorraden van een lange winter worden aangelegd. Er is veel te veel verkeer voor deze smalle weg wat continu tot opstoppingen leidt waar zelfs fietsers niet doorheen komen. De opstoppingen verstoren het ritme wat bij tijd en wijle nogal irriteert. Het landschap wekt gelukkig genoeg vreugdevolle gevoelens op om eventuele frustraties effektief de kop in te kunnen drukken. Over steile beboste hellingen trekken we voort. Overal om ons heen storten watervallen zich neer in de diepte. Soms vangen we tussen de wolken een blik op van de hoge bergen boven ons. We vorderen gestaag. We hebben een late lunch stop in het toeristendorp Marhi op 3.300 meter hoogte.

Incidentele stukken slechte wegdek zouden een voorbode betekenen van de dingen die komen zouden

Weer een incidenteel stuk slecht wegdek op weg naar de Rohtang La

Willem tussen de rotsblokken van de Pir Panjal bergen

Op de lange klim naar de Rohtang La

Vanaf Marhi gaat de weg omhoog tegen een grote bergflank met talloze haarspeldbochten. Ondanks de nog altijd kwalitatief zeer behoorlijke weg lijken we nu minder snel te vorderen. De hoogte beneemt ons sluipenderwijs van onze krachten. Jeroen heeft wat problemen met zijn ketting. Dat is geen complexe reparatie maar het kost ons een half uur voordat we de benodigde missing links hebben gevonden in de bagage. Het is ondertussen al vrij laat. We moeten niet teveel problemen meer krijgen, anders moeten we op hoogte overnachten zonder fatsoenlijk avondmaal. We hebben gelukkig verder geen problemen meer. We passeren na een uur het 'Snow Point', dat ondertussen door de meeste toeristen al is verlaten. Een half uur later bereiken we de pas. Het is zes uur, over een uur is het donker. Dan moeten we Khoksar hebben bereikt in de Lahaul Vallei.

Snow Point trekt honderden Indiase toeristen per dag die nog nooit zo iets als sneeuw gezien hebben

Omringd door gebedsvlaggetjes op de Rohtang La

Willem bereikt de Rohtang La

De pas markeert de grens tussen het moessonklimaat in het zuiden en het veel drogere klimaat in het noorden maar de pas is tevens een cultuurgrens tussen Hindoes in het zuiden en voornamelijk Boeddhisten in het noorden. We beginnen snel aan de afdaling. Na een paar kilometer fietsen we uit de mistwolken en hebben we plotsklaps zicht op de wijde omgeving. Een magnifieke hooggebergtewereld wordt onthuld. De laatste zonnestralen leggen de toppen van de Himalaya in een diepe oranje gloed.

De bergen aan de overzijde van de Rohtang La

Alles is verticaal hier. Voorzichtig daal ik af naar de diepte onder ons, veel voorzichtiger dan anders omdat de weg van erg slechte kwaliteit is en ook omdat mijn eigen concentratie nogal te wensen overlaat. Ik ben ineens moe en maak tal van kleine stuurfouten die ik anders nooit maak. Ik voel me daardoor steeds onzekerder worden. Het wordt in rap tempo kouder als de zon ondergaat. Ook Jeroen daalt als een oude taart, te meer daar hij problemen heeft goed te zien als het donker wordt. Alleen Willem daalt in een vloeiende stijl. Het is al vrijwel donker als we eindelijk Khoksar bereiken. In het kleine dorp vinden we een dhaba, een basaal onderkomen voor de nacht waar ook eenvoudige maaltijden geserveerd worden. En dat is alles wat we nu nodig hebben.

Afdaling van de Rohtang La Afdaling van de Rohtang La


Dag 6: Khoksar - Sissu - Gondhla - Tandi - Keylong 50 km

We zijn niet de enige fietsers die overnachten in de Snow Dhaba in Khoksar. Sebastian Kretschmann, een 42 jaar oude Duitse fietser, deelt in de ervaring en is ook op weg naar Leh. Omdat Sebastian gisteren veel eerder is gestart, zijn we hem niet tegegekomen op de klim naar de Rohtang Pas. Gisteravond hebben we uitgebreid gediscussieerd over hoe het beste om te gaan met bepaalde problemen die we onderweg zullen moeten overwinnen op de route. We hebben vergelijkbare plannen en ideeën.

Hotel / restaurant in Khoksar Het idee is al snel geboren om vandaag gezamenlijk op te trekken. We willen vandaag de 50 kilometer naar Keylong overbruggen, de hoofdplaats van het Lahaul dal. De route zou niet zo moeilijk moeten zijn omdat er geen grote hoogteverschillen overbrugd moeten worden. De hele dag zullen we rond de 3.000 meter hoogte fietsen.

River deep Mountain high, Lahaul

Sebastian op enkele kilometers voor Khoksar

Er is desalniettemin wel een klein probleem. Het gewicht van de fiets van Sebastian is veel te hoog. Hoeveel fietservaring Sebastian ook heeft, een fietsreis met volle bepakking heeft hij nog niet eerder gedaan. Het voert mij te ver om tandenborstelsteeltjes af te snijden maar het belang van gewichtsbeperking is niet gering, zeker als er zoveel geklommen moet worden. Sebastian heeft een hele medische encyclopedie bij zich alsmede een medicijnendoos van een paar kilo. De tent is eveneens veel te zwaar. Al met al is Sebastians fiets zeker tien kilo zwaarder bepakt dan onze fietsen. Wat moet hij hebben afgezien tijdens de monsterklim naar de Rohtang La van gisteren.

Vandaag is gelukkig een veel gemakkelijkere dag. De wegcondities zijn echter wel erg beroerd. De weg is continu onverhard en bestaat soms louter uit stenen. Er zijn een groot aantal river crossings. De rivieren lopen gewoon over de weg en vormen geen hindernis voor de vrachtwagens. Voor de fietser kan een river crossing toch nog een aardige technische uitdaging betekenen. Op deze plaatsen bestaat de weg alleen uit grote stenen (kleinere steentjes worden door het water weggespoeld). Omdat het water doorgaans tien tot twintig centimeter diep is en snel stroomt, is de weg slecht zichtbaar. Als ik mijn schoenen droog wil houden, moet ik dus stoppen met trappen op de diepere gedeeltes en moet ik dus vaart genoeg hebben om die diepere gedeeltes zonder trappen over te kunnen steken, maar niet te veel vaart want anders kan ik de grotere stenen en gladde passages nier meer ontwijken. Al met al een technisch spel dat leuker is dan de beste computergames.

Berglandschap in Lahaul

Het leven is mooi en ongecompliceerd. Het weer is wederom meer dan uitstekend. Een stralend blauwe lucht en een felle zon zijn ons deel. Het landschap is soeverein. Links van ons rijzen de bergen van de Pir Panjalketen in één lijn op naar de toppen van zesduizend meter hoogte. Rechts van ons is het zelfde verhaal. De wereld bestaat hier vrijwel alleen uit verticale elementen, alleen langs de rivier is soms een vlak stukje rivierterras. Op de terrassen wordt maïs en koren verbouwd. Op de grotere vlakke stukken is altijd een dorp. Zelfs steile weides worden gebruikt om groente te verbouwen. Hoe ruig de Lahaul Vallei ook is, het dal is toch nog relatief dicht bevolkt.

Uitzicht over Chandra Vallei, Lahaul

De weg is te slecht om gestaag te vorderen. Het duurt bijna twee uur voordat we de eerste twaalf vlakke kilometers hebben overwonnen. De tweede twaalf kilometer kosten ons anderhalf uur. Sebastian voelt zich niet goed en voelt zich steeds zieker. De nederzettingen die we passeren, zijn echter niet geschikt om de dag te beëindigen. Als we Tandi bereiken, zitten we lange tijd in een theestalletje, bedenkend wat te doen. Tandi heeft niet veel faciliteiten. We besluiten toch maar de klim naar Keylong te ondernemen. Het is maar zeven kilometer. We hopen het beste.

Gelukkig is de wegkwaliteit ineens erg goed. We fietsen langzaam maar hebben geen moeite om Keylong te bereiken. Keylong is de hoofdplaats van het Lahaul distrikt. Het dorp is voornamelijk boeddhistisch maar heeft ook een belangrijke minderheid van Hindoes. Er zijn veel hotels. De bussen naar Ladakh verblijven hier voor overnachting. Na Keylong zijn er alleen op de eerste dertig kliometer nog een paar nederzettingen. Daarna volgt alleen nog maar onbewoond hooggebergte- en hoogvlaktelandschap tot Ladakh. De busmaatschappijen willen hun gasten daar niet laten overnachten in de tentkampen van Sarchu op 4.200 meter of Pang op 4.600 meter hoogte vanwege het risico op hoogteproblemen. Dit betekent dus dat we in Keylong voor het laatst tussen de toeristen zijn. Sebastian ziet mogelijkheid om tien kilogram bagage mee te geven aan toeristen die met de bus op weg zijn naar Leh. Vanaf nu kan Sebastian met 'normale' hoeveelheden bagage fietsen.

In Lahaul is elk reepje vlak land bebouwd


Dag 7: Keylong

Uitzicht vanaf de gompa

Jeroen is nog steeds niet helemaal in orde. Hij heeft diarrhee en heeft kou gevat. Sebastian voelt zich echt ziek. Ik heb ook een milde kou gevat die verder geen problemen oplevert. Het lijkt wijs om vandaag in Keylong te verblijven. Het is een aardig dorp om een dagje te vertoeven en het is de laatste plaats met faciliteiten. Het dorp geeft een eerste glimp van de Boeddhistische wereld. Jeroen, Willem en ik willen naar het klooster wandelen dat een paar honderd meter boven het dorp ligt. Al snel verdwalen we over de talloze kleine voetpaadjes die al gauw oplossen in de woestenij. De uitzichten zijn overweldigend maar het klimmen over de losse puinhellingen is alles behalve comfortabel. Het kost ons een uur moeizaam banjeren over lastig puin, alvorens we weer een fatsoenlijk voetpad vinden. Een paar minuten later bereiken we de gompa. Er is geen monnik te zien en even later moeten we onverrichterzake de terugweg aanvaarden. In Ladakh zullen we echter nog voldoende Tibetaans-boeddhistische kloosters aantreffen.

Dorpstafereel in Keylong


Dag 8: Keylong - Darcha 30 km

"Een weg? Er IS geen weg. Slechts stenen en rotsen en rivieren die stromen over wat de weg had moeten voorstellen. Het is onmogelijk om daar te fietsen. Toch zijn er bij die het proberen. Ik weet niet hoe ze het doen, maar ze doen het. Maar het is en blijft onmogelijk." Een oude Engelse reiziger vertelt over de weg van Keylong naar de Baralacha La. "Maar ik wil jullie natuurlijk niet ontmoedigen."

Er zijn nog geen tekenen zichtbaar van een spoedig herstel van onze fysieke kwalen. In feite ben ik de enige die zich optimaal voelt. Sebastian voelt zich wat beter dan gisteren maar is nog niet helemaal opgeknapt. Jeroen heeft nog steeds diarrhee en vandaag heeft Willem ook maagproblemen met diarrhee. We besluiten om af te wachten tot de middag om dan te beoordelen of het zinvol is om vandaag nog te fietsen naar Darcha, het laatste dorp op weg naar Ladakh, aan de voet van de klim naar de 4.900 meter hoge Baralacha La. Als we besluiten om vandaag naar Darcha te fietsen, moeten we morgen sterk genoeg zijn voor wat waarschijnlijk de zwaarste dag zal worden: voor het eerst dat we serieus de hoogte ingaan met alle problematiek die daarbij hoort.

In de middag blijkt dat de fysieke condities grosso modo verbeterd zijn maar de algehele situatie is nog altijd onzeker. De onzekerheid is echter kleiner dan ons ongeduld; we besluiten Keylong te verlaten.

Tussen Keylong en Darcha

Het traject naar Darcha voert door een duizelingwekkend landschap. De weg klimt hoog boven de rivier die vrijwel verticaal beneden ons stroomt. De bergen aan de overzijde van de rivier rijzen tot een hoogte van maximaal 6.700 meter. Na vijftien kilometer klimmen, daalt de weg naar Darcha op 3.300 meter. Darcha is de basis voor vrachtwagens om Leh in een lange dag te bereiken. Wij zullen al blij zijn als we de klim naar de Baralacha La morgen in een lange dag kunnen voltooien en vervolgens weten af te dalen naar de vlaktes van Sarchu op 4.200 meter.

Berglandschap in Darcha


Dag 9: Darcha - Baralacha La (4.900 m) - Sarchu 80 km

Ik word verwilderd en uitgeteld wakker na een door muskieten gedomineerde nacht. Gelukkig blijkt Sebastian goed hersteld te zijn. Jeroen en Willem voelen zich ook goed. Het weer blijkt ook perfekt te zijn, zodat de condities ideaal zijn voor de lange, zware klim naar de Baralacha La.

Te land ter zee en in de lucht op weg naar de Baralacha La

De weg begint onmiddellijk steil te klimmen. Met vele haarspeldbochten voert de weg omhoog tegen de helling. Dit gedeelte van de weg moeten we manoeuvreren langs de vele vrachtwagens die elkaar moeizaam proberen te passeren op de smalle weg. Continu ontstaan opstoppingen. Ik ben toch al moe en raak gemakkelijk geagiteerd door de vele vastlopers als gevolg van een geblokkeerde weg of noodgedwongen uitwijkmanoeuvres naar zeer slechte delen van de weg. Na deze eerste klim volgt de weg de koers van de rivier beneden en kunnen we weer in vrijheid doorfietsen. De rust is weergekeerd op de weg en ik kan weer genieten van het landschap. We passeren vele river crossings, sommige rivieren zijn nog opvallend diep. Het begint nu pas echt leuk te worden.

Meer bij Patseo

We passeren Patseo en fietsen goed door. Het lijkt allemaal erg snel te gaan. Er is geen wind, de temperaturen zijn goed en ondanks dat we boven de 4.000 meter zijn, hebben we vooralsnog geen problemen met de hoogte. De weg is onverhard maar niet al te beroerd. We klimmen geleidelijk met het dal mee omhoog. Terugkijkend over het dal onder ons zie ik hoe we gestaag boven de bergen om ons heen uitklimmen die in Patseo nog onbereikbaar hoog leken. We bereiken de veralten hut Zing Zing Bar om 11 uur. Hier maken we een kleine maar belangrijke misrekening. We denken op basis van onze kaart dat we op een hoogte tussen 4.300 en 4.400 meter hoogte liggen. We zijn vol zelfvertrouwen vanwege onze razendsnelle vorderingen. We verwachten om een uur of één of misschien om half twee de pas te kunnen bereiken. We beginnen al grappen te maken over de Engelsman met zijn poëtisch dik aangezette overdrijvingen. "Een weg? Er IS geen weg. Slechts stenen en rotsen..."

Als de hoogte de adem niet beneemt, dan doen de uitzichten dat wel

Puinhellingen en grindweg. Op weg naar de Baralacha La Vanaf Zing Zing Bar neigt de weg langzaam maar zeker achteruit te gaan. Ik voel me echter beter en beter en klim nog steeds soepel omhoog. Ik lig behoorlijk voor op de anderen. Na 100 meter klimmen boven Zing Zing Bar ga ik zitten bij een theestalletje en wacht tot we zijn verzameld. In de twee kilometer na Zing Zing Bar is alles veranderd. Willem komt na een paar minuten nog fris aanzetten maar Jeroen komt nog enkele minuten later en ziet er ineens afgepeigerd uit en zijn ogen staan raar. Ik heb hem nog nooit zo gezien. Hij wil echter niet zitten en ook niet eten en klimt gewoon door. Willem en ik wachten op Sebastian die een paar minuten later aankomt. Hij ziet er nog goed uit maar hij zegt zich weer slecht te voelen. Ik moet denken aan de laatste woorden van de Engelsman: "Ze zien er doorgaans erg ongezond en compleet uitgeput uit als ze Leh bereiken. ALS ze Leh überhaupt bereiken natuurlijk."

Klim naar de hemel

Na een korte eet- en drinkpauze gaan we weer door en nu is de weg ineens toch wel erg slecht. De weg bestaat uit louter grote stenen. Het uitzicht naar boven belooft weinig goeds. De weg blijft nog wel even doorslingeren voorlopig en of de klim na het zichtbare gedeelte van de klim snel ophoudt, is nog maar de vraag. We schrijden nu maar langzaam voort als gevolg van het verschrikkelijk onregelmatige wegdek. Alleen al de polsen hebben het flink te verduren door de grote hoekige stenen. En dan zijn er nog de vrachtwagens. Er zijn er ineens ontzettend veel van en overal trachten ze elkaar te passeren op plaatsen waar het in feite niet mogelijk is. Het lukt ze toch maar wij moeten steeds stoppen als de weg weer eens geblokkeerd staat. En probeer dan maar weer eens op gang te komen, omhoog tussen de steenblokken. Ik ontwikkel een brutale fietsstijl waarbij de vrachtwagens maar aan de kant moeten, mijn belang om door te kunnen fietsen zonder te hoeven stoppen is te groot.

Suraj Lake

IJle atmosfeer op de top van de 4.900 meter hoge Baralacha La

Het is al 3 uur als ik het Suraj Meer bereik op 4.800 meter hoogte. Het ijzige meer ligt temidden van een woestenij van rotsblokken en besneeuwde bergen. Het is nu niet ver meer maar de laatste honderd meter klimmen zijn precies honderd te veel. Ik ben blij als ik eindelijk de pas bereik.

Ik ben volledig uitgeput en ik ga liggen op de pas. Ik voel dat ik nog niet gewend ben aan deze hoogte. Het duurt niet lang voordat ook Willem de pas bereikt. Na een half uur komt Jeroen boven, die er compleet uitgeput uitziet en zijn ogen staan allesbehalve scherp. Hij gaat alvast door om zo snel mogelijk hoogte te verliezen. Willem en ik wachten op Sebastian, die een kwartiertje later de pas bereikt. We dalen snel af omdat het al laat begint te worden. Ik hoop dat we Sarchu vandaag nog weten te bereiken, de laagste plaats tussen de passen Baralacha La en Lachlung La, op 4.200 meter hoogte. De weg is echter van dermate lage kwaliteit dat we slechts met luttele kilometers per uur afdalen. We zijn niet sneller dan tijdens de klim. Na een paar kilometer bereiken we een erg lastige river crossing. Een rivier van 60 centimeter diep stroomt over de weg. We moeten alle bagage van de fiets halen, trekken onze schoenen uit en steken enkele keren heen en terug de rivier over met onze spullen otdat alles aan de overzijde van de rivier ligt. De rivieren moeten niet dieper meer worden, anders zullen we moeten liften over de river crossings.

Een afwijkend kleurenpalet aan de overzijde van de Baralacha La

Echt landschap of photoshop uitspatting? Afdaling van de Baralacha La

Een half uur later bereiken we een klein tentenkamp op 4.600 meter hoogte. We hebben nog anderhalf uur daglicht over voor de laatste dertig kilometer naar Darchu. Of we Darchu zullen halen is onzeker maar het lijkt het beste het toch maar te proberen. Overnachten op 4.600 meter hoogte lijkt sowieso een risico. Hoe lager we overnachten, hoe beter. De weg is echter allerberoerdst. Het schiet voor geen meter op en Jeroen lijkt serieus last te hebben van de hoogte. Hij ziet er slecht uit en reageert langzaam op situaties. Het begint er naar uit te zien dat we Sarchu niet zullen halen. Juist op het moment dat onze kansen op Sarchu definitief verkeken lijken, verbetert de weg ineens dramatisch. De weg is geasfalteerd en begint eindelijk echt af te dalen. Het is nu ineens mogelijk om met dertig tot veertig kilometer per uur af te dalen. Als de zon net onder is, zien we de vlaktes van Sarchu voor ons liggen met de tentenkampen. We hebben het gehaald!

Vreemde landschappen tussen Baralacha La en Sarchu

Onze zorgen zijn nog niet voorbij. Jeroen blijkt een stevige hoofdpijn te hebben en wil alleen maar slapen. Als Willem, Sebastian en ik onze buiken vol eten, denken we na over wat nog komen gaat. De volgende twee passen zijn nog hoger dan de Baralacha La; we zullen voorlopig niet lager komen dan we nu zijn. Het is van groot belang dat Jeroen herstelt vannacht, anders zullen we de reis af moeten breken. Op dit moment is er in ieder geval niet veel dat we kunnen doen, anders dan het beste er van hopen.

Jeroen en ik naderen Sarchu

Jeroen en ik naderen Sarchu

Aankomst op de campsites van Sarchu


Dag 10: Sarchu - Brandynala 30 km

Jeroen blijkt verrassend goed te zijn hersteld. Hij zegt dat hij zich goed voelt en dat hij geen last meer heeft van duizeligheid. Zijn ogen staan ook weer goed. Ik heb nog wel een flauwe hoofdpijn overgehouden aan de dag van gisteren. En dan is er een vermoeidheid die we allemaal voelen. We besluiten te wachten met de klim naar de Lachlung La tot morgen. De Lachlung La is 5.100 meter hoog en daarmee dus nog hoger dan de Baralacha La. Rustig fietsen we dertig vlakke kilometers door de Hooglanden van Sarchu en verder naar de verlaten Brandynala campsite dat aan de voet van de Lachlung La ligt. Voor de eerste keer slapen we in onze eigen tenten. Jeroen voelt zich nog altijd goed maar Willem voelt zich vandaag beroerd. Zal er ooit weer een dag komen dat we ons allemaal goed voelen?

De weidse landschappen tussen Sarchu en Brandynala

Campsite in Brandynala


Dag 11: Brandynala-Lachlung La-Pang 55 km

Gisteravond vroegen we ons al vertwijfeld af of er nog een dag komt waarop we ons allemaal goed voelen. We zullen daar minimaal tot morgen op moeten wachten omdat zowel Willem en Jeroen maagklachten en diarrhee hebben. Sebastian voelt zich ook slap. Iedereen wil toch door vandaag. We verwachten geen gemakkelijke dag maar de klim naar de Lachlung La is aanmerkelijk korter dan die naar de Baralacha La. Wel is de pas met 5.100 meter nog tweehonderd meter hoger.Een klein probleem is ook de secundaire pas van de Nakeela La, even voor de echte pas van de Lachlung La. We weten nog niet hoeveel de weg zal dalen naar de Nakeela La. Dat zijn allemaal hoogtemeters die we daarna opnieuw zullen moeten terugwinnen.

De 21 Gata Loops voeren omhoog naar de Lachlung La

Fietser in landschap op de klim naar de Lachlung La

De klimt begint met de Gata Loops, 21 haarspeldbochten die zich omhoog slingeren over een grote puinhelling. In feite is het ideaal klimmen over de haarspelden. Je ziet hoe snel je hoogtemeters maakt. Het is gemakkelijk in te denken dat de vorm van de dag exceptioneel goed is. Na de Gata Loops komen we in een vormeloos landschap met vooral veel stenen. We kunnen de Nakeela Pas al zien in de verte. Er hangen her en der een paar lichte sneeuwbuien boven de bergen. De kleurloze bergen en de grijze lucht drukken enigszins op de stemming. Ik fiets desalniettemin als een lier vandaag. Na twee uur fietsen sta ik al op de top van de Nakeela Pas. Even later zijn we allemaal verzameld. Willem reageert dramatisch als hij ziet dat de weg een kleine driehonderd meter omlaag gaat om daarna weer vierhonderd meter te klimmen. Ik wist niet dat Willem niet op de hoogte was dat we vandaag een dubbelpas moesten overwinnen, anders was het wel chique geweest om daar van tevoren de aandacht op te vestigen.

Jeroen Bosch-achtige visioenen van hel op Aarde: het dagelijkse leven van de wegwerkers Er is nu in ieder geval niets meer aan te doen. Na de afdaling begint het licht te sneeuwen. De tweede klim gaat bij mij lang zo lekker niet meer als die van de Nakeela La. Ik moet vaak diep hoesten. ik weet niet of ik een kou heb gevat of dat het met de hoogte te maken heeft. Je longen uithoesten is in ieder geval erg onplezierig, te meer daar er toch al zo weinig zuurstof is. De hoestbuien zijn nauwelijks te stoppen. Dat wordt nog veel erger als ik een grote groep wegwerkers moet passeren. Over een lengte van tweehonderd meter is er een dikke laag verse hete teer over de weg uitgesmeerd. Bussen en vrachtwagens moeten uren wachten voordat de weg wordt vrijgegeven. Fietsers hebben de optie om te proberen voorbij de passage te klauteren boven of onder de weg langs. Ik moet de fiets optillen en daarmee over de puinhelling klauteren, ik besluit onder de weg langs te passeren. Overal staan staan vaten teer te koken. De zwarte roetdampen leiden onmiddellijk tot nieuwe kinkhoestaanvallen. Dit is zo smerig, waarschijnlijk staat een minuutje inhaleren boven een olievat gelijk aan tien jaar roken. Het is enorm zwaar en ongezond werk dat de wegwerkers moeten uitvoeren. De wegwerkers komen uit de armste regio's van India zoals Bihar. Dag en nacht moeten de arbeiders het harde werk, de grote hoogte en de extreem ongezonde omstandigheden zien te doorstaan. De constante produktie van zwarte rook kan ik zelf al geen seconde verdragen, laat staan wat het effekt is om dit maanden achter elkaar te doorstaan. Deze mensen leven maanden achter elkaar in een hel op Aarde totdat het zomerseizoen is afgelopen en de seizoensarbeiders weer terug mogen keren naar huis.

Met beide benen op de grond op de 5.100 meter hoge Lachlung La

Na het passeren van de wegwerkers resteren nog maar een paar kilometer tot aan de pas. Ik ben ondertussen erg moe maar ik kan blijven doorgaan. Juist als ik eindelijk een goed ritme begin te ontwikkelen, bereik ik de pas. Voor de eerste keer ben ik met de fiets boven de 5.000 meter hoogte (zonder fiets was ik al een paar keer hoger geweest). Nu scheidt alleen de 5.300 meter hoge Tanglang La ons nog van Leh en de Indus Vallei. Eerst moeten we nog dalen naar de tentenkampen van Pang op 4.600 meter hoogte, de laagste plaats waar we kunnen overnachten.

Aan de overzijde van de Lachlung La

Aan de overzijde van de Lachlung La

Landschap op de afdaling van de Tanglang La naar Pang

Na het grijze landschap van de klim is de afdaling landschappelijk veel mooier. We bevinden ons in een erg droog landschap. Feitelijk is dit een hooggebergtewoestijn. Kleine oppervlakken zoutafzettingen liggen verspreid in het dal. Noch bomen, noch planten groeien hier. Het landschap is geschilderd in steeds nieuwe kleuren. Het meest indrukwekkend zijn een paar gigantische rotswanden en een duizelingwekkende berg in de vorm van een naald maar dan van duizend verticale meters hoog. Alle vermoeienissen van de klim zijn snel vergeten. In grote spirit bereiken we de tentenkampen van Pang. We kiezen de tent van twee vrouwen die oma en kleinkind zouden kunnen zijn. Ze zorgen goed voor ons en maken een heleboel noodles voor ons klaar.

Vreemde erosievormen bij Pang

Landschap bij Pang

Binnenkomst in Pang

Personeel van het hotel tent in Pang


Dag 12: Pang - Morey Plains - Tanglang La - Rumtse 100 km

Vandaag is het Jeroens beurt om zich slecht te voelen. Hevige hoofdpijnen en gevoelens van desoriëntatie lijken de ingrediënten van hoogteziekte te zijn. Willem zegt zich ook niet honderd procent te voelen. We discussiëren over wat te doen. Op deze hoogte blijven lijkt geen oplossing te bieden voor de problemen. Doorgaan kan gemakkelijk tot meer desastreuze resultaten leiden maar we hebben dan in ieder geval de mogelijkheid om een truck of bus aan te houden om ons snel over de pas naar lagere oorden in Ladakh te brengen. We besluiten zowel de Morey Plains over te steken als de 5.300 meter hoge Tanglang La te beklimmen in één lange dag. Van hier tot Rumtse, honderd kilometer hier vandaan, zullen er geen theestalletjes zijn. Als we Rumtse in een dag bereiken, hoeven we substantieel minder water mee te nemen. Sebastian en ik voelen ons goed en verdelen de watervoorraad en ik krijg beide tenten. Dat betekent natuurlijk dat mijn fiets vandaag veel zwaarder is dan gebruikelijk.

We klimmen hoog boven de vallei naar de Morey Plains

Als we eenmaal op weg zijn, voelt Jeroen zich erg duizelig. Het lijkt alsof hij elk moment van zijn fiets kan vallen. Gelukkig gebeurt dat niet. We klimmen 200 meter naar de vlaktes van de Morey Plains, zestig kilometer vlakke hooglanden die ons naar de Tanglang La voeren, zestig kilometer verder. Opnieuw evalueren we wat te doen. Jeroen wil het toch nog eenmaal proberen. Gelukkig bereiken we na twee minuten het einde van de klim. We hebben de Morey Plains bereikt!

De Morey Plains

De Morey Plains

De Morey Plains

De Morey Plains

Het grijze weer verschaft een melancholische sfeer aan het landschap. De Hooglanden doen denken aan de Boliviaanse Altiplano. Donker, mysterieus en prachtig, het diepe niets dat ons omringt kan het gemoed drukken en versterken. Op dit moment doet het beide tegelijk. Terwijl Willem, Sebastian en ik foto's maken, trekt Jeroen alvast door. We proberen naar Jeroen te fietsen maar komen ook in gezamenlijke inspanning niet dichter bij. Jeroen is verder vooruit dan gedacht. Nu is het Sebastian die zich niet goed voelt. Omdat Willem zich juist weer beter voelt, verhuist Sebastians watervorraad naar Willem.

Yaks op de Morey Plains

De Morey Plains

De leegte van de Morey Plains

We bereiken Jeroen pas als hij op ons wacht aan de voet van de klim naar de Tanglang La. Jeroen moet enorm hersteld zijn en zo ziet hij er ook uit. Het is nu nog 'maar' veertien kilometer naar de 5.300 meter hoge Tanglang La. Natuurlijk zijn dit wel stijgende kilometers, dat staat wel vast. Alleen de eveneens Indiase Khardung La zou met 5.600 meter hoogte de Tanglang La overtreffen. De Khardung La is de verbindingsschakel tussen Leh en de Nubra Vallei.

Volgens India is de Tanglang La de op één na hoogste voor verkeer bereikbare pas van de wereld. Het is overigens erg waarschijnlijk dat de Indiase overheid daarbij legio Tibetaanse passen over het hoofd ziet. En ook de claim van de Indiase autoriteiten dat de Khardung La 5.600 meter hoog zou zijn, wordt in twijfel getrokken. (Notitie uit 2011: intussen weten we uit GPS-metingen dat de claim aantoonbaar onjuist is, de Khardung La is ongeveer 5.350 meter hoog - tijdens onze reis in 2005 was er bij ons echter nog onzekerheid hoe het nu precies zat.)

Morey Plains

We zien voor het eerst de 5.300 meter hoge Tanglang La ligt in de verte

De klim naar de Tanglang La is erg zwaar vanwege de hoogte. Aan de andere kant is veertien kilometer ook weer niet al te ver. Het is voor ons allemaal nog even hard doorbijten maar uiteindelijk bereiken we de pas. Na alle overwonnen problemen voelt het fantastisch om de pas te hebben bereikt. Vanaf nu hoeven we alleen maar af te dalen. Elke meter dat we afdalen hebben we betere temperaturen, meer zuurstof, minder wind.

Party time. We hebben de top van de Tanglang La bereikt

Feestje na de succesvolle bestijging van de 5.300 meter hoge Tanglang La...

Willem in een overpeinzend moment op de Tanglang La

Op de Tanglang La

De eerste kilometers van de afdaling zijn nog zwaar vanwege de slechte weg, de harde tegenwind en het feit dat de weg helemaal niet naar beneden gaat. Als de weg dan eindelijk daalt, gaat het hard en bereiken we al snel Rumtse op 4.200 meter hoogte. We zijn in Ladakh nu. Alle karakteristieke ingrediënten zijn voorhanden: witte huizen, de stupa's en vriendelijke mensen. We zijn doodmoe. Mara we hebben het gehaald. We vinden een basaal hotel (een ECHT hotel!) waar we kunnen overnachten en morgen zullen we alle mogelijke faciliteiten tot onze beschikking hebben in Leh!

De wegwerkers van Himank delen praktische, filosofische en spirituele wijsheden met de reizigers en geven zelfs adviezen op het gebied van de liefde


Dag 13: Rumtse - Upshi - Thiksey - Leh 80 km

Als we opstaan, beschijnt een stralende zon reeds de bergen en dalen rond Rumtse. We zien hoe het leven rustig op gang komt in het vriendelijke dorp. Ook wij komen rustig op gang. We hebben dan ook geen haast. Om Leh te bereiken, moeten we eerst nog dertig kilometer afdalen om de Indus Vallei te bereiken. Vanaf daar resteren ons nog vijftig vrij vlakke kilometers naar Leh.

Witte stupa tussen de purperen bergen Typisch Ladakhi huis in Rumtse

Meisje bij de pomp, Rumtse Kinderen van Rumtse Oude man in Rumtse

Typisch Ladakhi huis in Rumtse

Uiteindelijk lukt het evenwel toch om te vertrekken. Na een paar kilometer al verandert het landschap dramatisch We worden omringd door steile, verticaal gelaagde rotsen in een kleurenafwisseling van muntgroen en magenta. Kleine dorpjes hangen tegen de steile rotsen. De vallei is gevuld met stupa's, de witte, stenen bouwwerken welke de universele wereld voorstelt waaruit onze existentie is opgebouwd. De weg blijft continu dalen door deze in zo afwijkende kleuren geschilderde rotswereld. Steeds nieuwe zijdalen onthullen steeds nieuwe imponerende landschapscomposities. Pas vlak voor het bereiken van de Indusvallei verlaten we dit buitenwereldse landschap om in een totaal nieuw buitenwerelds landschap te belanden.

Op de afdaling naar de Indusvallei

Een gelukzalig gevoel nu er nik smeer mis kan gaan

Deep purple in rock. Op de afdaling naar de Indus Valley

Bij Upshi bereiken we de Indus Vallei. De Indus stroomt hier door het hart van het Himalaya gebergte. Aan beide zijden wordt het dal van de Indus geflankeerd door kale vegetatieloze berghellingen. Alleen in de dalbodem van de Indus en van de zijrivieren zijn oases te vinden of losse populieren en wilgen die met een goed ontwikkeld wortelstelsel hun water zo uit de rivier tappen. Verder is er geen groen te zien in of langs de vallei. Slechts okerkleurige aarde, stenen en rots. De hoogste bergen hebben besneeuwde toppen maar de meeste bergen zijn helemaal kaal.

Eindelijk... de weidse vallei van de Indus

Het woestijnachtige landschap van Ladakh

Af en toe steekt er een rotspunt uit de dalbodem. Meestal zijn er op dergelijke punten kloosters gebouwd. De kloosters met witte huizen en tempels hebben een ongenaakbare atmosfeer. Ladakh is een Tibetaans-Boeddhistische regio. De monniken dragen dezelfde karmijnrode mantels als in Tibet en er zijn dezelfde Gelugpa en Kargyupa kloosterordes te vinden. De Dalai Lama vereert de regio regelmatig met een bezoek. Anders dan in het door China bezette Tibet zijn de mensen in Ladakh wel vrij om hun geloof te belijden en in praktijk te brengen.

Ladakhi Kinderen

Door grote vlaktes met alleen maar stenen trekken we voort. We passeren het Stakna Klooster en het waanzinnig gelegen Thiksey Klooster. Het uitzicht over de kleine, witte, oude kloosterhuisjes is onvergetelijk. Een geweldige beloning voor de grote inspanningen van de afgelopen week.

Het klooster van Thiksey

De laatste kilometers naar Leh gaan weer bergop maar aangezien Leh op een relatief milde hoogte van 3.500 meter ligt, doet deze laatste klim geen pijn meer. We vinden een aardig hotel met een kleine tuin. Dit zal onze uitvalsbasis zijn voor diverse excursies de komende dagen. Er zijn in de omgeving een groot aantal interessante kloosters en dorpen te zien, sommige dichtbij, andere wat verder weg. Soms zullen we fietsen, soms zullen we met een jeep reizen om tijd te besparen.

Leh met het oude koninklijke paleis


Dag 14-17: Leh & Ladakh

We nemen vier dagen de tijd om uit te rusten, kaarten te schrijven en rond te hangen in de fascinerende stad. En natuurlijk, we bezoeken kloosters. Sommige kloosters zijn erg populair bij toeristen, andere kloosters lijken over het hoofd te worden gezien. Met name die tweede categorie is interessant omdat we pas dan de ambiance en atmosfeer kunnen voelen. We worden altijd met uiterste vriendelijkheid ontvangen.

Jeroen en Willem op weg naar het klooster van Phiyang

We zien de monniken chanten en mediteren. Soms hangen de monniken gewoon relaxed rond. Veel kinderen leven tussen de muren van een kloostercomplex. Sommige van deze kinderen zijn al uitermate bewust van hun rol als monnik en uiten zich op een verfijnde manier in woord en daad. De kinderen lijken al op jonge leeftijd er uitstekend in te slagen om onaangedaan te blijven ten aanzien van wereldse zaken. De kinderen zijn vrij om te spelen zoals kinderen doen, maar ze nemen onmiddellijk blijmoedig hun verantwoordelijkheden op als de situatie daarom vraagt.

Phiyang Klooster

Wheel of Life. Fresco in het klooster van Likir

Monniken in het klooster van Phiyang

The Way of the White Clouds, Phiyang

Uitzicht van het Phiyang Klooster

Lamayuru Klooster Lamayuru Klooster

Leh is de hoofdstad van Ladakh. Voordat de Britten de regio koloniseerden, was Ladakh een op zichzelf staand koninkrijk. In eerste instantie was Shey de hoofdstad van Ladakh maar later werd Leh de hoofdstad. Leh is altijd een belangrijke halteplaats geweest langs één van de belangrijke zijtakken van de zijderoute. Misschien daarom hebben de markten en bazaars van Leh gevoelsmatig een Centraalaziatische uitstraling. Vanuit Tibet, India en Pakistan werden zout, thee en kruiden naar de regio gebracht over lange en verlaten handelsroutes over de hoge passen rond Ladakh. Appels en abrikozen en pashmina wol werden geëxporteerd.

Straattafereel in Leh

Muzikanten op een muziekfestival in Leh

Vandaag de dag is er niet zo heel veel daarin veranderd. De handelsroutes worden nog steeds gebruikt, sommige in het geheim vanwege politieke problemen met de buurlanden China en Pakistan. De handel met India is aanzienlijk eenvoudiger geworden na de aanleg van de wegen naar Srinagar en Manali. Er is in Ladakh een grote vraag naar brandstof. Ook Ladakh is niet onaangeraakt gebleven door de moderne tijd en olie heeft yakmest verdreven als belangrijkste energiebron. Wat dat betreft moet de regio de laatste dertig jaar grote veranderingen ondergaan hebben. Van een zelfvoorzienende rurale economie is Ladakh in rap tempo uitgegroeid naar de met name op toerisme gebaseerde levensvoorziening nu.

Vrouwen met mand in Leh

Leh

Leh


Dag 18: Leh - Khardung La (5.600 m) - Khardung - Diskit 115 km

De laatste dagen hebben we niet al te veel meer gefietst. Wat dat betreft hadden we een licht programma. Maar al die tijd hing het boven ons hoofd. Letterlijk. De hoogste pas van de wereld. Althans de hoogste die redelijkerwijs met de fiets bereikbaar is. Sebastian wil de Khardung La een dag na onze terugkomst beklimmen in de vorm van een dagtocht op en neer. Twee dagen later zal hij met de vliegtuig van Leh op Delhi vliegen en even later terug naar Duitsland. Wij hebben meer tijd. We willen nog in de Spiti Vallei fietsen. Maar eerst willen we de Khardung La oversteken, de hoogste berijdbare pas ter wereld volgens de Indiase autoriteiten.

Uitzicht over de Indus Vallei en de Stok Gebergteketen

Uitzicht over de Indus Vallei en de Stok Gebergteketen

De Khardung La begint in Leh en beklimt de Ladakh bergketen ten noorden van de Indus Vallei. De pas is volgens de kaarten en borden langs de weg 5.602 meter hoog en is de enige connectie met de Nubra en Shyok Valleien noordelijk van Ladakh. Panamik in de Nubra Vallei is het meest noordelijke punt dat reizigers in India kunnen bereiken. Wegens grensproblemen met zowel China als Pakistan is het niet toegestaan verder de Nubra Vallei in te trekken.

Het idee om tegen de hoogste pas van de wereld op te fietsen is simpelweg onweerstaanbaar. Na vier dagen van culturele activiteiten en relaxen is vandaag de dag dat het moet gebeuren. Met alleen dagbagage zullen Jeroen, Willem en ik proberen de pas te bereiken. We moeten dan wel dezelfde dag zien af te dalen naar de Nubra Vallei om overnachting te vinden in een hotel. Omdat we op deze manier licht bepakt zijn, wordt de kans om in een dag de Nubra Vallei te bereiken aanzienlijk vergroot. Maar ook zonder bagage moeten we niet lichtvaardig denken over de klim. Leh ligt op 3.500 meter hoogte; dat betekent dat we meer dan 2.000 hoogtemeters zullen moeten overwinnen waarvan de tweede helft op zeer grote hoogte.

We klimmen snel boven de oases van Leh

We gaan vroeg in de morgen van start. Zoals altijd is het weer ook vandaag schitterend. Kristalblauwe luchten met slechts een paar witte wolken om het blauw te accentueren. Langs de oases boven Leh voert de weg omhoog. De eerste kilometers zien we dat we de muur van de Ladakh bergketen snel naderen. Dan eindigt de groene valleibodem en begint de weg zich omhoog te slingeren over de kale, onbegroeide bergflanken. De hellingen zijn bezaaid met grote rotsblokken. Vegetatie is hoegenaamd afwezig.

Er is geen wind en de temperatuur is ideaal. We winnen dan ook verrassend snel hoogte. We zien de oases steeds dieper onder ons verdwijnen. We komen een jonge vrouw tegen die haar fiets tegen de berg omhoog duwt. We maken een praatje en vervolgen onze weg. Of ze op deze manier de pas haalt, is onzeker. De pas is nog dertig kilometer verder omhoog. Het lijkt niet mogelijk om de fiets zo lang tegen de berg omhoog te duwen, zeker als straks de hoogte mee gaat spelen en de weg slechter en steiler wordt.

South Pullu, nog 14 kilometer naar de pas

We bereiken South Pullu, een legerkamp waar we onze permits moeten laten zien. Vanaf hier is het nog veertien kilometer omhoog. De bergketen die recht voor ons ligt moeten we oversteken. Alle Himalayawegen tot nu toe bleken de laatste kilometers aanzienlijk te verslechteren. De klim naar de Khardung La vormt geen uitzondering. De weg is is gedagradeerd en er liggen veel stenen op de weg. Er zijn echter geen grote probleempassages zoals echt slechte stukken weg of diepe river crossings.

Als de weg om een rotspartij heen draait, zie ik de pas ineens voor me liggen. Ik ben verbaasd dat we nu al de pas hebben bereikt. Is dit de hoogste pas van de wereld? En zou ik niet veel vermoeider moeten zijn nu?

Jeroen, Willem en ik op de Khardung La: de hoogste pas (?) van de wereld

Al snel zijn we alle drie boven op de pas. Onze spirit is nog hoger dan de pas, wetende dat we een erg lange afdaling voor de boeg hebben. We krijgen veel aandacht van de weinig Indiase toeristen die hun fotorolletjes volschieten of een kijkje nemen in de hoogste tempel van de wereld en misschien ook de kleinste. De hoogste toiletten van de wereld zijn gesloten. (Notitie uit 2011: intussen weten we uit GPS-metingen dat de claim van de Indiase autoriteiten dat de Khardung La de hoogste berijdbare pas in de Wereld is aantoonbaar onjuist is, de Khardung La is ongeveer 5.350 meter hoog in plaats van 5.600 meter - tijdens onze reis in 2005 was er bij ons echter nog onzekerheid hoe het nu precies zat.)

Terugkijkend op de Khardung La

De afdaling naar de Nubra Vallei is veel slechter dan de klim vanuit Leh. De smalle weg bestaat uit vuistgrote stenen. We dalen niet meer dan enkele kilometers per uur. Een enorme processie van bussen en vrachtwagens waggelt zich een weg naar boven en maakt ons het leven zuur. Weinig zuurstof, smerige lucht, een slechte weg. De afdaling kan nog wel even duren zo. De eerste zeven kilometer van de afdaling kosten ons een uur. Dat is nog langzamer dan de laatste zeven kilometer van de klim!

Het dorpje Khardung Landschap bij Khardung Zestig kilometer downhill naar de Shyok & Nubra Vallei

Gelukkig verbetert de weg nu beetje bij beetje. Vanaf de North Pullu legerbasis is de weg weer geasfalteerd. We kunnen nu weer in volle vaart afdalen. Landschappen glijden in en uit mijn gezichtsveld in de lange afdaling naar de Shyok en Nubra Valleien. In zestig kilometer daalt de weg in eerste instantie af naar de Shyok Vallei op 3.000 meter hoogte. We kunnen ook de bergen achter de Shyok Vallei in de verte zien liggen. Deze bergen zijn veel steiler dan die van de Ladakh keten. Het zijn de uitlopers van de Karakoram keten met de 8.600 meter hoge K2. De hoofdkam van de Karakoram en de K2 liggen echter te noordelijk om te kunnen zien.

Op de lange afdaling van de Khardung La

We naderen de Shyok Vallei. Het landschap is nog altijd erg droog maar af en toe groeit er lavendel op de verder kale hellingen. De paarse gloed over de bergen wordt versterkt doordat de zon hoogte begint te verliezen en het landschap in een gloedvol strijklicht dompelt. Het mysterieuze gevoel van het obscure landschap wordt zodoende nog eens versterkt.

Na een paar uur zijn we afgedaald in de Shyok Vallei. De bergen werpen snel groeiende schaduwen over het dal. De rivier ligt ingeklemd tussen gigantische bergmuren. Opvallend is om te zien dat sommige zijdalen erg groen zijn en ander weer helemaal kaal. De bergflanken zijn sowieso kaal, de scherpe toppen zijn bedekt met sneeuw en ijs. Elke kilometer verandert het landschap dramatisch. We bevinden ons nu in een grote steenvlakte waar niets groeit en zijn omringd door gigantische verticale bergen waar niets groeit. Geen boom of plant is te zien. Willem in de Shyok Vallei Na een paar kilometer bereiken we de plek van samenkomst van de Shyok en Nubra rivieren. Een immense vlakte van een paar kilometer breed ligt hier in het midden van het ruige berglandschap. We laten de Nubra rivier nog even voor wat ze is en blijven de Shyok volgen. We bereiken het plaatsje Diskit waar we een hotelletje vinden en een Tibetaans restaurant waar we op gepaste wijze de geslaagde overtocht vieren.

De immense riviervlakte ope plek waar de Shyok & Nubra Rivieren samen komen


Dag 19: Diskit - Hundar - Diskit - Sumur - Panamik - Sumur 95 km

Het klooster van Diskit Vandaag zullen we de Shyok en Nubra Valleien verkennen. Eerst bezoeken we het klooster recht boven het hotel. Een voetpad leidt steil naar boven naar de top van de rots waarop de gompa is gebouwd. Vanuit het klooster hebben we mooie vergezichten over de groene Shyok Vallei. Niet overal is het echter groen in het dal. We fietsen naar Hundar waar een stuk heuse zandwoestijn ligt met karakteristieke duinen en met even karakteristieke Bactrische kamelen. We komen niet in de gelegenheid om de viervoeters van dichtbij te aanschouwen.

Na Hundar fietsen we naar Sumur aan de Nubra, waar we een hotel vinden. Willem en ik fietsen zonder bagage door naar Panamik. Verder noordelijk mogen toeristen en reizigers niet komen. Als we Panamik bereiken, blijkt dat de plek niet bepaald de gedachte spectaculaire grand finale van de reis naar het noorden is. Er is niets te doen en niets te zien. We keren al snel weer terug, de wind is intussen aangegroeid tot een storm in de rug. Het begint nog harder te waaien en we zien dat zich achter Panamik een zandstorm aan het ontwikkelen is. We fietsen zo hard als we kunnen terug maar we maken ook foto's. Het is een spectaculair gezicht om te zien hoe de zandstorm bezit neemt van het dal. De zandstorm nadert in razendsnel tempo. De seconde dat we de deur van het hotel achter ons sluiten, is de wereld buiten gehuld in zand en stof.

Het klooster van Diskit

De zandduinen van Hundar De zandduinen van Hundar

De Ladakh bergketen rijst drieduizen meter op boven de Nubra Vallei

Zandstorm in de Nubra Vallei Zandstorm in de Nubra Vallei Zandstorm in de Nubra Vallei


Dag 23: Khoksar - Khhatru - Lahaul 45 km

In Panamik hebben we min of meer het einde van de wereld bereikt. We konden simpelweg niet meer verder noordelijk komen. We besloten om met een busje terug naar Leh te gaan en met de bus verder naar Khoksar, de plaats waar we ook al hadden overnacht na het oversteken van de Rohtang La, onze eerste Himalayapas. Van daar zullen we langs de Chandra rivier stroomopwaarts fietsen. De Kunzum La scheidt de Lahaul Vallei van de Spiti Vallei. De afgelegen Spiti Vallei heeft drie fameuze duizend jaar oude Tibetaans-boeddhistische kloosters: de klosters van Key, Dhankar en Tabo.

Aldus zullen we vanaf Khoksar vreugdevol van start gaan na een lange, saaie, vermoeiende en oncomfortabele busreis. Hoe kan het zijn dat de buspassgiers het idee hebben dat fietsen zo zwaar is terwijl ze dag in dag uit een busreis als deze kunnen doorstaan?

De ruige Pir Panjal bergen en de Lahaul Vallei

Na een paar weken reizen in de Himalaya wisten we al dat er altijd wel weer nieuwe problemen kunnen opduiken die we het hoofd moesten zien te bieden. Zo leerden we omgaan met hoogte, slechte wegen en river crossings. Op weg naar Spiti zijn er de geiten. En schapen. En die hebben een heleboel vrienden! Elke paar minuten die we kunnen doorrijden, wordt gevolgd door net zoveel minuten dat we vastzitten in een kudde geiten. Het is een leuke belevenis om tegen de stroom van een geitenkudde in te roeien. De dieren voegen weer een nieuw element toe aan de couleur locale en de vastlopers in een kudde vormen welkome ruspauzes. Wel merk ik dat de combinatie van het oversteken van een river crossing en een geitenkudde rendezvous een garantie is voor natte schoenen.

We zijn nooit alleen in de Lahaul Vallei

Helaas verslechtert het weer. We zijn nu veel zuidelijker dan voorheen en het is slechts de Pir Panjal bergketen die het dal scheidt van het moessonklimaat ten zuiden van ons. Een moessonaanval kan gemakkelijk over de bergrug heenbreken, zo blijkt. Het giet ijskoud water. Gelukkig hebben we daar geen last van aangezien we tijdig een dhaba hebben kunnen vinden waar we de tijd doden met steeds nieuwe bestellingen van thee en biscuitjes. Na twee uur is de bui al weer voorbij en fietsen we door naar een dhaba verderop in het dal. Ik heb wat maagproblemen en duik zonder eten mijn slaapzak in.

Lahaul Vallei Lahaul Vallei


Dag 24: Lahaul - Kunzum La - Lhosar 45 km

Na onze eerste koude nacht in de Himalaya zijn we blij als de machtige bergrug van de Pir Panjal door de eerste zonnestralen beschenen wordt. We vertrekken vroeg in de morgen. De landschappen die we doortrekken zijn buitengewoon ruig. Gigantische rotswanden flankeren het dal. Reusachtige gletsjers komen van de hoge ijstoppen naar beneden; sommige reiken bijna tot aan het dal.

Lahaul Vallei

We fietsen door grote velden met rotsblokken die zo groot zijn als complete huizen. De weg bestaat uit grote stenen. Het is zwaar terrein maar niet te zwaar. We vorderen langzaam maar gestaag over de eenzame weg. Ondanks de afwezigheid van verkeer is er toch nog een laatste theestalletje voordat de weg omhoog slingert voor de slotklim naar de Kunzum La. We blijven langdurig zitten, genietend van de uitzichten, de zon en de thee.

Lahaul Vallei

Na de pauze klimmen we snel boven het dal uit. Zigzaggend gaan we omhoog. Vele haarspeldbochten boven onze hoofden zien we de helling langzaam steeds minder steil worden. Tot aan het verst zichtbare punt tot aan het einde van de zigzags zullen we minimaal moeten klimmen.

Ondanks alle Himalayapassen die we intussen hebben gedaan, blijkt ook deze pas toch weer een uitputtende inspanning. Gelukkig is de pas niet hoger dan vanaf beneden leek. Doorgaans is dat wel het geval en blijkt er nog veel meer klimwerk als we op de plek komen, waarvan ik hoopte dat het de pas zou zijn. Deze keer hebben we geluk. De pas is precies op de eerst mogelijke plek. We staan bovenop de 4.554 meter hoge Kunzum La, de verbindingspas met Spiti. Niet de hoogste pas van deze reis maar wel één van de meest imponerende.

Willem bereikt de Kunzum La

We hoeven nu aalleen nog maar te dalen naar de Spiti Vallei. We zien dat de bergen ten oosten van de pas niet zo hoog en steil zijn als de Pir Panjal bergen westwaarts.

Afdaling naar de Spiti Vallei

De bergen mogen dan hebben ingeboet aan grandeur, ze hebben gewonnen aan subtiliteit. De bergen zijn gecomponeerd uit een duizendtal verschillende kleuren. De nuances van het palet veranderen continu als we bij het voortschrijden de omgeving onder steeds veranderende gezichtspunten zien. Hotsend en klotsend stuiteren we naar beneden over de steenweg. Al snel bereiken we het bovenstroomse gedeelte van de Spiti Vallei. Door de vlakke, brede, met rotsen bedekte vallei trekken we voort en al snel bereiken we het eerste dorp van de vallei. In het vriendelijke dorp Lhosar blijven we hangen. We geven ons over aan een loom middagprogramma. In het restaurant-hotel treffen we verrassend genoeg een groep mountainbikers aan. Ze eten een verlate lunch. Een Engelse jongen en een Engels meisje gidsen de groep en geven ons tal van tips uit de eerste hand over de fietsmogelijkheden in de Indiase Himalaya.

Afdaling van de Kunzum La

Afdaling van de Kunzum La

Spiti Vallei

Lhosar, Spiti Vallei


Dag 25: Lhosar - Hanse - Kaza 60 km

Vandaag wordt een gemakkelijke dag. Zestig vlakke kilometers scheiden ons van Kaza, de hoofdstad van het Spiti distrikt. We hebben vernomen dat de weg van de Spiti Vallei naar Shimla over een lengte van tweehonderd kilometer is gesloten als gevolg van door overstromingen weggeslagen bruggen over de grote Sutlej rivier. We besluiten dat we, gezien de beperkte tijd die we tot onze beschikking hebben, de onzekere doorsteek naar Shimla en de Indiase Laagvlakte niet zullen proberen te maken. We hebben pech gehad. We zullen tot Kaza fietsen en van daaruit dagtochten maken naar de fameuze kloosters van het Spitidal.

Spiti Vallei

De landschappen zijn wederom van de overtreffende trap maar desondanks heb ik geen geïnspireerde dag. Na een paar honderd meter fietsen heb ik al een lekke band als gevolg van een hele grote spijker. Mijn buitenband is kapot en moet ook vervangen worden. Nog geen minuut later heb ik alweer een nieuwe lekke band en vijf minuten later heb ik een derde lekke band. Ik ben vandaag niet goed in staat om te gaan met de malheur en alleen omdat de pechdemonen me hebben verlaten, komt de spirit langzaam weer terug. Dat mag ook wel, in een dermate adembenemend landschap. We bereiken Kaza waar we een overnachtingsplaats vinden voor de komende nachten.

Spiti


Dag 26: Kaza - Key - Kibber - Key - Kaza 40 km

Het dorp Key (onder) en het klooster van Key (boven) De eerste van onze dagtochten brengt ons naar het klooster van Key en vervolgens naar Kibber. Het klooster van Key is een juweel. De kleine, witte kloosterwoningen zijn tegen een perfekte kegelvormige rotspunt aangeplakt. De nieuwe tempel staat boven op de top. Het klooster is duizend jaar oud en is daarmee één van de oudste Boeddhistische kloosters in de Himalaya. We worden uitgenodigd voor de gebruikelijke rituele kop thee.

Na twee uur verlaten we het klooster en klimmen naar het dorp Kibber. Fietsen zonder bagage gaat verrassend comfortabel. Zelfs de hoogte boven 4.000 meter lijk ik nauwelijks meer te voelen. Kibber is volgens de reisgidsen het hoogste dorp ter wereld. Het ligt op 4.200 meter. Ik ben er zeker van dat de claim van hoogste dorp volkomen onterecht is. In Peru en in Bolivia ben ik in hogere dorpen geweest. In Peru is er zelfs een grote stad op een hoogte van ruim 4.200 meter (Cerro de Pasco) en een kleiner mijnstadje op 4.600 meter (Morococha). Deze ongefundeerde claim bewijst niet veel meer dan dat er in India nogal ruimhartig met feitelijkheden wordt omgesprongen. De geloofwaardigheid van de claim dat de Khardung La de hoogste pas ter wereld is, zakt nog wat verder weg. Wel moeten we constateren dat Kibber alleraardigst gelegen is en zeker een kort bezoek waard.

Het dorp Key (onder) en het klooster van Key (boven)


Dag 27: Kaza - Dhankar - Lalung - Kaza 70 km

De tweede dagtocht brengt ons dieper omlaag in de Spiti Vallei. Na 25 kilometer afdalen langs de rivier beginnen we aan een serieuze klim naar het klooster van Dhankar. De gompa ligt een paar honderd meter recht boven onze hoofden op de top van een gigantische klif. Zonder bagage klimmen de hoogtemeters lekker weg en bereiken we al snel het klooster. We mogen het klooster echter niet bezoeken vanwege een festival voor de oudere monniken. Sommige kindmonniken wachten buiten en beleven een hoop plezier aan onze fietsen.

Help! Ze confisqueren onze fietsen. Het klooster van Dhankar Het klooster van Dhankar

Van de Engelse fietsers in Lhosar hadden we gehoord dat er een steenweg van Dhankar zou moeten lopen naar het afgelegen dorp Lalung. Die is er ook en is van de slechtste orde. De weg bestaat uit grote, scherpe stenen en levert me al gauw een lekke band op. Even later val ik na een kleine stuurfout tussen de stenen. Dit is technisch uitdagend fietswerk. Het duurt lang voordat we het erg mooie dorp Lalung bereiken. Dat was een goede tip van de Engelse gidsen. Er is een simpel hotel-restaurant in het dorp. De sfeer is dermate goed en de eigenaar is zo gastvrij, dat we ons schamen dat we de bagage in Kaza hebben liggen. De eigenaar beheert het klooster en heeft de sleutel. Met zijn vieren nemen we een kijkje in het duizend jaar oude maar volledig onbekende klooster. De fresco's zijn erg origineel en interessant. Waar de kloosters van Key, Dhankar en Tabo een terechte faam hebben opgebouwd, is dit klooster een nog niet ontdekte schat. Het dorp, het klooster, de welkome atmosfeer, het Shangri La bestaat dus toch.

Het klooster van Dhankar Het dorp van Lalung, Spiti


Dag 28: Kaza - Tabo - Kaza 100 km

Het klooster van Tabo Vandaag voelen Willem en Jeroen niet voor fietsen. Omdat ik het klooster van Tabo nog graag wil zien, vertrek ik alleen. Tabo is het meest stroomafwaarts gelegen dorp van Spiti. De eerste kilometers tot de afslag naar Dhankar zijn dezelfde als gisteren. Vijf kilometer verder vernauwt het dal van de Spiti zich ineens en is de rivier ingeklemd tussen steile hellingen. Het rustige kabbelende ritme van de rivier is nu ook verleden tijd. Kolkend en met wild geraas stort de rivier zich met geweld naar beneden. De weg verliest hier snel hoogte, ondanks dat er ook stecige klimmetjes in de afdaling zitten. Ik ben bang dat de terugreis nog wel eens erg zwaar kan worden als ik veel hoogtemeters moet klimmen en als ik vermoedelijk een harde tegenwind zal hebben. De laatste kilometers naar Tabo zijn prachtig. Ik bevind me erg dichtbij de Tibetaanse grens hier. Ik kan de vallei zien die in Tibet omhoog voert naar de Shipki La, de belangrijke pas van de oude handelsroute die nu als gevolg van de Chinese bezetting van Tibet gesloten is.

Ik bereik Tabo, opnieuw een duizend jaar oud klooster. Het gerucht gaat dat de Dalai Lama wellicht een soort van pensioen zal houden in dit klooster. Het klooster is stylistisch erg afwijkend van de andere kloosters. Geen witte huizen deze keer maar aardebruine lemen huizen. Jammergenoeg heb ik niet al te veel tijd. Ik moet terug. Het is nog 50 kilometer voornamelijk klimwerk met een harde tegenwind. Tot nog toe heb ik met de wind nog niet te klagen gehad deze reis maar vandaag vormt daarop een uitzondering. Zelfs zonder bagage is het fietsen loodzwaar. Het duurt uren voordat ik weer terug ben in Kaza. Morgen gaan we met de bus terug over de Kunzum La en Rohtang La naar Manali.

Op de weg naar Tabo Spiti Vallei


Dag 30: Khoksar - Rohtang Pass - Manali 75 km

Gisteren gingen we met de bus van Kaza terug naar Manali over de Kunzum La en de Rohtang La. Althans, dat was de bedoeling. Voordat we de Kunzum La bereikten, kreeg de bus de eerste lekke band. Helaas was de reserveband niet veel beter. Er zaten grote holen en diepe scheuren in de reserveband. Het verbaasde dan ook niet dat we vijftien kilometer na de pas opnieuw stil stonden. Na uren van broeden op een besluit om door te gaan of te wachten op een mirakel, reden we langzaam naar Khoksar. Het was al 7 uur in de avond toen we arriveerden in Khoksar. Hier slaagden de buschauffeurs er niet in om een reserveband te regelen. Een nieuwe periode van besluiteloosheid brak aan. Maar niet voor ons. We wilden het mirakel niet meer afwachten. We haalden de fietsen van het dak, vonden een dhaba voor de nacht en besloten om zelf met de fiets de Rohtang La naar Manali terug over te steken.

Het verwisselen van een band is altijd een groepsproces in India

Zo komt het dus dat we vandaag weer tegen de Rohtang La op fietsen, deze keer van de andere kant. Toentertijd was het onze eerste pas en schrokken we van het slechte wegdek tussen de pas en Khoksar. Nu zijn we juist verrast over de goede kwaliteit van ditzelfde stuk. Weliswaar is dit trajekt door de wegwerkers in de tussentijd goed onder handen genomen maar onmiskenbaar zijn we na weken gewend geraakt aan de omstandigheden. De klim naar de Rohtang Pas is vanaf Khoksar veel korter dan vanaf Manali. We genieten van de lange afdaling en vroeg in de middag bereiken we Manali.


Dag 31: Manali - Kullu - Bhuntar 50 km

Naar beneden gaan we langs de rivier de Beas. Een maand geleden fietsten we over de secundaire weg aan de overzijde van het dal. Deze keer nemen we de gemakkelijke weg. Niet erg interessant na wat we de laatste maand gezien hebben maar het is niet anders. Het is nogal een verandering om van het droge hooggebergtelandschap ineens in de warme, vochtige moessonlucht te fietsen, omringd door intens groen landschap. We verblijven 's nachts wederom, net als de heenreis, in Bhuntar.

Taxi's Indiase stijl met Hindoetempel in Kullu

Beas rivier met Sikh tempel in Bhuntar


Dag 32: Bhuntar - Manikaran - Bhuntar 70 km

Vandaag gaan we zonder bagage op weg naar Manikaran, een heilige plek voor Hindoes, aangezien Shiva's vrouw Parvati hier tranen schreide toen een slang haar oorbellen had gestolen. Er is een warmwaterbron op de plek van Parvati's tranen.

De Parvati rivier is een zijrivier van de grotere Beas. De rivier stroomt in een nauw dal met steile flanken. Het is imposant om een dergelijk grote rivier in een smal dal te zien stromen. Het is 35 kilometer langs de rivier klimmen tot Manikaran. Het grootste deel van de weg is niet zo steil. Het is duidelijk dat de moesson Noord India nog niet heeft verlaten. Een dikke grijze wolkensoep hangt boven onze hoofden. Onverwachts blijft het de hele dag droog. We bereiken Manikaran waar we de hectiek van het dorp insnuiven. We lunchen na een paar kilometer op de terugweg waar het wat rustiger is. Een lange afdaling brengt ons terug in Bhuntar.

Brug over de Parvati in Manikaran Brug over de Parvati in Manikaran Manikaran, waar Shiva's vrouw Parvati haar heilige tranen schreide


Dag 33: Bhuntar - Bajaura - Kandi - Jogindernagar 100 km

We hebben besloten om nog door te fietsen naar Amritsar, de stad van de Gouden Tempel en de Sikhs. Amritsar is een inspirerende laatste bestemming van onze reis en het moet goed mogelijk zijn de afstand in de gegeven tijd te overbruggen. Vandaag willen we de Kangra Vallei bereiken. We moeten dan de bergen oversteken ten westen van de Beas. Het is bloedheet als we omhoog fietsen over de smalle weg die de bergen in leidt. Het landschap is overweldigend groen. We zijn niet hoger dan 1.200 meter en zodoende zijn de temperaturen veel hoger dan we de laatste weken gewend zijn. Ondanks het vochtige weer schijnt de zon en is het nog eens extra heet. Hele rivieren van zweet stromen over mijn hoofd op een erg steile passage. De smaak van het zweet wordt steeds zouter. De klim is veel steiler dan de passen tussen Manali en Leh. Toch is het klimmen op deze meer normale hoogte een stuk gemakkelijker. Na twee uur bereiken we de pas bij Kandi. Er is een theestalletje op de pas waar we een korte rustpauze nemen. We bevinden ons in de wolken nu. Na een lange klim bemerken we dat we nog altijd niet de laatste kam van de Himalaya overgestoken zijn. Er is nog een heuvelrug die ons scheidt van de Kangra Vallei en die rug is nog verrassend hoog. Veel erger, de weg tegen de heuvel is verschrikkelijk steil. Met een temperatuur van tussen 35 en 40 graden klimmen we omhoog tegen een percentage van rond de 20 %. Er is nergens schaduw. Overal om ons heen zijn wolken behalve tussen ons en de zon. Het duurt 45 hallucinerende minuten voordat we de pas bereiken. Uitgeput komen we boven waar we drinken, drinken en blijven drinken.

De bergen tussen de Beas en Kangra Valleien

We zijn duizend meter boven de Indiase Laagvlakte. We hebben uitzicht over de meren, de steden, de dorpen ver beneden. Onze weg blijft echter hoog. De weg naar Dharamsala volgt de bergrug, soms aan de noordzijde, soms aan de zuidzijde. Er is nog een laatste lange klim van een uur voordat we de kleine stad Jogindernagar bereiken waar we een hotel vinden.


Dag 34: Jogindernagar - Bajinath - Palampur - Dharamsala 80 km

De 8e eeuwse Hindoe tempel van Bajinath Het eerste hoogtepunt op weg naar Dhramsala is de tempel van Bajinath. De hindoetempel is gebouwd in de 8e eeuw en is één van de oudere tempels van Noord India. De tempel heeft een buitengewone atmosfeer. Tussen alle
goden en godinnen staat een kleurvolle Donald Duck pop van glimmend plastic. India blijft verbazen en verwonderen. Het kost nog behoorlijk wat klim- en afdaalwerk voordat we in Dharamsala zijn. Vanaf hier is het nog zeven kilometer omhoog voor we McLeodGanj bereiken, hoog in de bergen. Het is hier dat de Dalai Lama in ballingschap leeft na zijn vlucht voor de Chinese bezettingsmacht in 1959. Dit zal onze laatste klim zijn van de reis. Ik maak er een soort klimtijdrit van. De weg is erg goed en vanwege de regen is er veel zuurstof in de lucht. Na een maand 'hoogtestage' lijk ik gevoelsmatig te vliegen, zelfs met volle bepakking.

Vrouw met mand in de Kangra Vallei

De heuvels om McLeodGanj zijn gehuld in de wolken


Dag 35: McLeodGanj (Dharamsala)

Van het begin tot het eind van de dag wordt er een gigantische stortvloed van regen over McLeodGanj uitgestort. De regen stopt om 7 uur in de avond. De bui heeft nogal een impact gehad. Er zijn op sommige plaatsen grote scheuren in de weg, andere gedeeltes van de weg zijn ondergraven en weggespoeld. We zien een huis dat bijn in twee is gespleten doordat het aan één zijde ondergraven is. McLeodGanj is één van de natste plaatsen op Aarde maar deze bui moet zelfs hier exceptioneel zijn. Aan de andere kant, als we om ons heen kijken, lijkt het leven door te gaan net als alle andere dagen.


Dag 36: McLeodGanj (Dharamsala) - Triund

King Kong Vandaag wandelen we naar Triund. Triund is een uitzichtspunt boven McLeodGanj op een hoogte van 3.000 meter. Vanaf de alpiene weides van Triund is het mogelijk om de hoogste bergen van de Dhaula Dhar bergketen 2.000 hoogtemeters boven ons te zien en de Indiase Laagvlakte 2.500 hoogtemeters beneden ons. We hebben geluk dat het droog is na vele natte dagen op rij. De uitzichten zijn subliem, ondanks de wolkenvorming rond de bergtoppen. Als we weer zijn afgedaald naar McLeodGanj begint het spontaan weer te regenen. Het is hoog tijd om deze onaards natte plaats te verlaten.

Op de route naar Triund, ver boven de Indiase laagvlakte Jeroen (links) en ik (rechts) op de weg naar Triund Triund Triund Triund


Dag 37: McLeodGanj (Dharamsala) - Nurpur - Pathankot - Mukerian 135 km

Indiase familie We pakken onze fietsen reeds vroeg in de morgen. We bezoeken de familie waar Willem negen jaar geleden vrijwilligerswerk heeft gedaan. We worden van harte verwelkomd. Er is een hoop te bepraten. Na een lang verblijf bij de familie slagen we er toch in om 135 kilometer af te leggen. De wegen zijn goed, het terrein wordt steeds vlakker en er staat geen wind. Bij Palampur verlaten we de Himalaya voorgoed. We rijden de Punjab in, de rijstschuur van India. Op de vruchtbare vlaktes van de Punjab van India en Pakistan wordt de basmati rijst verbouwd. We slapen in de middelgrote stad Mukerian.

Ik Tussen de Himalayas en de Indiase Laagvlakte


Dag 38: Mukerian - Batala - Amritsar 95 km

Hevige regenbuien markeren onze laatste fietsdag in India. Alles is nat en modderig. Het is geen plezier om onder deze omstandigheden te fietsen. Er is niets te zien in dit weer. Ik begin al de kilometers af te tellen naar Amritsar. Ik heb het voor nu even gehad met fietsen.

Punjab Punjab

De Gouden Tempel in Amritsar De laatste 35 kilometer van Batala naar Amritsar verbetert het weer gelukkig. Jeroen fietst ver voor Willem en ik uit als we Amritsar bereiken. Alleen, waar is Jeroen? Hij is nergens te bekennen. Hij zou toch niet in zijn eentje de miljoenenstad binnen fietsen? Willem en ik weten niet goed wat te doen en besluiten
om de stad in te fietsen naar de Gouden Tempel. Geen Jeroen te zien echter. We blijven zoeken rondom het complex maar we vinden geen spoor van Jeroen. Het is intussen zes uur later als we stomtoevallig tegen hem opbotsen als we na een telefoontje naar het thuisfront van Jeroen de telefooncel verlaten. Wat een geluk, in een stad van een miljoen inwoners! We zijn opgelucht, we hebben het gehaald! We hebben nog twee dagen in India. Morgen zullen we met de trein teruggaan naar Delhi. Dan kunnen we overmorgen met de trein op en neer naar Agra om de Taj te zien.

Moesson in Amritsar

De Gouden Tempel in Amritsar

De Gouden Tempel in Amritsar

Straattafereel in Delhi

De Yamuna rivier in Agra

Het laatste cliché: de Taj Mahal in Agra


Kaart van de route


Statistieken

Feiten en cijfers

# Dagen
# Fietsdagen
Fietsafstand
Afstand / Dag
Afstand / Fietsdag
Grootste afstand op een dag
Grootste hoogteverschil op een dag: klimmen
Grootste hoogteverschil op een dag: dalen
Hoogste punt op de fiets
# dagen dat iemand ziek, zwak of misselijk was
# tempels, stupa's en andere religieuze monumenten
# fietsers die we hebben ontmoet in de Himalaya
# vriendelijke mensen op weg
# chaotische momenten in het verkeer
38
27
2.060 km
54 km
76 km
135 km
2.150 m (van Manali tot Rhotang La)
2.600 m (van Khardung La tot Nubra Valley)
5.600 m (Khardung La)
21 (van de 38!)
ontelbaar
ongeveer 20
100 %
minder dan verwacht

Hoogtepunten

Himachal Pradesh
Himalaya
Himalaya
Ladakh
Ladakh
Spiti
Punjab
Verpozen op een dakterras in Shimla en kijken hoe man en vrouw flaneren op zijn India's
De onaardse landschappen aan weerszijden van de Baralacha La
Kies een steen, ga erop zitten en stel de vraag hoe het beter kan met de wereld
De afdaling van de Tanglang La in de Indus Vallei met prachtige Tibetaanse kloosters
De top bereiken van de achteraf toch niet hoogste weg ter wereld bereiken, de Khardung La
De fascinerende landschappen en eeuwenoude Tibetaanse kloosters van de afgelegen Spiti Vallei
De sfeer en muziek van de Gouden Tempel van Amritsar

Dag voor Dag

1

2

3

4

5

6

8

9

10

11

12

13

16

18

19

23

24

25

26

27

28

30

31

32

33

34

37

38

Delhi; Shimla

Shimla - Sallaghat - Dehar

Dehar - Mandi - Bhuntar

Bhuntar - Kullu - Naggar - Manali

Manali - Rohtang La (3.974 m) - Khoksar

Khoksar - Tandi - Keylong

Keylong - Darcha

Darcha - Baralacha La (4.900 m) - Sarchu

Sarchu - Brandynala

Brandynala - Lachlung La - Pang

Pang - Tanglang La (5.300 m) - Rumtse

Rumtse - Upshi - Thiksey - Leh

Leh - Spitok - Phiyang - Leh

Leh - Khardung La (5.600 m) - Diskit

Diskit - Hundar - Panamik - Sumur

Khoksar - Khhatru - Lahaul Vallei

Lahaul - Kunzum La - Lhosar

Lhosar - Hanse - Kaza

Kaza - Key - Kibber - Kaza

Kaza - Dhankar - Lalung - Kaza

Kaza - Tabo - Kaza

Khoksar - Rohtang Pass - Manali

Manali - Kullu - Bhuntar

Bhuntar - Manikaran - Bhuntar

Bhuntar - Bajaura - Jogindernagar

Jogindernagar - Bajinath - Dharamsala

Dharamsala - Pathankot - Mukerian

Mukerian - Batala - Amritsar

.

Fantastisch groene landschappen

Dieper and dieper in de Himalaya's

Continu op en neer

Lange lange klim

Eerste echt slechte wegdek

Verticale wereld

Erg lange klim over erg slechte weg in ijle lucht

Vlakke etappe op 4.200 m

Geen drinkbaar water tot Pang

Geen drinkbaar water tot juist voor Rumtse

Alleen maar afdalen tot de Indus Vallei

.

Weg naar Khardung La (5.600 m?) heel redelijk

Het bereiken van het einde van de wereld

Stenenweg. Moeilijk terrein. Veel geiten op de weg

Ruig landschap. Gletsjers! Kunzum La 4.500 m

Geniet van de kleuren van de Spiti Vallei

Atmosfeer: het 1000 haar oude Klooster van Key

Lalung = schitterend dorp

Neem een kijkje in Tibet vanaf Tabo Klooster

Normale hoogtes!

.

.

Ultrasteile klim naar de kangra Vallei

.

Verlaten van de Himalaya

Zo vlak als Nederland

25 km

95 km

95 km

55 km

70 km

50 km

30 km

80 km

30 km

55 km

100 km

80 km

40 km

15 km

95 km

45 km

45 km

60 km

40 km

70 km

100 km

75 km

50 km

70 km

100 km

80 km

135 km

95 km