startpagina

.

Shanti Shanti. Fietsen in India en Nepal

Dag 1: Delhi - Tijara 102 km

Vanaf de eerste stap die ik zet in India op het vliegveld van Delhi is het duidelijk dat ik weer terug ben. Terug in India. De mensen staan te staan. Zo maar staan; staan en kijken, verder niks. Zelfs middernacht zijn hier nog veel mensen aanwezig. De lucht is dik van de Indiase geuren. Het is heet en vochtig, precies wat ik kon verwachten in de postmoesson. Als we onze fietsen in elkaar sleutelen, zorgt de geringe inspanning al voor hevige transpiratie. Na een kwartier zijn we klaar en lopen we naar de uitgang.

Het vliegveld ziet er veel groter uit dan drie jaar geleden. Door een haag van mensen banen we ons naar buiten, de nacht van Delhi in. We hebben de kartonnen dozen nog bij ons die we nodig zouden kunnen hebben voor de terugreis. Helaas is er geen hotel op zichtbare afstand van het vliegveld. Het is ook niet mogelijk om met al dit karton in de hand te fietsen over de snelweg, noch is het mogelijk om te lopen met een fiets in de ene hand en het karton blancerend op de fiets met de andere hand. Binnen een minuut zijn we omringd door twee dozijn taxichauffeurs. Allemaal weten ze de weg naar een 'heel goedkoop hotel' en ze zeggen allemaal vrinden van ons te zijn. Nou, zo snel sluit ik geen vriendschappen. Maar we moeten wat en na enig onderhandelen vinden we een tazichauffeur die het karton meeneemt; wij fietsen achter de chauffeur aan. Natuurlijk belanden we in eerste instantie toch bij een duur hotel maar in de herkansing komen we toch uit bij een hotel in de buitenwijken van Delhi voor 500 Rupees. Daar doen we het voor.

Honden liggen verspreid over de stegen en straten in de het buurtje. Slechts een paar mensen lopen over straat. Er zijn een paar andere eenvoudige hotels. De hotelkamer blijkt okay te zijn. Al met al hebben we tochnog snel een hotel gevonden en kunnen we gaan slapen. Dat laatste is ondanks de hitte geen moeilijke klus. Al snel glijd ik weg in een diepe slaap.

Ik op de snelweg to Gurgaon

Om negen uur staan we op en vertrekken we. We zullen ongeveer twee weken fietsen in Rajasthan, dan zullen we met bussen en treins naar Varanasi reizen. Vanaf Varanasi zullen we dan naar Nepal fietsen, de Himalaya in. Maar eerst zullen we dus naar Rajasthan fietsen. Eerste richtpunt is Jaipur, de roze stad en de hoofdstad van Rajasthan.

De oude Jaipur Road is gesloten en we worden gedwongen om de nieuwe Jaipur Road te nemen, een hele drukke snelweg. Gelukkig is er een nevenweg die een stuk rustiger is. Fietsen, paard en wagens, ossenkarren en heel veel lopende mensen met allerlei bagageop rug of hoofd: het is het langzame verkeer dat zich verzamelt op de nevenweg. Al met alzijn wij de snelste weggebruikers op de nevenweg. De snelweg zelf wordt gebruikt door auto's, bussen, vrachtwagens, motorfietsers, scooters en taxi's en beslaat minimaal zes rijwegen in beide rijrichtingen. Ik heb nog nooit zo veel verkeer gezien binnen een gezichtshoek. Toch lijkt het verkeer geen complete wanorde. Ik zie geen gevaarlijke situaties.

Willem in Gurgaon

We bereiken Gurgaon, een nieuwe megabuitenstad met luxe shopping malls voor de snel groeinde middenklasse van Delhi. Gurgaon groeit razendsnel en in alle richtingen, naar buiten en naar binnen. Werkelijk overal verrijzen nieuwe gebouwen. Gurgaon trekt talloze mensen aan, niet alleen de middenklasse waar zo driftig voor wordt gebouwd. Organisch ontstaan de eerste sloppenwijken. Het verkeer is al net zo een wanorde als de binnenstad van elke andere grote Indiase stad. Het duurt een eeuwigheid, slalommend door bazaars, om heilige koeien heen en door menigte van mensen heen, voordat we na dertig kilometer fietsen eindelijk Gurgaon achter ons hebben gelaten. Vanaf het centrum van Delhi kost het zestig kilometer voordat de laatste buitenwijken zijn doorkruist: Delhi wordt omsloten door een straal van zestig kilometer metropool.

Eindelijk fietsen we op een rustige weg. We fietsen in de richting van Alwar, een middelgrote Indiase stad in Oost Rajasthan. Het is al laat en het is zeker dat we Alwar niet zullen halen vandaag. Wellicht vinden we onderweg nog ergens een hotel, anders zullen we een taxi moeten regelen. We hebben besloten dat de fietstocht door Rajasthan niet per se een is die van A naar B gaat; het idee is om op zoek te gaan naar het 'hart' van Rajasthan. Willem heeft een GPS geleend en heeft de way points of coördinaten van belangrijke kruisingen of andere cruciale plaatsen ingevoerd op basis van informatie uit Google Earth. Zodoende zijn we in staat om te fietsen over wegen die niet op kaarten staan en alleen maar zichtbaar zijn op Google Earth

Ik op de eerste onverharde weg in India, slechts twintig kilometer zuidwest van Gurgaon, Delhi. Foto van Willem Hoffmans

Of in real life natuurlijk. En in real life fietsen we nu over een 'way points'-weg. Onverhard en obscuur. We zullen waarschijnlijk de eerste Europeanen zijn die op deze weg fietsen. We zijn onmiddellijk in het 'Wilde Westen' van India, het onverstoorbare rurale hart van India. Het nadeel van het fietsen over routes op basis van way points zonder onderliggende echte kaart is dat we altijd onzeker zullen zijn over de juiste route bevinden of over de afstand tot de 'geciviliseerde wereld' met hotels en andere nuttige faciliteiten. Een ding is zeker: op deze weg zullen we geen hotels vinden. Het zal dus zeker wel eens gebeuren dat we aangewezen zullen zijn op vervoer dat we dan zullen moeten regelen in de dorpen langs deze routes. Maar het is duidelijk dat de voordelen voor ons ruim opwegen tegen de nadelen om op deze manier te reizen. Ik hoef maar om heen te kijke om dat te realiseren. We passeren dorpen met kippen op straat, varkens in de huizen. Ossen doen het harde werk op het land. Er zijn veel kinderen op de weg. Overal zijn mensen, zelfs in deze afgelegen witte plekken op de kaart.

Traditioneel India, slechts een uurtje verwijderd van de nieuwbouw shopping malls van de suburbs van Delhi

Na ruim een uur zijn we weer op asfalt maar de weg isrustig. Dit is plezierig fietsterrein. Na honderd kilometer zijn we wel ranzig van het vele zweet. Maar het was een ineteressant eerste dag, vol met contrasten tussen Delhi en Gurgaon aan de ene kant en de rurale gebieden aan de andere kant. In Tijara, de grootste stad op weg naar Alwar, vinden we geen hotel. We hebben nog maar twee uur zonlicht. We zullen onze eerste taxi moeten nemen.


Dag 2: Alwar 0 km

Vrouw uit Alwar Na een dag hebben we al onze eerste rustdag. We moeten nog steeds slaap inhalen na de erg korte nacht van gisteren, toen we 's nachts aankwamen in Delhi. De dagen zijn kort en Alwar ziet er interessant uit om een dag door te brengen.

Alwar heeft een erg prettige sfeer. De stad wordt omringd door groen heuvels. De lucht is grijs. De laatste overblijfselen van de moesson hangen nog altijd boven West India. Alwar heeft 260.000 inwoners maar de stad is compact en gemakkelijk te belopen. Het oude gedeelte heeft een sfeervolle wirwar aan kleine straatjes. Alwar heeft een gigantisch paleis, het atmosferische Stadspaleis. Met name het aangelegde meer met de omringende tempels is heel speciaal. Ondanks de sfeervolle ambiance zijn er geen toeristen in Alwar. Misschien zullen er mooiere plaatsen blijken te zijn in de omgeving maar ik vraag me af of deze kunnen wedijveren met de atmosfeer van Alwar. We zullen het zien de komende dagen...

Uitzicht over Alwar van de Shiva Tempel


Dag 3: Alwar - Sariska - Bairat - Amber - Jaipur 148 km

Het regent pijpenstelen; we hebben te maken met het buientype dat geen einde lijkt te kennen. We nemen alle tijd voor het ontbijt maar nadat we klaar zijn en onze fietsen hebben gepakt, is er nog geen spoor van verbetering te zien. We besluiten toch op pad te gaan. Het is niet koud dus zo erg is het nu ook weer niet dat het hard regent.

Rivier op de weg naar Sariska

Ondanks dat de weg nogal onregelmatig is, bereiken we al snel de buitengebieden van het Sariska Tijgerreservaat. Het binnengebied kan niet betreden worden op onze fietsen. De buitengebieden zijn ook interessant en soms fietsen we door prachtige landschappen. We passeren groene graslanden die zijn omgeven door donkergroene heuvels. De rivieren zijn erg breed en treden bijna buiten hun oevers. De oeverwallen liggen slechts enkele centimeters boven het wateroppervlak van de rivier. We zien parkieten en een aantal vreemde vogels. En heel veel apen. Er zijn alleen geen tijgers meer in het park. Wel gaat het verhaal dat de tijgers toch weer terug zijn sinds een aantal maanden. Hoe het ook zij, hier in de buitengebieden zijn ze niet.

Willem verlaat het Sariska National Park

Kind met kruik in Sariska We nemen een lunch in een theehuis een paar kilometer voor Sariska. We bestellen een paar droge samosa's. Tot onze verbazing knijpt de ober de samosa's voor onze ogen tot kleine kruimels en hooit deze in een schaal met gele saus met rode strepen. Het rode is chili. De saus is brandend heet. Het spulletje is wel lekker maar het kost wel enige tijd voordat ik weer ontspannen kan fietsen zonder dat mijn maag tegenpruttelt.

Even voorbij Sariska liggen een paar heuvelruggen dwars op de weg. Of beter gezegd: de weg ligt dwars op de heuvelruggen, de heuvels waren er eerder. Voor het eerst klimmen we met de fiets. Het blijkt wel dat de heuvels er indrukwekkender uitzien dan ze daadwerkelijk zijn; erg zwaar fietsen is het allemaal niet. Het is intussen opgehouden met regenen maar ik ben nog net zonat maar nu van het zweet. Na een vervaarlijk pokdalige afdaling komen we op vlak terrein met nieuw en comfortabel asfalt. De kilometers vliegen onder onze wielen weg en om 3 uur in de middag bevinden we ons op de Delhi-Jaipur snelweg. De weg ziet er niet druk uit dus het lijkt mogelijk om op de snelweg te fietsen. We hebben nog drie uur zonlicht voor de resterende 64 kilometer naar Jaipur. Als we opschieten, kunnenw e Jaipur nog bereiken. We nemen eerst een chai - de kruidige Indiase thee - voor mentale voorbereiding.

Amber stad, Amber fort en Amber muur

Fietsen op de snelweg. Het klinkt vreemd maar in feite is dit een van de rustigste wegen tot nu toe. En zeker ook een van de beste wegen. De weg loopt nog gemakkelijker dan een liedje van Sam Cooke en we lijken wel te vliegen over de weg. De zon breekt intussen door en rode stralen zonlicht geven de heuvels een dromerige gloed. Een paar kilometer voor Amber passeren we een groep olifanten. Olifanten op de snelweg? Ik probeer te visualiseren wat er zal gebeuren als in Nederland een groep mensen een ritje op de olifant maken op de snelweg, bijvoorbeeld op de snelweg van Amsterdam naar Utrecht; ik kan er geen beeld bij vormen. Na een poosje fietsen we weer verder en bereiken we Amber.

Het paleis van Amber was groot maar hoe moet ik dan het paleis van Amber beschrijven? Dit gebouw heeft een schaal dat de verbeelding tart. En het is domweg prachtig in de schemering. Achter het paleis ligteen grote heuvel met een grote muur dat bescherming moest bieden tegen vijanden. De bevolking moet wel een gigantische tol hebben betaald voor de bouw van dit ongelooflijke paleis. Maar de bevoling die het paleis heeft gebouwd en de Maharadja die erin heeft geleefd, zijn er niet meer. De geschiedenis is voorbij gegaan en allen de stenen zijn nog over. En die zijn prachtig.

Het Drijvende Paleis in Jaipur. Foto van Willem Hoffmans

Het is nogal laat aan het worden. De zon is onder en het wordt snel donkerder. We fietsen door naar Jaipur, een paar kilometer verderop.

We dalen af naar de hoofdstad van Rajasthan. Onderweg naar Jaipur passeren we nog een highlight, het Drijvende Paleis. Een paleis in het midden van een artificieel meer, volledig omringd door water, een bijzonder gezicht. We fietsen door en bereiken Jaipur, de hoofdstad van Rajasthan met drie miljoen inwoners. Het is nu donker als we de hele stad moeten doorkruisen om in het hotelgebied te komen. Onderweg passeren we en passant en bij toeval de roze Palce of Winds, het meest beroemde paleis van Jaipur. Het kost de nodige tijd om van het ene naar het andere uiteinde van de stad te fietsen. De laatste kilometer krijgen we politie-escorte door een oude diender op een scooter. Zonder zijn hulp zouden we nu misschien nog zoeken. De beloning van de lange fietsdag is daar: we vinden een leuk hotel en ontmoeten twee aardige vrouwen, een Zwitsers meisje en een Belgische vrouw, Jasmine. Jasmine zal - net als wij - een dag in Jaipur blijven alvorens door te trekken naar Pushkar. En dat zijn wij dus ook van plan. We zullen dus in de gelegenheid komen om elkaar nog vaker te zien de komende dagen.


Dag 4: Jaipur 0 km

Sightseeing Jaipur. Na bezoek aand e Roze Stad en de paleizen voel ik me ziek. Ik voel dat ik koorts heb. We keren terug naar ons hotel. Ik ga naar bed. Ondanks een temperatuur van 35 graden Celsius in de schaduw, heb ik het ijskoud. Morgen zullen we maar moeten bekijken, hoe ziek ik blijk te zijn.

Reserveonderdelen! Fietswinkel in Jaipur


Dag 5: Jaipur - Phulera - Naraina - Dada 98 km

Ik voel me niet goed maar ook niet al te slecht als ik opsta. We besluiten het erop te wagen, we zullen onderweg wel zien of het wel of niet gaat. We kunnen altijd een taxi nemen. De weg waarmee we Jaipur verlaten is betrekkelijk rustig. Vanaf ons hotel is het niet ver naar het station. Een regionale weg leidt ons vanaf het station naar het platteland. Na tien kilometer bevinden we ons buiten de bebouwing. Nog tien kilometer verder is het landschap echt interessant. We passeren dorpen maar soms ook nomadische tentenkampen. De mensen hebben vrijwel zonder uitzondering echte karaktergezichten. De kleding is traditioneel. Vrouwen hullen zich in lange, kleurvolle sluiers. Vaak zijn alleen de ogen zichtbaar maar soms zijn zelfs de ogen verhuld. De kleuren van de kleding representeren sociale status en familieomstandigheden. Mannen dragen vaak kleurrijke tulbanden, met name oudere mannen. Fietsen door deze gebieden kost tijd. De wegen zijn onverhard en in de steden en dorpen moeten we vaak diverse malen proberen voordat we de goede uitvalsweg vinden.

Tune in op het kalme stromen van de tijd - Willem heeft een ware soul mate gevonden

De theehuizen zijn een speciale ervaring. De wegen waar we over heen fietsen, staan niet op de kaart en de mensen zijn niet gewend aan toeristen of reizigers. Wanneer we plaats nemen in een theehuis, zoeken mannen en kinderen doorgaans voorzichtig contact. Soms zijn de kinderen trouwens ook helemaal niet verlegen. Veelal worden we omringd door vele mensen. Alleen vrouwen maken geen contact. Vrouwen gedragen zich doorgaans voorzichtig ten opzichte van mannen. In Rajasthan leven traditionele opvattingen over verhoudingen tussen man en vrouw. In deze gebieden zijn het de mannen die rechten hebben en de vrouwen plichten. Voor ons, reizigers, is het moeilijk omvast te stellen hoe vrouwen deze ongelijkheid ervaren. Is het echt een probleem? Is de man in staat om de vrouw met liefde en respect te behandelen als de vrouw een zwakke sociale positie heeft in de maatschappij? We zullen het antwoord tijdens deze reis niet vinden, in ieder geval niet het antwoord van de vrouwen.

De kleurrijke vrouwen van Rajasthan. Foto van Willem Hoffmans

Het lukt dus wel om contact te leggen met mannen en die zijn vrij open over hun sociale normen en waarden. Over het algemeen vinden ze westerse vrouwen nogal 'los' en westerse mannen zachtgekookte eitjes omdat ze hun vrouwen niet 'onder controle' hebben. De meeste bruiloften worden nog steeds gearrangeerd door de ouders van het koppel. En de meerderheid vindt dat nog steeds de beste garantie op een gelukkig huwelijksleven en zeker een betere basis dan een 'blinde' liefde die is gebaseerd op fysieke aantrekkingskracht of romantische dromerijen. De Indiérs leven hun romantische dromen uit in de Hindi films, die dan ook vaak zo zoet als siroop zijn.

Meisjes in Rajasthan Meisje in Rajasthan

De vrouw heeft de meeste sociale verantwoordlijkheden en de vrouw draagt de zorg voor de kinderen. Maar de vrouw doet veelal ook het zware fysieke werk. We zien een groep van dertig vrouwen die op hun hoofd grote stenen in een schaal dragen voor wegverbeteringen. Ondanks het zware werk inde volle middagzon zijn de vrouwen in een volledige lappendeken gewikkeld, in prachtige kleuren. Hoogstwaarschijnlijk zijn het hun mooiste kleren. Het zijn nou niet bepaald het type kleren doe prettig in het gebruik zijn bij zwaar werk. Twee opzichters zitten in alle rust op een stoel in de schaduw toe te kijken of de vrouwen wel hard genoeg werken. De opzichters zijn mannen.

Women in traditionele Rajasthan kleding

Na een uur is het pas echt heet. Het zal ongeveer 37 graden Celsius zijn. De zware windstille lucht geeft geen enkele verkoeling, zelfs niet als we vaart hebben op onze fietsen. Ik zweet als een otter. Alles is nat, vooral de contactplaatsen met de fiets. Het zout op de contactplekken zorgt voor de nodige pijnlijke huidirritatie. Ik voel me toch ook nog behoorlijk ziek. Ik heb waarschijnlijk last van Giardia, een parasiet die maagproblemen veroorzaakt. De koorts van gisteren was wellicht de primaire reactie van mijn lichaam op deze ongewenste gast in mijn maag-/darmkanaal. Ik heb weinig tot geen controle over mijn gedachtes: ik drijf maar een beetje voort op een ongecontroleerde stroom van beelden in mijn hoofd. Maar echt heel erg slecht voel ik me ook niet; het gaat nog net. Het is tot zo ver een erg interessante dag en dat weegt ondanks mijn zwakker wordende gestel nog steeds op tegen de ongemakken. Wel voel ik dat ik op het randje zit. Het is tijd om er voor vandaagmee op te houden. We besluiten om naar de Jaipur - Udaipur snelweg te fietsen. Vanaf daar moeten we een taxi kunnen vinden die ons naar Pushkar kan brengen, waar veel hotels zijn. In Dada bereiken we de snelweg. We gaan in een theehuis zitten. Binnen een paar minuten worden we omringd door een grote groep mannen en kunnen we langzaam tot zaken komen. Ik werp de suggestie voor of er misschien lokaal transport naar Pushkar geregeld kan worden. Tienminuten later staat er een mannetje met een auto voor onze neus en weer tien minuten later hebben we een prijs vast gesteld en zitten we in een auto, op weg naar Pushkar.

Willem en de waterbuffels In het sfeervolle Pushkar treffen we Yasmine weer. We verblijven in Hotel Pink Floyd. We hebben het slechte nieuws gehoord dat Rick Wright enkele dagen geleden is overleden en aldus besluiten we in de 'Atom Heart Mother' kamer te slapen, de plaat die het meest de geest van Rick uitstraalt. Maar Pushkar heeft muzikaal veel meer te bieden dan alleen het Pink Floyd Hotel. In een plein vlakbij ons hotel maakt een groep mensen muziek ter herinnering van het twintig jaar overlijden van de moeder van een van de muzikanten. De muzikanten en zangers zijn zo te horen niet de eerste de beste. De tranceachtige beat ontwikkelt zich van een eenvoudige dreun tot een steeds krachtiger, aanzwellend ritme waar steeds meer details doorheen gewoven worden. De intensiteit wordt nog verder versterkt door de enorm krachtige, gedragen emotionele vocalen van de twee hoofdzangers. De kracht van de muziek is dat de complexe structuur van de ritmes en melodielijnen toegankelijk wordt gehouden door het doorlopende basisritme en de steeds terugkerende yells, die in steeds weer nieuwe vormen en gedaanten terugkeren en zodoende opbouwen in intensiteit en betekenis. Zeker honderd mensen zitten in lotushouding te luisteren. Wij zijn ook gevraagd en als we na een drie kwartier het plein verlaten, voelt mijn hoofd helemaal leeg en voel ik me verheven door een euforische energie, een soort katharsiseffekt.


Dag 6: Pushkar 0 km

Een nieuwe rustdag. Niet dat ik een rustdag nodig heb - ik voel me weer helemaal de oude - maar omdat Pushkar het waard is om minimaal een dag te verblijven. Pushkar ligt idyllisch tussen de Aravalli Heuvels en is gelegen aan een heilig meer. Pushkar is een van de heilige steden voor Hindoes en krijgt vele, vele duizenden pelgrims elk jaar. En ook vele, vele duizenden toeristen trouwens. Het meer is erg sfeervol. Het wordt omringd door witte tempels. Bij zonsopkomst nemen we een kijkje in de ghats voor de tempels, waar de pelgrims een spiritueel bad nemen om hun zonden weg te wassen. Wij proberen onze spirituele gevoelens ook via muzikale weg te transcenderen en wel in een percussiesessie onder leiding van een lokale meester. Een manier om iets terug te geven aan de Aarde en aan de mensen.

Pushkar

Pushkar sunrise

Willem en Yasmine zijn al helemaal opgegaan in het ritme als ik binnenkom. Voor Willem en Yasmine is het niet de eerste keer dat ze aan eend ergelijke sessie mee doen. Voor mij zijn het echte meesters van instrumentbeheersing, hoewel er muzikaal zeker wel wat op het resultaat af te dingen is. Maar op het moment dat ik meedoe, wordt het onmiddellijk duidelijk dat de vaardighden van mijn vrienden op een voor mij onaantastbaar niveau liggen. De guru kijkt me intens aan
>>> Je moet niet zo gespannen en geconcentreerd zijn. Je moet de instrumenten behandelen alsof het een vrouw is.
Acacia zonsondergang Als je een vrouw het hof maakt, voel je je toch ook niet zo gespannen?
> Nou, om eerlijk te zijn...
>>> Je moet niet nadenken. Laat het ritme uit je stromen als een rivier.
> Net als de liefde???
>>> Je moet shanti shanti zijn. Je moet je een voelen met jezelf en met je omgeving. Je moet een zijn met het ritme.
Ondanks dat we ons euforisch voelen over onze vorderingen op de locale percussie-instrumenten, kijken de spaarzame voorbijgangers ons met meelijwekkende blikken aan. Steeds meer komen we in het ritme. Steeds meer worden we onderdeel van de flow. Langzaam maar gestaag bouwen we op naar een climax, de meester maakt improvisaties terwijl wij gestaag het ritme opbouwen en uitbouwen. We gaan steeds verder door, een massief ritme rolt als vanzelfsprekend uit onze drums. De binnenwereld valt nu jelemaal samen met de buitenwereld. Of is het andersom? De flow neemt het van ons over. Het ritme bereikt een climax, zwelt nog verder aan. Er is geen binnenwereld meer en ook geen buitenwereld, alleen maar het massieve ritme. En dan, plotseling, is alles shanti shanti...

Apen!


Dag 7: Pushkar - Kurki - Jaraintar 91 km

We willen in twee dagen naar Jodhpur fietsen, de 'Blauwe Stad' en de tweede stad van Rajasthan. Na een ziedende onweersbui gisteravond staat er vandaag een harde tegenwind. Een dikke vormeloze wolkenmassa jaagt over. We dalen af in een soort savanne met spaarzame struiken en acacia's. Het vlakke gebied voor ons ziet er spookachtig uit onder deze vreemde atmosferische omstandigheden. De mensen hier zijn ons niet vriendelijk gezind. Voor het eerst komen we bedelende mensen tegen. Het bedelen gebeurt op agressieve, onvriendelijke toon. Er ontstaam bovendien gevaarlijke situaties als kinderen zich voor onze fietsen werpen of aan tassen sleuren als we voorbij fietsen. Ze vragen om pennen of Rupees, maar zelijken vooral uit te zijn op problemen.

Ik op een obscure zandweg tussen Pushkar en Jodhpur. Foto van Willem Hoffmans

Na anderhalf uur verlaten we de weg voor een onverhard 'way point'-weggetje. Hier is de sfeer onmiddellijk een stuk beter. In feite zijn de dorpen hier armer maar hier zien we lachende gezichten. Mensen zijn uit op een praatje in plaats van geld.

Onze weg is problematisch geworden. In feite is dit helemaal geen weg. Op zijn best kan dit een jeep track genoemd worden, met dien verstande dat jeeps hier ook niet uit de voeten kunnen. Soms rijden we over vlakke rotsen heen. De tracks splitsen zich veelvuldig en komen dan weer samen maar soms ook niet. Het zal steeds moeilijker worden om de weg terug te vinden indien dat noodzakelijk zou zijn. Dan ligt er een rivier voor ons. Geen snelstromende rivier maar meer een meertje. Toch zullen we dit moeten oversteken om Jodhpur morgen te bereiken.

Vrouw in het platteland van Rajasthan

Aldus waden we door de rivier. Na een poosje vinden we een plek waar de overkant van de rivier gehaald kan worden. Het waterniveau is een tijd lang ruim boven onze knieën maar we bereiken de overkant van de rivier. Vanaf daar is het een steile klim naar de oeverwal. Vanaf daar kunnen we weer 'gewoon' met de fiets aan de hand door de struiken lopen om een jeep track te bereiken. We kunnen weer doorreizen. We zijn blij als we het eerste dorp bereiken maar er is een hoop gedoe om de juiste uitvalsweg te vinden. Het tweede dorp heeft een theehuis, waar we eindelijk weer iets kunnen drinken en sweets kunnen bestellen.

Als we zitten, komt een lange man met een enorme slang naar ons toe. Hij richt zich tot mij:
> Wil je even mijn slang vasthouden? Dan kan ik even wat thee bestellen.
>>> Mmm... nou, als je het niet erg vindt, liever niet...
> Okay.
Het is inderdaad niet erg. Hij loopt gewoon door naar een dorpgenoot maar die weigert de slang ook beleefd. Van alle dingen die ik zou kunnen doen vandaag, is een python vasthouden een van de minst aantrekkelijke opties. De sfeer in het theehuis is op alle fronten exotisch. Alle aanwezigen hebben karaktervolle gezichten. De mensen zijn buitengewoon benieuwd wat we doen en waarom. Het is nog niet zo eenvoudig om deze mensen uit te leggen wat er zo aardig is om huis en haard te verlaten, werk en familie, om een beetje rond te fietsen. Maar aan de andere kant, dat is in Europa soms ook moeilijk uit te leggen. We zitten uiteindelijk meer dan een uur in het theehuis.

Man met slang Man in theehuis

We nemen afscheid en trekken verder over de zandweg. Ik voel dat ik nog steeds niet honderd procent beter ben. Gelukkig wordt de weg steeds wat beter. Na elk nieuw dorp komen er nieuwe zijwegen die zich samenvoegen met de onze en steeds wordt de weg iets beter. Even voor het plaatsje Kurki verwisselen we het zand zelfs voor asfalt. Het asfalt is echter in een dermate afgeragde toestand dat de zandweg een stuk minder schokte. Op sommige stukken fiets ik langs de weg in plaats van op de weg omdat het daar beter fietst dan op de weg zelf. Op de plaatsen waar dat niet kan, worden we hardhandig door elkaar geschud, een fysieke kwelling die zijn weerga niet kent met mijn maagproblemen. De dorpen zijn nog wel erg leuk, ook al voel ik me steeds slechter. Wanneer de kinderen ons zien, rennen ze dolenthousiast op ons af. Ze proberen ons te stoppen, net als bij de dorpen bij Pushkar, maar deze kinderen willen alleen maar contact maken. Dan lachen ze verlegen als we tegenover ze staan. Soms komt een vader om een praatje te maken. Soms ook worden de kinderen praatzaam als het ijs is gebroken. Elke keer als we een dergelijke groep verlaten, komen ze ons rennend uitgeleide doen. Aan het eidne van de dag bereiken we het stadje Jaraintar, een vriendelijke plaats aan de provinciale weg naar Jodhpur. We vinden een simpel hotelletje met een vriendelijke ambiance maar slechte voorzieningen. Morgen zal een makkie worden: dan hoeven we alleen maar over de provinciale asfaltweg naar Jodhpur te fietsen.

Meisje met rode doek Jongen met waterkruik


Dag 8: Jaraintar - Jodhpur 104 km

Parkiet bij Jodhpur Ik had afschuwelijke maagproblemen vannacht. Het gros van de nacht heb ik op mijn enkels doorgebracht boven het gat in de vloer dat als toilet dient. De helse geur dat uit het gat kwam, kikkerde me nouook niet bepaald op. En dan was het ook nog eens afschuwelijk heet en broeierig, vanzelfsprekend is er geen airconditioning in de toiletruimte. Nu de nacht voorbij is en de morgenstond is aangebroken, ben ik opgelucht dat het voorbij is en dat we kunnen vertrekken, ook al weet ik niet of ik sterk genoeg ben om te fietsen. Gelukkig is het vandaag een gemakkelijke dag, een vlak parcours over comfortabel asfalt met aan het einde van de dag de betrekkelijke luxe van een toeristenhotel in Jodhpur.

De fietsdag is niet zo interessant. Ik blijk sterk genoeg te zijn om te fietsen en zwak genoeg om me niet te iriiteren aan de saaie route. Willem is helemaal gallisch van verveling en klaagt over elke kilometer die ons scheidt van Jodhpur. Voor mij maakt het niet uit. Mijn maag wordt niet beter van fietsen maar ook niet slechter. De laatste tien kilometer voel ik dat mijn conditie weer achteruit gaat. Het voelt dan toch wel goed als we Jodhpur bereiken. Het immense paleis op de rotspunt ziet er indrukwekkend uit. Ik heb het gevoel dat dit nog wel eens een hele interessante bestemming zou kunnen zijn. We vinden het afgesproken hotel vrij eenvoudig en na een paar minuten arriveert Jasmine toevallig vrijwel gelijktijdig met ons.


Dag 9: Jodhpur 0 km

Het fort en de blauwe stad van Jodhpur Bij het ochtendgloren lopen we met Jasmine naar de heuvel met het paleis. Jasmine is een professionele fotografe; ze heeft interessante foto's op www.jadejade.be. Het is aardig om een professionele fotograaf aan het werk te zien. Het geeft me de mogelijkheid om te zien hoe ze de processen organiseert om foto's te maken van lokale mensen en hoe ze mensen voor haar camera vraagt. Na de zonsopkomst keren we terug naar ons hotel om te ontbijten. Een paar uur later keren we terug naar het paleis, nu om het paleis van binnenuit te bezichtigen. Het kost ons uren om het ghigantische paleis te zien. Dit is een van de meest buitengewone gebouwen van onze planeet. Het paleis heeft honderden kamers, vol met Raj extravaganza. Het gebouw zelf zit propval met details en ornamenten en de uitzichten over de blauwe stad zijn duizelingwekkend. Het paleis ligt majestueus op een hoge klif boven de blauw beschilderde huizen van Jodhpur. Het is gemakkelijk om te vergeten welke rudimentaire belastingen nodig moeten zijn geweest om een gebouw van deze proporties te creëren.

Preparing for a little concert

Het paleis van Jodhpur Het paleis van Jodhpur

Birds! Hitchcock fantasie wordt realiteit in het paleis van Jodhpur


Dag 10: Jodhpur, Osiyan, Jaisalmer 0 km

De Maharaja en de Maharanis, Jaisalmer Vandaag en morgen zullen opnieuw rustdagen worden. We willen Jaisalmer in de Tharwoestijn bezoeken, dichtbij de grens met Pakistan. Fietsen van Jodhpur naar Jaisalmer lijkt bij voorbaat niet al te interessant. Driehonderd kilometer vlak gebied scheidtJodhpur van de woestijnstad Jaisalmer. Jasmine, Willem en ik nemen een taxi naar Jaisalmer, zodat we de Jain tempels van Osiyan kunnen bezoeken. Het tempelcomplex is alweer een buitengewone plaats in Rajasthan. Het is niet de reusachtige schaal dat imponeert maar veeleer de schat aan details. Overal zijn kleine beeldhouwwerken, vaak erotische afbeeldingen. We zijn de enige toeristen tijdens de twee uur dat we spenderen in het tempelcomplex. Dan reizen we verder naar Jaisalmer, een lange, saaie rit. Maar Jaisalmer zlef blijkt sprookjesachtig mooi te zijn. De oude stad ligt op een heuveltop en is volledig omgeven door de muren van een citadel. Het doet denken aan een Arabische stad in de Middeleeuwen. We ontmoeten Akbar, een aardige jongeman die tien jaar heeft geleefd in Australië en Nieuw Zeeland. Akber heeft nu vakantie in zijn geboorteplaats. Hij biedt ons aan om morgen te gaan gidsen. Dat slaan we niet af!

Jain tempel in Osiyan Detail van een Jain tempel van Osiyan

De stadsmuren van Jaisalmer


Dag 11: Jaisalmer, Jodhpur 0 km

Kameel tegen de achtergrond van de stad Jaisalmer We hebben vandaag dus opnieuw een interessant bezoek aan weer een nieuw groot paleis. Ik merk echter dat ik iets teveel pracht en praal heb gezien de laatste dagen. Ik passeer de kamers met Raj extravaganza dan ook zonder veel omhaal en klim naar de top voor de uitzichten over de goudkleurige stad. Akbar blijkt goed gezelschap te zijn. Na het paleisbezoek lopen door de smalle straatjes van de oude stad, passeren de Jain tempels en over en langs de stadmuren lopen we naar het nieuwere, buitenmuurse, deel van de stad. We vinden een goed theehuis waar we een simpele maar erg smakelijke lunch krijgen. Dit is het type gelegenheid dat alleen de lokale bevolking weet te vinden. De meeste toeristen zullen niet in de gelegenheid komenom de dingen te eten die we nu eten.

Uitzicht over Jaisalmer vanaf het fort Meisje in Jaisalmer

Na de lunch passeren we een aantal interessante haveli's, rijk geornamenteerde huizen van rijke zakenmensen uit de negentiende eeuw. Om twee uur moeten we de bus terugnemen naar Jodhpur, dus bedanken we Akbar en aanvaarden we de lange, saaie terugtocht naar Jodhpur. In Jodhpur hebben we ons laatste diner met Jasmine. zij wil naar het noorden reizen, naar Amritsar en Dharamsala, plaatsen waar wij drie jaar geleden alz ijn geweest. Wij zullen naar het zuiden fietsen, naar Udaipur, onze laatste stop in Rajasthan voordat we met bus en trein richting Varanasi zullen reizen. Vanaf daar zullen we naar Nepal fietsen. Maar datis allemaal later.

saddhus in Jaisalmer Jaisalmer

Oude man van Jaisalmer

Busstop in een provinciestadje in Rajasthan Fačade van een haveli in Jaisalmer

Akbar (met Jasmine in de reflectie van Akbars bril)

Jonge vrouw in Jaisalmer Jonge vrouw in Jaisalmer. Foto van Willem Hoffmans


Dag 12: Jodhpur - Bassi - Bujinath 101 km

We staan vroeg op. We fietsen richting Udaipur en het dichtst bijzijnde hotel op onze route zal minimaal 140 kilometer zijn maar misschien ook veel meer. Het zou maar zo kunnen dat de afstand ruim 200 kilometer is. Het gebied tussen Jodhpur en Ranakpur is een grote witte plek op de kaart. Wegen staan niet op de kaart maar we hebben wel wat way points van Google Earth. De kwaliteit van de wegen zal logischerwijs niet hoog zijn. Eigenlijk gaan we op weg voor een mission impossible als we de illusie hebben dat we vandaag naar Ranakpur zullen fietsen. Tegen beter weten in geloven we er toch nog in. Als de weg na vijftien kilometer verslechtert, is de hoop nog steeds niet vervlogen. Tien kilometer verder wordt de weg onverhard en weer vijf kilometer verder zijn we compleet verdwaald.

De Lonely Cyclist in actie. Foto van Willem Hoffmans

Willem op een obscuur weggetje

Het wordt nu wel heel moeilijk. We vinden na enige moeite de juiste weg maar die eindigt in een grote zandvlakte waar onze fietsen diep in wegzinken. We duwen de fietsen door het mulle zand en na een half uurtje ploeteren bereiken we een brede rivier. We waden door de rivier en komen aan de andere kant uit op een normale onverharde weg. Voordat we goed en wel op gang zijn getrokken, blijkt Willem een lekke band te hebben. De band moet geplakt worden. Het meest interessante zijn de dorpen. We zijn weer ongekend populair bij de kinderen. In een van de dorpen worden omringd door zestig schoolkinderen die in dichte hagen om ons heen staan. Een uur lang proberen we de kids te entertainen. We worden beloond met vers fruit waaronder twee reusachtige watermeloenen. Na deze middagpauze boksen we wat tegen de wind in maar na een uur raken we deze keer definitief verdwaald.

Ik en de weg

Kijk uit! Kameel op de weg

Willem duwt zijn fiets door de zandvlakte

To zo ver lukte het ons steeds om een list te verzinnen maar deze keer zijn we echt hopeloos verdwaald. Na het vergeefs uitproberen van alle mogelijke routes zijn we nog steeds niet op de goede koers en noodgedwingen fietsen we dan maar de verkeerde kant op. Het is al half 4, we hebben honderd kilometer gefietst en we zijn hemelsbreed nauwelijks halverwege. Het wordt nu zaak om een dorp te vinden waar we een taxi kunnen regelen. In Bujinath vinden we een chauffeur. De landschappen die we in de taxi langs trekken, zijn schitterend. Het is heel erg zonde dat we dit stuk niet fietsen. We arriveren uiteindelijk in Ranakpur als de schemering invalt. Morgen zullen we de Aravalli Heuvels oversteken naar Udaipur. Morgen zullen we in ieder geval niet verdwalen: morgen rijden we op een doorgaande asfaltweg, een weg die ook echt een weg is en dat op kaarten staat.

Overal vrienden op de weg - De Lonely Cyclist wordt uitgezwaaid door schoolkinderen in een dorp in Rajasthan. Foto van Willem Hoffmans


Dag 13: Ranakpur - Udaipur 100 km

Deze keer ishet Willem die maagproblemen heeft. Willem zegt wel sterk genoeg te zijn om te fietsen vandaag. We gaan van start, we kunnen elk moment stoppen vandaag. Na twee kilometer bereiken we de Jain tempels van Ranakpur. De witte tempels liggen prachtig in een vallei tussen de groene Aravalli Heuvels. Net als bij de tempels van Osiyan zijn de details en ornamenten ongelooflijk. We hangen lange tijd rond in het tempelcomplex en vervolgens trekken we weer verder in de richting van Udaipur.

Tempel in Ranakpur

Jongen in de Aravalli Hills Eerst moeten we over de eerste heuvelrug van de Aravalli Heuvels klimmen. Het voelt lekker om weer eens echt te klimmen, dit is de eerste serieuze klim van de reis. Jammer voor Willem, voelt hij zich juist vandaag zo slecht. Maar de omstandigheden verslechteren niet. Willem kan er nog aardig de gang inhouden en we bereiken de pas. Het blijkt dat er aan de andere kant van de pas geen afdaling volgt. We hebben een soort van vlakte bereikt op een hoogte van ongeveer 900 meter. Naast dit vlakke gebied wisselen heuvels en dalen elkaar af, zowel links als rechts, maar wij blijven op ongeveer dezelfde hoogte. Soms hebben we mooie uitzichten naar de ene kant, soms naar de andere kant. Dit is een vreemde plek. De heuvels zijn grasgroen en de mensen zien er naders uit dan in andere plaatsen in India. Het voelt hier meer Afrika dan India.

Wildlife in Ranakpur

Jain tempels in Ranakpur In een Jain tempel in Ranakpur

Kameleon op de weg

Oude vrouw van de Aravalli Hill Regio

Aravalli Hills

Heuvellandschap bij Udaipur Dan gaat de weg eindelijk omlaag. Een nieuwe snelweg wordt hier gebouwd. Over de snelweg dalen we af naar Udaipur. Er is maar weinig verkeer op de snelweg omdat deze nog onder constructie is. Wellicht is hier helemaal geen snelweg nodig. De enige stad in de omgeving is Udaipur. Onze verbazing is nog groter als blijkt dat de snelweg geen afslag naar Udaipur. Als we Udaipur enkele kilometer gepasseerd zijn, besluiten we maar terug te fietsen. Op de hele snelweg is totaal geen verkeer meer. We vinden een onverhard paadje, waarmee we slagen op een gewone weg te komen, die wel naar Udaipur voert. We bereiken het sprookjesachtige Udaipur, wat mij betreft de paleizenhoofdstad van India. Het Picholameer heeft twee drijvende paleizem en is gedeeltelijk omgeven door een massieve muur van paleizen. Morgen zullen we door de stad rondstruinen. Nu is het tijd om te drinken op de goede afloop van onze fietsreis door Rajasthan. Morgenavond zullen we beginnen aan de reis naar Varanasi, 1.500 kilometer ten oosten van Udaipur. We zullen deze vlakke kilometers niet fietsen, dat zou ons twee weken kosten, welke we liever anders invullen. We zullen naar Varanasi reizen met bus en trein en vanaf daar zullen we naar Nepal fietsen. Het was mooi in de heuvels vandaag, nu willen we naar de bergen...


Dag 14: Udaipur 0 km

Deze dagen moeten we er voor zorgen dat we onszelf en onze fietsen in Varanasi krijgen. Maar eerst struinen we rond in Udaipur. Het diner in de Queen's Restaurant was het beste dat we ooit hebben gehad in India. Of ergens anders. We schuiven gewoon aan bij de dis. Oma is aan het koken terwijl de moeder ons aan de praat houdt en er ondertussen voor zorgt dat de rondkruipende dreumes geen brokken maakt. Soms schiet de moeder de keuken in om te helpen of om bestellingen door te geven. Ondertussen legt ze uit hoe ze koken. Ze blijken meer dan 50 (!) kruiden te gebruiken. Alles dat we eten is om je vingers bij af te likken. We beloven om het restaurant te promoten bij de Lonely Planet...

De paleisstad van Udaipur In het Queen's Restaurant in Udaipur

Het Drijvende Paleis van Udaipur

Adelaar boven Udaipur

In de avond fietsen we naar het busstation, waar we wachten op de bus. Er komt echter geen bus. Als we navraag doen, blijkt onze bus in een obscure straat 500 meter verderop te vertrekken. We haasten ons in de richting, we zijn nog maar net op tijd. De bus gaat naar Jaipur; om zes uur in de morgen bereiken we de roze stad. We hopen aansluitend een trein naar Varanasi te regelen maar dat blijkt veel te optimistisch. De treinen zijn allemaal volgeboekt. We komen niet eens in het veel nabijer gelegen Agra. We zullen het dus met de bus moeten proberen. We weten hier de weg nog en we fietsen in enkele minuten naar het busstation waar we vervolgens de hele morgen moeten wachten op de bus. Die brengt ons in enkele uren in Agra, waar we het vervolg verder moeten uitzoeken.

Udaipur


Day 16, 17: Agra, Varanasi 0 km

En daar staan we dan om 5 uur 's middags in Agra. We zijn de bus uitgeschopt in een obscure buitenwijk, een truc die ze vaker uithalen om toeristen duur vervolgtransport te laten betalen door op die plek met taxi's klaar te staan die vervolgens naar dure hotels rijden om daar nog eens commissie op te strijken. Ons hebben ze natuurlijk niet met deze trucs; we rijden gewoon met onze fiets de binnenstad in en trekken ons eigen plan. Geen probleem. Ware het niet dat het vervolgplan ontbreekt. We vinden het centrale busstation nog net voordat het donker is maar daar blijkt dat vanaf daar geen bussen rijden in de richting van Varanasi. We moeten naar het Interstate Bus Terminal dat hier tien kilometer vandaan ligt, onbekend in welke richting. We kunnen hier ook niet op taxivervoer regelen; de chauffeurs hebben alleen maar interesse in het opstrijken van commissie van hotels. Een man komt naar ons toe, die beweert treintickets te kunnen regelen. Ook niet al te betrouwbaar natuurlijk maar wat kunnen we doen? We besluiten mee te gaan naar een bureautje. Het is duidelijk dat we vandaag Agra niet meer zullen verlaten. Maar als we nu betalen, kunnen zij voor morgen een kaartje regelen, die kunnen we morgenochtend ophalen. En dat moeten we dan maar vertrouwen.

Net als op de ansichtkaarten: de Taj Mahal in Agra

Aldus hebben we alle tijd om de Taj Mahal te bezoeken bij zonsopkomst. Drie jaar geleden hebben we de Taj gezien van de achterkant in de middag, vanaf de Yamuna rivier. Deze keer wil ik de standaard zicht op de Taj hebben, nu ik de kans heb om de Taj op zijn mooist bij zonsopkomst te zien, als de Taj oranje en roze kleurt door de opkomende zon. Willem heeft geen zin om daar vroeg voor op te staan. Natuurlijk is de Taj niet de meest avontuurlijke bestemming van India. Maar de Taj is wel een prachtige harmonieuze compositie. En het is toch echt heel mooi als de roze zonnegloed zich over de Taj ontfermt. Een plaatje dat zich zeker diep in mijn geheugen zal nestelen.

De Taj Mahal De Taj Mahal

Na een hele dag wachten, vertrekt de trein om tien uur in de avond. Ik val in slaap en de volgende morgen rijdt de trein binnen in het station van Varanasi...

De Taj Mahal


Dag 18: Varanasi - Azamgarh 103 km

De Ganges in Varanasi

Varanasi wordt beschouwd als de heiligste stad door de Hindoes, gelegen aan de heiligste van alle rivieren, de Ganges. Elk jaar komen er miljoenen mensen naar Varanasi om zich spiritueel te baden in het water van de Ganges. Of om overleden familieleden te verbranden en hun as uit te strooien over de rivier. Er doen wilde verhalen de ronde over pelgrims die het heilige water drinken terwijl de lijken voorbij drijven. Er zou op grote schaal geprobeerd worden om toeristen te tillen. Dat zou natuurlijk allemaal best waar kunnen zijn maar wij ervaren niets in die richting als we ons even voor zonsopkomst bij de ghats komen. Er hangt een rustige, gewijde sfeer. We vinden eenvoudig een boot om ons te laten rondvaren. Vanaf de rivier hebben we een goed overzicht over alles wat plaats vindt. We zien de pelgrims baden. Wat we niet zien, is drijvende lijken. De verbrandingovens zijn stroomafwaarts van de baadplekken gelegen, het as wordt ook stroomafwaarts van de badende pelgrims uitgestrooid. Sowieso maken de verbrandings-ghats een hygiënische indruk. De ovens branden vele, vele uren, totdat er niets over is dan as. Dat kost een heleboel hout en daarmee een heleboel geld. Het vergt dan ook de nodige fondwerving en organisatie om het proces voor alle mensen toegankelijk te houden. De ovens branden nu al meer dan 4.000 jaar aan een stuk door.

De Ganges in Varanasi

Zonsopkomst over de Ganges in Varanasi

Ik kan er niet zeker van zijn dat in alle gevallen de lijken lang genoeg verbrand worden. De mensen van de ghats vertellen ons over de moeilijkheden om genoeg fondsen te werven om ook de arme mensen te kunnen helpen. Alles bij elkaar maken de verbrandings-ghats een betrouwbare en goed georganiseerde indruk, al is dat moeilijk om in korte tijd vast te stellen. Tot zover de feiten zoals ik die hier en nu constateer.

De impressies, de uitzichten, de atmosfeer is onvergetelijk. Ten eerste is daar de zonsopkomst, waarbij de zon prachtig wordt weerkaatst door het water. De Ganges heeft een lange rij van ghats met grote tempels, een buitengewoon gezicht. Als de zon steeds verder boven de horizon klimt, wagen zich meer en meer pelgrims in het water. Mannen dragen alleen ondergoed, de vrouwen baden compleet met hun mooiste sari's in het heilige water. Sommige mensen drinken het rivierwater, anderen lijken dat niet te doen. Alles bij elkaar is het een mooi en sfeervol ritueel. Als we terugvaren naar ons hotel, is het ondertussen al druk met badende en zwemmende mensen. We gaan nu ontbijten en na vier dagen van reizen, zullen we nu weer gaan fietsen, naar het noorden, in de richting van Nepal.

De heilige rivier Ganges en de ghats van Varanasi

De heilige rivier Ganges en de ghats van Varanasi

Noord India is vlak en groen en er leven verschrikkelijk veel mensen. Varanasi zelf heeft twee miljoen inwoners en is een van de zes (!) steden van de provincie Uttar Pradesh met meer dan een miljoen inwoners. De rivieren de Sutlej, Ganges en Brahmaputra zorgen voor een grote laagvlakte die zich uitstrekt van Rajasthan in het westen tot Assam in het oosten. Varanasi ligt halverwege; slechts driehonderd kilometer noordelijk liggen de eerste heuvels van de Himalaya. De weg die ons uit Varanasi leidt, is betrekkelijk rustig voor een weg door een miljoenenstad. De weg is slechts twee rijlanen breed en is niet de hoofdroute van Varanasi naar Nepal. Als we Varanasi achter ons hebben gelaten, is de weg nog steeds druk. We fietsen door overwegend landbouwgebieden maar langs de weg is er vrijwel ononderbroken lintbebouwing, waardoor we eigenlijk alleen maar tegen huizen aankijken en nauwelijks gewassen zien laat staan natuur.

Op de weg tussen Varanasi en Gorakhpur

In feite zijn er geen hoogtepunten wat betreft natuur of cultuur en is er eigenlijk niet zo veel te zien. De mensen zijn moderner gekleed dan in Rajasthan. Tegelijkertijd is de sfeer minder speciaal, meer 'normaal'. Toch is het goed toeven hier. We hebben de laatste weken veel paleizen, tempels en 'gekke dingen' gezien. Het volet voor nu goed om gewoon te fietsen, niks meer en niks minder. En het blijft leuk om contact te hebben met de lokale bevolking, om het alledaagse leven van gewone mensen te volgen in de theehuizen, op straat, in de winkels. En India is India: er zijn altijd gekke kleine verrassingen. Positief of negatief, dit is een speciaal land - zelfs in minder interessante gebieden.

Op weg richting Nepal


Dag 19: Azamgarh - Dohrighat - Gorakhpur 110 km

Het is heet en warm. Begin Oktober is demoesson doorgaans nog niet helemaal verdreven in deze regio en ook nu niet. Het regent niet nu, het is zelfs helderder dan gisteren. Maar het kan hier binnen korte tijd omslaan. Meer dan in Rajasthan zweet ik zo veel, dat ik de hele dag door drijfnat ben. Zelfs als we langzaam fietsen blijf ik aan een stuk door drinken om het vochtverlies te compenseren. Gelukkig zijn er theehuizen, waar we vers water kunnen kopen. En de thee is ook belangrijk. De suikers in de thee houden het vocht goed vast. We zouden zeker uitgedroogd zijn zonder de Indiase masala thee! De masala thee of chai is zoet, kruidig en zijn derhalve altijd goed voor een shot energie. Het is volgens de mensen hier helpzaam tegen maagproblemen en andere lichamelijke klachten. Over het algemeen geldt dat hoe meer shabby een theehuis eruit ziet, hoe beter de chai is. Het is hier geen toeristengebied, zodat hier alleen maar theehuizen zijn die cateren voor de lokale bevolking. Hier krijgen we alleen maar hoge kwaliteits-, krachtige Indiase chai, geen slappe toeristenbak. Het meest sympathieke theehuis wordt gerund door een Nepali man die in zijn Nepalese jeugd veel heeft gefietst. Hij laat ons een hele oude barrel van een fiets zien. 'Dit is een slechte plek', verexcuseert hij zich, 'maar wat kunnen we doen?'. Hij heeft geen liquide middelen om het theehuis te verbeteren. Maar volgens mij is dit helemaal geen slechte plek. Arm wellicht, maar de mensen doen wat ze kunnen om zich een weg uit de armoede te vechten.

Theehuis tussen Azamgarh en Gorakhpur

Het ochtendprogramma is best interessant met kleine meren en met vrije uitzichten over groene gebieden en met wat minder lintbebouwing dan gisteren. In de middag fietsen we over de hoofdweg van Varanasi naar Nepal. De weg is dan ook drukker. En de weg is slechter. De weg zit vol met gaten en is heel erg onregelmatig. Het is pijnlijk om na een hele dag excessief zweten te stuiteren over deze 'meer lagen' weg. Mijn schterwerk moet er zo te voelen uit zien als dat van een mandril en zo zout als de Dode Zee. Het krijgt steeds hardere klappen te verduren op deze stuiterweg.

Tussen Varanasi en Gorakhpur

Aan het einde van de dag bereiken we Gorakhpur, een stad van ongeveer een miljoen inwoners, gelegen op de kruispunt van wegen tussen noord en zuid (van Nepal naar Varanasi) en oost en west (van Kolkatta naar Delhi). Gorakhpur iseen gewone Indiase stad, niks meer en niks minder, er zijn geen grote paleizen of tempels, het is ook geen heilige stad. Vandaag is een festivaldag voor de Hindoes en op de hoofdstraat zijn enkele neon verlichte tempels voor de gelegenheid uit de grond gestampt. Een feest van kleur of ongepaste kitsch? Het is een beetje als kerstmis in ons eigen land.

Straattafereel in Gorakhpur

Festival in Gorakhpur


Dag 20: Gorakhpur - Pharenda - Sunauli - Siddhartanagar 106 km

Een nieuwe vlakke etappe. We hebben goed asfalt vandaag maar de omgeving is niet al te interessant. We hadden gehoopt om de Himalaya in de verte te zien liggen maar zelfs als we de grens met Nepal bereiken, zijn er nog altijd geen bergen in zicht. Slechts twintig kilometer scheiden ons nu nog van de Himalaya maar de moessonwolken blokkeren het zicht. We zijn bang dat de bergen zijn verdwenen. Morgen moeten we maar kijken of de bergen er nog wel zijn.

De grens is heel erg druk. De formaliteiten worden wel snel afgewikkeld. We staan nu definitief in Nepal. Een grote file van vrachtwagens kunnen gepasseerd worden door naast de weg te fietsen, in de berm dus. Na vier kilometer bereiken we Siddhartanagar, de grensstad van Nepal, waar we een hotel vinden.


Dag 21: Siddhartanagar - Butwal - Tansen 64 km

Het weer wordt opnieuw bepaald door de moesson. Vandaag is het al volledig bewolkt als we opstaan. We rijden over de twintig kilometer lange wegnaar Butwal, de laatste stad voor de Himalaya. Hier zal de Siddharta Highway zich omhoog slingeren over de eerste heuvelrug van de Himalaya om te eindigen in Pokhara, aan de voet van de echte Himalaya. Dat is waar we naar op weg zijn. Slechts tien kilometer voor Butwal kunnen we eindelijk de eerste contouren van de eerste heuvels ontwaren. De hoogste heuvels zijn 2.000 meter hoog. Dat zorgt voor een imponerende muur, aangezien we ons nu nog onder de 100 meter bevinden.

Collega in Siddhartanagar, Nepal

Op wef naar de eerste Himalaya heuvelrug bij Butwal, Nepal

Willem in de eerste heuvels van de Himalaya Als we Butwal uit fietsen, begint de weg te klimmen. Een minuut later zijn we omringd door een steil berglandschap. De vallei waar we doorheen fietsen is donker, groen en claustrofobisch smal. Vanwege de al maar donker wordende moessonwolken hangt er een vreemde sfeer in het dal. We willen klimmen naar Tansen, een klein middeleeuws stadje op de eerste heuvelrug. Dat is een lange weg omhoog. En het zal zeker ook een natte dag worden, als de regen dan eindelijk op ons neerdaalt. Regenen? De hemel is opengebarsten. De vallei trilt onder de dreunende onweersklappen en de regen komt neer met druppels zo groot als kiezelstenen. Dit is een moessonbui van het type dat volledig niet over waait. We zoeken beschutting. Als de ergste onweer even voorbij is, fietsen we verder. Fietsbare periodes wisselen theehuisperiodes af, afhankelijk van de afstand tot de onweersklappen. De regen is aanhoudend maar koud hebben we het niet. We bevinden ons niet hoog en het is dus niet koud. Het duurt wel een poos voordat we echt hoogte winnen op deze manier. Ondanks hetbeperkte gezicht door de laaghangende wolken en de hagen van regen is het prachtig fietsen hier. Na enkele uren wordt het toch nog droog en hebben we de eerste uitzichten. De zon breekt er zelfs nog doorheen de laatste paar kilometers. We bereiken Tansen. Onder ons ligt een bed van witte wolken, omgeven door de groene heivels die boven de wolkenzee uitsteken. Dit is waarom de lokale bevolking dit het 'Witte Meer' noemt. Het stadje zelf heeft een prettige sfeer. We klimmen naar de top van de Heuvelrug maar er is geen uitzicht. De heuveltoppen hangen in de wolken. We zullen geduld moeten hebben voor uitzichten op de bergen met sneeuwtoppen.

Dal Bhat, de traditionele dagelijkse maaltijd voor vele Nepali


Dag 22: Tansen - Waling - Syangja - Pokhara 131 km

Jongen poseert met mijn fiets in Tansen We dalen af door de steile straten van Tansen, terug naar de Siddharta Highway. De Siddhart Highway is genoemd naar Siddharta Gautama, die is geboren in het nabij gelegen Lumbini. Siddharta Gautama was geboren als prins en gaf zijn titel en luxe leven op en werd bekend als de Boeddha nadat hij de staat van verlichting bereikte in Bodh Gaya, India. Het pad naar verlichting houdt in dat het afgescheiden zelf moet worden opgegeven en vereist de wil en toewijding om een instrument te worden voor het welzijn van de omringende wereld. Cruciaal in de weg naar realisatie is dat er geen zelf bestaat, anders dan in onze zelfgekozen conceptie. Verlichting wordt bereikt door het volledig opgeven van de aangeleerde conceptie van dit zelf. Dat houdt in dat volledig losgekomen moet worden van wereldse goederen en geneugten en van persoonlijke ambities. Het gaat heirbij om het loskomen van deze drijfveren voor persoonlijk gewin. Dat wordt door Boeddha geenszins gelijkgesteld met het afzweren van deze drijfveren. Bij het afzweren an sich is de afscheiding tussen het zelf en de buitenwereld niet opgeheven en kan zelfs versterkt worden, bijvoorbeeld door gevoelens van jaloezie jegens mensen die deze aardse geneugten niet afzweren. Verlicht zijn is een staat van continue liefde of compassie en geluk en het volledig vrij zijn van de wereld van oorzaak en gevolg, leven en dood en de dualiteiten die zo zeer deel zijn van onze levens.

Nepali jongen op de Siddharta Highway Rijstvelden in de heuvels van de Himalaya

Je zult nooit iets bereiken zonder doelen in je leven maar ik ben nog ver verwijderd van een staat van verlichting, zo realistisch moet ik welzijn. Maar op dit moment volg ik het pad van Siddharta in naam, als we onderweg zijn op de Siddharta Highway naar Pokhara. En die weg is wel een hele mooie. Het is prachtig weer vandaag, hoewel het nog niet zo helder is, dat we uitzichten naar de hoge himalayatoppen hebben vanaf de eerste Himalayapas. Een lange, spectaculaire afdaling brengt ons duizend meter lager bij de Kali Gandakirivier.

Portrwt van een Nepali meisje Portret van een Nepali meisje

Een nieuwe klim brengt ons in een nieuw dal. Er zijn een heleboel kinderen in Nepal. Dat is een bekend feit - de gemiddelde leeftijd ligt onder de twintig jaar - en duidelijk zichtbaar in de dorpen en langs de weg. De kinderen zijn aardig, vriendelijk en hebben soms al buitengewoon goede sociale vaardigheden. Het valt op hoe goed de mensen er uit zien. Nepal is volgens de statistieken een van de armste landen van de wereld maar ik zie nergens te dikke en nergens ondervoede mensen op de Siddharta Highway. Overal zijn mooie vrouwen, mannen zien er sterk en gezond uit, net als de kinderen.

Rijstvelden in de heuvels van de Himalaya

Siddharta Highway

Het landschap is ook speciaal. Overla zien we steile sawa's. De steile rijstvelden worden afgewisseld met beboste gebieden. Er hangt een prettige sfeer in de dorpen en de weg is niet te druk. Het leukste is echter het contact met de mensen en zeker met de kinderen die zich enthousiast voor onze fietsen of fototoestellen duiken. De Siddharta Highway heeft de juiste naam en is waarschijnlijk een van de fijnste fietsroutes van Azië. We fietsen de hele dag en bereiken Pokhara als de avond valt. Het is helemaal donker als we opzoek gaan naar een hotel aan het Dal Lake, het grote meer van Pokhara. Het is handig om een hotel te vinden in dit toeristische gebied aangezien we morgen de nodige zaken willen regelen voor het maken van een grote trekking. Het plan is om rond het massief van de Annapurna te lopen, een van de meest populaire trekkings van Azië. Het duurt nu niet lang meer voordat we omringd worden door de 'echte' Himalayabergen...

Dal Lake, Pokhara


Dag 1: Besisahar - Khudi - Bhulbhule -Ngadi - Bahundanda 17 km

Alle groepen hebben op hetzelfde moment ontbijt. Er is een Franse en een Spaanse groep in ons hotel, die gelijktijdig met ons ontbijten. Het verbaast me dat er andere groepen zijn. Gisteren was een festivaldag, waarop de toersitenbussen niet reden. Willem en ik probeerden desalniettemin toch Besisahar te bereiken, het beginpunt van de trekking rondom het Annapurnamassief. Dat bleek wonderwel vrij eenvoudig goed te komen. Er bleken heel veel lokale bussen op weg te zijn om mensen naar bun familie te vervoeren. Een heleboel mensen wel te verstaan. Tientallen bussen reden af en aan, propvol met mensen in de bussen en propvol met mensen op de bussen. De laatste dertig kilometers door de bergen mochten wij de wereld ook bezien vanaf het dak van de bus, beslist de mooiste busrit die ik heb mogen meemaken. En dan was er ook nog eens een fantastische sfeer. Al met al een onverwacht mooie prelude op de trekking.

Het begin van de Annapurna Circuit in Besisahar Ik loop over de hoofdstraat van Besisahar

De trekking rondom de Annapurna is geen volledige ronde maar meer een lave cirkel of een hoefijzer. De trekking begint dus in Besisahar, ten zuiden van de Himalaya op een hoogte van 800 meter. De trekking volgt de loop van de Marsyangdi rivier noordwaarts, langs de rivier loopt de route dwars door het massief van de Himalaya, zonder een pas te hoeven oversteken. Daarna buigt zowel de rivier als de trekking naar het westen. De route loopt dan ten noorden van het Himalayamassief. Het hoogst punt van de route is de Thorang La, de pas die de vallei van de Marsyangdi scheidt van de vallei van de Kali Gandaki. Deze Kali Gandaki stroomt ook dwars door het Himalayamassief heen, en passant het diepste kloofdal van de wereld vormend. Wederom hoeft er geen pas te worden overwonnen om aan de andere kant van de Himalaya te komen. Toch moet er nog geklommen worden naar Poon Hill, een uitzichtberg. Daarna voert de route verder naar het zuiden naar Nayapul, het eindpunt van de trekking.

Willem passeert het dorp Bhulbhule

Om half negen beginnen we te lopen. Besisahar blijkt nog een verrassend groot dorp te zijn. Het duurt meer dan een half uur voordat we de laatste bebouwing achter ons hebben gelaten. Asfalt wordt vervangen door een jeep track.

De wereld om ons heen is diep groen. De vallei is hier nog breed en zo ver het oog reikt zijn er dichte bossen te zien. Het is heet en vochtig, ideaal klimaat voor dit tropische regenwoud. De bergen aan weerszijden van het dal rijzen steil op maar dit zijn nog niet de echte Himalayabergen. Wel kan elk moment de eerste hoge Himalayatop opdoemen. Een berg van meer dan zevenduizend meter hoogte of misschien zelfs de 8.163 meter hoge Manaslu, de op zeven na hoogste berg van de wereld. Maar de hoge bergen laten zich nog niet zien. Nog niet.

Willem tussen Besisahar en Khudi In Khudi zitten we in een theehuis achter een kopje Nepali thee. We zitten recht tegenover een reuzenschommel die boven de weg hangt. De constructie bestaat uit vier meters lange bomboestokken, die juist langs de weg in de bodem zijn geslagen en ongeveer 10 meter boven de weg zijn samengeknoopt. Recht onder dit verbindingspunt hangt de schommel. We hebben deze constructies erg veel gezien in de Pokhara regio maar dit is wel de grootste schommel tot dusverre. Deze keer zijn er geen kinderen aan het spelen. Een boze man is bezig met een speech. Ik spreek geen woord Nepali dus de crux ontgaat me maar wat wel duidelijk wordt, is dat de sfeer snel uit de hand begint te lopen. De woorden sorteren effekt op een deel van de omringende mannen en de sfeer wordt agressief. Vrouwen verzamelen hun kroost en verlaten stilletjes het strijdtoneel. Dat is het teken dat wij hier ook weg moeten. We rekenen af en passeren het strijdtoneel ongeschonden. Andere toeristen zien het gevaar niet en staan doodleuk te fotograferen.

De Himal Chuli, 7.893 m hoog, torent zevenduizend meter boven het regenwoud uit In Khudi eindigt de jeepweg en lopen we eindelijk over een klein voetpad. Het volgende dorp Bhulbhule is de entree van de Annapurna trekking. Het papierwerk is snel afgehandeld en we kunnen onze weg vervolgen. Na enkele minuten lopen krijgen we uitzicht in een zijdal en zien we de Himal Chuli zevenduizend meter boven onze hoofden uittorenen. Ik heb al de nodige schitterende uitzichten gezien in mijn leven maar mijn adem stokt toch even. Ik heb nooit een dermate hoge berg gezien anders dan een stipje aan de horizon van heel grote afstand. De Himal Chuli is 7.893 meter hoog. Ik had van tevoren niet verwacht dat we dergelijke uitzichten al op de eerste dag zouden krijgen. De zuidzijde van de Himalaya hangt bijna altijd in de wolken, zeker midden op de dag.

De Himal Chuli, 7.893 m hoog, torent zevenduizend meter boven het regenwoud uit

We passeren de nodige landschappelijke schoonheid. Een reusachtige waterval is wel het meest indrukwekkende hoogtepunt. In Ngadi pauzeren we voor een lunch. Een jongeman komt naast ons zitten en we zijn een groep van drie.

Reuzenspin op de Annapurna Trail Na Ngadi begint het voetpad voor het eerst te klimmen. We passeren groene rijstvelden en sfeervolle dorpen met lemen huizen, houten huizen en stenen huizen. De temperatuur is ruim bovend e dertig graden en we zweten alseen otter gedurende de klim. Maar na een paar weken India in de postmoesson is dat een vertrouwde ervaring. De klim naar Bahundanda is prachtig. Overal langs de route zijn kinderen aan het spelen en de mensen maken makkelijk contact. Bahundanda zelf is een mooi dorp, een paar honderd meter boven de Marsyangdi rivier op een natuurlijke schouder in het landschap. Vanuit het dorp zijn er mooie uitzichten in beide richtingen. We besluiten hier te blijven; dit is een mooie plek om de rest van de middag te relaxen. De hele avond spelen we Shithead, een kaartspel dat ik nog niet kende. Gary blijkt goed gezelschap met zijn platte Manchester accent, zijn vreemde humor en de volledige absentie van goede manieren. Dit is dus op alle fronten een vliegende start van de trekking en belooft veel goeds voor de komende tijd. Ik ben benieuwd naar wat voor mensen, dorpen en landschappen we de komende weken zullen ontmoeten.

Vrouw en kind in de rijstvelden bij Ngadi


Dag 2: Bahundanda - Ghermu - Jagat - Chamche - Tal 17 km

Huidig en toekomstig personeel van onze lodge in Bahundanda We hebben een goed verblijf gehad in Bahundanda. Het gasthuis wordt goed gerund en het personeel is vriendelijk. Een meisje van rond de achttien jaar oud spreekt goed Engels en is in feite degene die de dagelijkse gang van zaken leidt. Maar ze doet hetgoed en zelgverzekerd en ze doet het met een lach.

Vanaf Bahundanda dalen we af naar de rivier, De vallei wordt naar het noorden toe steeds nauwer. Kleine terrassen van rijstvelden hangen tegen de steile hellingen, een adembenemend gezicht. We komen steeds dichter bij de hoge Himalaya. De riviervallei wordt steeds nauwer. De riviervallei is nu claustrofobisch smal. Hier worstelt de rivier zich door de Himalaybergen. Het is een raar idee, aangezien we ons op een hoogte van nauwelijks duizend meter hoogte bevinden en aangezien we in de kloof geen uitzichten hebben op sneeuwbedekte bergtoppen.

Ik op een hangbrug over de Marsyangdi rivier

Op de steile hellingen zijn geen rijstvelden meer. Er zijn ook nauwelijks dorpen meer. Er komen gigantische watervallen naar beneden gestort aan beide zijden van de Honderden plantensoorten op de Annapurna Trail Marsyangdi. Hele series van grote landslides liggen langs de rivier die zonder genade dwars door de bergen heen snijdt en continu de boel ondergraaft. De kracht van het water is sterk genoeg gebleken om dwars door de Himalayabergen heen te breken. De vele landslides zorgen er voor dat de route steeds weer cerlegd wordt. Soms moet de rivier met een duizelingwekkende hangbrug overgestoken worden. Juist voor het plaatsje Tal passeren we de Spaanse groep. Mijn Spaans is niet zo goed meer maar het lukt me nog aardig om discussie te voeren. Er zijn een aantal ineteressante mensen in de groep. Er zijn nog meer interessante mensen op pad, zoals Dan en Danny uit New York. Het lijken ervaren trekkers te zijn. Het zijn de ontmoetingen met de mensen die een trekking als deze zo speciaal maken.

Geit

De laatste kilometers naar Tal zijn interessant. De kloof is bijna vertikaal en het pad moet honderd meter boven de rivier klimmen om vervolgens af te dalen naar een eenzame zandbank in de rivier, het enige stukje vlak in een volkomen vertikale wereld. In dat vlakke stukje langs de rivier ligt het dorp Tal. We vinden een gasthuis dat blijkt te worden gerund door drie mooie jongedames. Het leven is zo slecht nog niet...

Waterval Hoog boven de rivier bij Tal


Dag 3: Tal - Karte - Bagarchhap - Danaqyu - Thanchok 16 km

Ik sta weer vroeg op om de zonsopkomst te zien. Deze keer wordt deze moeite wel heel erg beloond. De kloof is nog diep zwart van de schaduw als het eerste zonlicht de hoge Himalayatoppen verlicht. Een buitengewoon uitzicht. Het voelt alsof we ons hoog in de Himalaya bevinden maar nog steeds bevinden we ons betrekkelijk laag op 1.700 meter hoogte. Het is verrassend koud hier in de vroege morgen.

Eerste zonlicht in de kloof van de Marsyangi rivier Eerste zonlicht in de kloof van de Marsyangi rivier

Eerste zonlicht in de kloof van de Marsyangi rivier

Na een half uur keer ik terug in onze lodge. De anderen zijn net opgestaan en we ontbijten samen. Als we vertrekken, is de kloof nog altijd in een diepe schaduw gedompeld. We passeren enkele Mani Walls, rijen van op elkaar gestapelde en beschilderde stenen voor een overleden bekende. Het is een Tibetaanse of Himalaya Bieddhistische traditie net als het gebruikmvan gebedsvlaggetjes, een gebruik dat ook in dit deel van de Himalaya veel voorkomt. De rode, gele en groene vlaggetjes Zijn beschreven met gebeden die worden verspreid door de wind. Dan zijn er de gebedsmolens. Door de wielen met de hand in beweging te zetten, worden de op de wielen beschreven gebeden verspreid. Tenslotte zijn er dan nog de stupas of chorten, de witte of aardekleurige structuren die alle wereldlijke tot spirituele niveaus vab (menselijk) bestaan representeren.

Willem trekt voorbij in een dorp

Een drager loopt voorbij een rij gebedsmolens

Gebedsmolens

De hele morgen lopen we door het kloofdal. Het is schitterend weer met diep blauwe luchten boven ons. In Bagarchhap hebben we min of meer het kloofdal gepasseerd. We hebben de eerste grootse Himalaya uitzichten na de Himal Chuli, 50 uur geleden. Na een poosje komt de 8.163 meter hoge Manslu binnen ons gezichtsveld, een vand e veertien bergtoppen die hoger is dan 8.000 meter. Slechts zeven bergen zijn hoger dan de Manaslu. In de andere richting laat de Annapurna II haar zich zien, getooid in een gevaarlijke witte gewaad van puur ijs, dat enkele duizenden meters verticaal voven het dal uit torent. Majestueus en trots domineert ze tussen haar ijsbroerthes en -zusjes. Alleen de Mansalu is nog hoger. Maar het is niet alleen de grootsheid en immensiteit van het landschap dat de adem afsnijdt; het is ook de subtiele microwereld van veelkleurige bloemen dat indruk maakt.

Himalaya view Himalaya view

Soms passeren we sfeervolle dorpen met vriendelijke, lachende mensen. We passeren kleine kloosters, lijnen van gebedsmolens, stupa's; overal zijn gebedsvlaggetjes. En dan zijn er de collegatrekkers op weg. We ontmoeten Dan en Danny weer, twee bijzondere mannen die de spirit er goed in hebben. Na Danaqyu klimt de route steil door eem donker en mysterieus woud met vreemde, donkere bomen. Het woud doet denken aan de nevelwouden die ik heb gezien in de overgangszone tussen de Andes en de Amazone in Peru en Bolivia. Inderdaad is het woud gedeeltelijk gehuld in nevels en wolken. Het is koud en vochtig als we Thanchok bereiken aan het einde van de klim. We bevinden ons nu op 2.700 meter hoogte.

Excentrieke bomen tussen Danagyu en Thanchok

Landschap tussen Danagyu en Thanchok

De Manaslu, 8.163 meter hoog

We vinden een lodge in Thanchok. Na korte tijd passeren Dan en Danny onze lodge en besluiten ook hier te overnachten en even later komen nog twee trekkers die we regelmatig zijn tegengekomen. Het is een leuke groep nu. Even later hebben we een buitenwereldse zonsondergang die de Manaslu eerst in geel, dan in vurig oranje en uiteindelijk in warm roze kleurt.Dit is een van de mooiste zonsondergangen die ik heb gezien, hooguit geëvenaard door een of twee Chileense zonsondergangen. De geweldige atmosfeer in de trekkersgroep in de avond is de perfekte afsluiting van een perfekte dag. We hebben nu in drie dagen vijftig kilometer gelopen en we zijn nog niet halverwege de klim. Het voelt goed dat we er nog lang niet zijn.

De Manaslu, 8.163 meter hoog Het Massief van de Manaslu (8.163 m)

Het Massief van de Manaslu (8.163 m)


Dag 4: Thanchok - Koto - Chame - Bhratang - Lower Pisang - Upper Pisang 21 km

Een nieuwe dag. Opnieuw sta ik vroeg op voor de zonsopkomst. Was het gisteravond de Manaslu in het oosten die als laatse nog door de zonsondergang zo prachtig werd beschenen, nu is het de Annapurna II in het westen, welke als eerste door de zonsopkomst wordt verwelkomd. De hemel is weer staalblauw en de Annapurna II wordt beschenen door krachtig wit licht. Een zwarte heuvel op de voorgrond wordt nog bedekt door de schaduw. De vroege ochtendwandeling is alvast een perfekte prelude van wat nog komen gaat. Als ik terug loop, kom ik Willem tegen die dus ook vroeg is opgestaan voor de zonsopkomst.

Annapurna II (7.939 m)

Als we terugkeren, is Gary ookopgestaan. We ontbijten samen. Als we klaar zijn met het ontbijt, rekenen we af en zie ik hoe we werktuiglijk de spullen bij elkaar rapen en vertrekken. Het is eigenlijk zonde dat we nu zonder de anderen vertrekken; ik weet niet of we nuwel goed bezig zijn. Ik ben er nog niet uit maar moet vaststellen, dat we simpelweg al op op weg zijn.

Uitzicht van Thanchok

Uitzicht van Thanchok

We lopen door de dorpen Koto en Chame die een Tibetaanse sfeer ademen. Na Chame bevinden we ons weer in een kloofdal. Steile honderden meters hoge wanden omgeven ons maar blokkeren zodoende ook eventuele vergezichten. Dit is niet eenvan de meest interessante onderdelen van de trekking. We lopen werktuiglijk door en na twee tot drie uur lopen bereiken we een gigantische glaciale morenewal. Iets verder lopen we langs een rotspunt en opeens hebben we een uitzicht over het compleet gladde oppervlak van een 1.500 meter hoge amfitheater van rots. Dit is opnieuw een landschappelijk hoogtepunt van ondenkbare proporties. We steken de rivier de Marsyangdi over en we klimmen omhoog tegen de morenewal. Door een dicht naaldbos lopen we verder in de richting van Lower Pisang. Soms zien we een glimp van de massieve rotsmuur.

Door gletschers gevormd amfitheater van rots, Bhratang

Enkele duizenden meters verticaal ijs op de Annapurna II (7.939 m) We passeren kleine idyllische bergmeertjes en uiteindelijk bereiken we de brede vallei waarin Lower Pisang ligt. Veel mooier gelegen is Upper Pisang dat honderd meter boven het dal ligt met superieure uitzichten op de Annapurna II aan de overzijde van het dal. We gaan naar Upper Pisang om daar een lodge te zoeken. Na het inchecken, bezoek het klooster in Upper Pisang met mooie fresco's. Deze keer hebben we geen efficiënt gerunde lodge. De eigenaar vergeet alles binnen tien seconden, wordt continu aangeklampt door gasten die ook ergens op wachten. Zo heb ik na vijftien keer vragen en anderhalf uur wachten eindelijk een emmer koud water om me mee te douchen. Er is ook warm water maar ik ben al lang blij dat ik iets heb. De bestelling duurt ook tien navragen en anderhalf uur wachten totdat zijn vrouw maar de rekening komt opnemen. Vijftien minuten later hebben we toch nog een maaltijd.

Willem in Lower Pisang

Oude vrouw in Lower Pisang

Upper Pisang


Dag 5: Upper Pisang - Ghyaru - Ngawal - Bhraga - Manang 20 km

Ik word wakker met een maag-darmkanaal die er vandaag echt helemaal geen zin in heeft. Ik heb de hele nacht niet geslapen en na het ontbijt heb ik een lang bezoek aan het toilet. Ik voel me verschrikkelijk na het toiletbezoek maar ik kan wel lopen. We zullen wel zien wat er gebeurt, er zijn lodges genoeg op deze trekking.

Roze morgenlicht

Upper Pisang

Ik heb dus te maken met een glorieuze comeback van de giardia parasieten. We nemen de hoge route over Ghyaru en Ngawal. Er is ook een lage route door het dal van de Marsyangdi maar die route lijkt niet zo interessant. We klimmen naar het Tibetaans aandoende dorp Ghyaru op 3.730 meter hoogte, het hoogste punt tot dusverre. Het dorp ligt 400 meter boven de vallei. We hebben een fantastisch uitzicht over de de vallei van de Marsyangdi en de complete Himalayaketen van Annapurna II, Annapurna IV, Annapurna III, Gangapurna en Tilicho Peak, allemaal bergen tussen 7.000 en 8.000 meter hoog. Het beste uitzicht hebben we over de Annapurna III, die recht tegenover ons ligt, aan de overzijde van de rivier de Marsyangdi. Aan onze kant van de rivier zijn de bergen een stuk lager maar nog altijd boven de 6.000 meter hoog.

Annapurna III

Op de weg naar Ghyaru

Annapurna III

Als we Ghyaru bereiken, moet ik onmiddellijk op zoek naar een toilet. Ik vind een toilet, maar de kwaliteitsnormen van een toilet worden zeker niet gehaald, hoe laag deze normen ook ook gelegd worden. De grootste, ondenkbare nachtmerrie op dit gebied - deze toilet is erger. Er is geen gat in de vloer en de rest laat zich raden. Mijn darmen laten het niet toe om nog verder op zoek te gaan. Ik moet bijna overgeven van de stank en ik voel me als een levend lijk als ik uit de toilet kom.

Ghyaru

We drinken een kop thee in het dorp. Daarna voel ik me nog steeds slecht, hoewel de mooie uitzichten het lopen erg verlichten. ik loop nu heel efficiënt, niet te hard en niet te zacht, zo lang ik niet te veel energie verspil, gaat het toch nog best en heb ik nog aardigheid in het lopen ook. De route loopt ongeveer vlak, soms dalen we wat en soms stijgen we wat. We komen uiteindelijk in Ngawal, een nieuw dorp met Tibetaanse sfeer. Juist voor het dorp is een restaurant, waar we luchen. Ik heb geen trek maar ik probeer wel wat te eten. Ik zal wel iets nodig hebben om vandaag Manang te bereiken.

Uitzicht terug in de Marsyangi vallei

Na een lange rustpauze lopen we naar het dorpje Ngawal. Er is een prachtige, verweerde stupa. Voorbij Ngawal daalt de route terug naar het dal van de Marsyangdi. Ik voel me een beetje beter als we de dalbodem bereiken. We zitten even op een grote zitsteen om wat chocolade te eten. Als we weer opstaan, komt juist een jonge vrouw langs lopen. Het blijkt Shannon te zijn van Californië. Shannon is een echte sportvrouw die zich heeft toegelegd op allerlei sporten maar vooral zwemmen en fietsen. En trekkings natuurlijk. Dan komt een andere jonge vrouw rap voorbij lopen. Dat blijkt Ruth te zijn uit Engeland. Een even leuke jonge vrouw als Shannon die zich uitleeft in tae kwondo en trekkings. Ze is gepromoveerd in nanotechnologie.

Ngawal

Stupa in Ngawal Na een nieuwe korte rustpauze razen de jonge vrouwen door. Nog nooit heb ik twee vrouwen gezien die zo snel lopen.Er blijkt ook nog een gids in het spel te zijn, Shiv. Shiv maakt zich nergens druk om en slentert rustig achter zijn klanten aan. Ook ik haast me niet. Ik voel me wat beter nu, maar het houdt allemaal niet over. Maar ik voel me gelukkig in de mooie vallei met het fantastische strijklicht. De hele vallei baadt in een puur geel licht. Af en toe steekt een eenzame boom in diepe herfsttooi boven de grasvlakte uit. In Bhraga zien we de eerste yaks van Nepal. In de laatste kilometers naar Manang passeren we vreemde rotsformaties die door erosie in steile punten omhoog wijzen. Dan klimmen we naar Manang dat vijftig meter boven de vallei ligt. Het kost een halfuur voordat we een lodge hebben gevonden. Tot nu toe was het niet al te druk op de trekking omdat we na een feestdag zijn gestart. Nu we vijf dagen relatief lange dagafstanden hebben gelopen, hebben we een dag ingehaald ten opzichte van het gemiddelde schema. We zullen vanaf nu de normale drukte van de trekking ervaren; zo rustig als de voorgaande dagen zal het niet meer zijn. Uiteindelijk vinden we een lodge, waar we Shiv en de jongedames ontmoeten. En zo eindigt de dag in een Shithead marathon.

Schapen

De vallei van de Marsyangdi, op de weg naar Manang

Yak


Dag 6: Manang - viewpoint - Manang 5 km

Klein meer bij Manang Ik ben nog steeds niet helemaal opgeknapt maar ik voel me ook weer niet al te slecht. Hoe dan ook is het wenselijk om nog een nacht in Manang door te brengen in verband met acclimatisatie aan de hoogte. In de komende dagen zullen we in een paar dagen naar de pas klimmen op 5.416 meter hoogte. Overdag hoog, 's nachts laag, is het devies. Overdag het lichaam een hoogteprikkel geven is een goede voorbereiding voor de blijvende hoogteaanpassing die nodig is bij een trekking als deze, waarbij elke dag hoger eindigt dan de dag daarvoor. Het belangrijkst is dat de overnachtingsplaats niet meer dan 300 tot 400 meter hoger is dan de vorige nacht. Feitelijk deden we het gisteren dus goed: we kwamen van Upper Pisang op 3.200 meter hoogte, klommen naar 3.700 tot 3.800 meter en daalden weer af naar Manang op 3.500 meter hoogte. Morgen zullen we iets meer moeten klimmen naar Yak Kharka op 4.050 meter hoogte. Vandaag hadden we zonder bepakking naar het 4.600 meter hoge Ice Lake kunnen lopen maar niemand voelt daar veel voor. Shiv en de dames zijn al op weg naar een dichtbij gelegen uitzichtpunt. Gary, Willem en ik besluiten daar ook naar toe te gaan. Langs een mooi turquoise meertje lopen we naar het uitzichtpunt. Het is niet al te ver. Onderweg ontmoeten we Shannon die al weer terug gaat. Ruth en Shiv zijn op weg naar een hoger uitzichtpunt. Wij houden het bij het lage uitzichtpunt. Er zijn goede uitzichten over de Gangapurna. We kopen yakkaas dat erg lekker blijkt te zijn. We hangen meer dan een uur rond en lopen terug naar Manang, waar we een Shithead marathon hebben die de halve middag en de hele avond beslaat. De meisjes hebben andere regels en er is een constant debat over welke regels de 'echte' regels zijn; de continue verwarringis de echte lol van het spel.

Zweefvlucht van een lammergier


Dag 7: Manang - Yak Kharka - viewpoint - Yak Kharka 17 km

Shiv en de dames zijn al onderweg. Volgens Shiv zal er een run zijn op de beperkte overnachtingscapaciteit in Yak Kharka. Yak Kharka ligt op 4.050 meter hoogte en is geen echt dorp; het zijn een verzameling lodges met slaapplaatse en faciliteiten voor de trekkers. We hadden ook door kunnen lopen naar Letdar op 4.200 meter hoogte maar dat zijn eigenlijk te veel hoogtemeters op een dag om goed te kunnen acclimatisateren. Het is dus nodig om vroeg te vertrekken. We spreken af dat de eerste groep de overnachtingen van ons allemaal zal regelen. De heren vertrekken een kwartiertje na de dames in de verwachting dat we ze wel zullen inhalen.

Annapurna III

Vrouw in Manang Annapurna III

We lopen hoog boven het dal en passeren de laatste echte dorpen van de Marsyangdi Vallei. De lucht is weer blauw en de uitzichten over de vallei zijn weer schitterend, hoewel we al een paar dagen ongeveer dit uitzicht hebben.

Tilicho Peak

Zwarte berg

Na het laatste dorp draait de route naar het noorden. We verlaten de Marsyangdi Vallei en lopen door een klein zijdal omhoog. Zodoende lopen we steeds verder weg bij de Himalayaketenin het zuiden. We lopen in de richting van Tibet, dat hier niet zo ver vandaan ligt. Het landschap wordt steeds wijdser, steeds ruimtelijker. De bergtoppen zijn lang niet zo hoog als de toppen van de Himalayaketen maar zijn nog altijd ruim 6.000 meter hoog. Wijzelf komen intussen steeds hoger. De enige bomen staan in de rivierbedding. Struiken leven nog wel volop op de flanken van deze bergen. Deze hebben diepe herfstkleuren, een schitterend gezicht. Het is sowieso een feest van kleur met de bergen, welke in in de verte voor ons opdoemen met zacht grijze en zalmroze rotsen met een dot witte sneeuw op de top.

Marsyangdi rivier

Uitzicht terug naar Manang

Willem en ik maken veel foto's. Ik vermaak me uitstekend en maak me nergens zorgen over. We kunnen wel haasten of onszelf druk opleggen dat we misschien geen overnachtingsplaats zullen krijgen. Het regste dat dan kan gebeuren, is dat we op de dinertafel moeten slapen. Of we moeten doorlopen naar Letdar. En bovendien: we lopen ook nu snel genoeg en al gauw hebben we alle gropen ingehaald. Alle groepen behalve Shiv en de meisjes. Ze zijn echt ongelooflijk snel!

Vrouw met mand Landschap op weg naar Yak Kharka

Landschap op weg naar Yak Kharka

Als ik aankom in Yak Kharka zijn de dames aan het zonnen. Ze hebben de kamers al geregeld. Dus daar zitten we dan om 9 uur 's morgens en we zijn al weer klaar voor vandaag. Na een tijdje gaan we naar binnen, het is net te koud buiten. Dus is het Shithead wat de klok slaat. Willem isde eerste die schoon genoeg heeft van de kaarten. Rond 12 uur heb ik het ook wel gezien. Ik heb wel zin om tegen de bergen op te lopen, misschien is er wel een mooi uitzichtpunt. Shannon en Shiv gaan mee. Ik kan Willem niet vinden dus met zijn drieën gaan we op pad.

Landschap op weg naar Yak Kharka

Willem op weg naar Yak Kharka

We lopen gewoon maar omhoog tegen de grashelling achter de lodges van Yak Kharka. Shannon loopt een paar passen voor me uit, al discussiërend over de te volgen route. Shiv hobbelt honderd meter achter ons aan. Voor Shiv is het ook bijzonder, hij is hier natuurlijk ook nooit eerder geweest. Shannon blijft maar hard doorlopen. Ik voel me verplicht om haar soms wat af te remmen, ze is nog nooit op deze hoogte geweest. Aan de andere kant: ze ziet er goed uit, geen zorgen dus. Elke keer als we hoger komen, zien we weer een nieuw punt waar het uitzicht misschien nog wel mooier is. Struiken zijn er bijna niet meer, wel is er nog veel gras en zijn er bloemen. Een soort klokgentiaantjes en zelfs uitgedroogde edelweiß treffen we aan. We zijn intussen al ver boven Yak Kharka uitgeklommen. We bereiken een schouder in het landschap, vanaf waar we voor het eerst de top van onze uitzichtberg zien, tweehonderd of driehonderd meter boven ons. De uitzichtberg bestaat uit een combinatie van losse rotsblokken en vaste rots. Het zal wel enig klimwerk vergen om de top te bereiken.

Shannon

Als we discussieëren over het al dan niet doorklimmen tot de top, zien we dat er een rood stipje op ons afkomt uit de diepte. Willem is omhoog aan het klimmen. Het blijkt dat het toeval is, dat Willem precies dezelfde route omhoog loopt als wij. Dus nu zien we met vier. We besluiten door te gaan. De helling van losse blokken blijkt lastiger dan gehoopt, de stenen liggen erg los en hebben de ideale afmetingen om gemakkelijk over weg te glijden. Soms zijn er wat struikjes en graspollen die we kunnen vasthouden voor wat extra grip. Het laatste deel van de klim is gemakkelijker omdat we hier over vaste rots kunnen klimmen. Dan staan we op de bergkam. Het zicht naar beneden aan de andere kant, is indrukwekkend; daar moeten we niet naar beneden vallen. Een paar stappen en we staan op de bergtop. De uitzichtberg is ongeveer 4.800 meter hoog. De pas is nog 600 meter hoger dan hier maar we hebben een schitterend uitzicht. Daar moet de pas straks nog maar aan zien te tippen. Willem en ik nemen veel foto's. Willem wil een foto nemen met de zelfontspanner als we op de top poseren. Na de voorbereiding trekt Willem een sprint en glijdt onmiddellijk weg en slingert door de lucht en landt gelukkig aan de goede kant van de bergkam. We zijn verlamd van schrik bij de gedachte dat Willem ook aan de andere kant had kunnen vallen. Dat betekent iedereen behalve Willem. Willem legt rustiguit dat hij alles onder controle had. Het belangrijkste is in ieder geval dat alles goed is gekomen.

Shannon bereikt de top van de uitzichtberg. Willem en Shiv staan op de top

Shannon en ik op het uitzichtpunt

We proberen een aandere puinhelling op de terugweg. Deze keer zijn de blokken veel kleiner en veel gemakkelijker om mee om te gaan. We zakken in de stenen weg als in diepe sneeuw, zodat we steeds stabiel kunnen afdalen zonder steeds weg te glijden. We rennen eenvoudig naar beneden. In vijf minuten staan we weer op de schouder in het landschap. Vanaf nu is het een eenvoudige terugweg over de grashellingen. Shiv vertelt dat dit een bijzondere dag was en dat hij het nooit zal vergeten. Ikd enk dat het voor ons allemaal een speciale dag was. De zon zakt achter de bergen en onmiddellijk begint het te vriezen. We haasten ons naar beneden en we bereiken Yak Kharka juist voordat de schemering invalt. We lopen naar onze lodge waar we Gary en Ruth oppikken. Een middagwandeling in de heuvels is een goede appetizer voor een potje Shithead.

Downhill run vanaf de bergtop

Terugkijkend op de uitzichtberg

Shiv, Shannon en Willem dalen af naar Yak Kharka


Dag 8: Yak Kharka - Thorang Phedi 7 km

Vandaag zullen we nog eerder de lodge moeten bereiken dan gisteren volgens Shiv. Gary, Willem en ik zijn langzamer met pakken van de rugzakken dan Shiv en de dames. Ze lopen alvast vooruit.

Ruth in slaapzak

Om zes uur zijn wij ook klaar en gaan ook wij op pad. Het is bitter koud. Het kan nog wel even duren voordat het warmer wordt; de zon is nog niet eens op, het duurt nog uren voordat de zon boven de bergen uit is geklommen. Er zit niet veel anders op dan maar gewoon door te lopen. We zijn niet de eerste groep, die is vertrokken. We halen de nodige groepen in. Juist voorbij Letdar treffen we Shiv aan. Hij ziet er vreemd uit. Zijn ogen staan niet goed. Hij geeft toe dat hij zich niet goed voelt. Is het de hoogte? Hij zegt van niet. Ik denk vooruit. Als Als Shiv problemen heeft na verblijf in Yak Kharka op 4.050 meter hoogte, zal dat niet beter zijn in Thorang Phediop 4.450 meter hoogte. En eend ag later zouden we de 5.400 meter hoge pas over moeten.

Pad over een landslide. De rode stip is Willem

We zullen het moeten bespreken met zijn zessen. De dames hebben doorgelopen, we zullen hun eerst moeten inhalen. Ik loop nu met flink tempo door maar haal ze niet in. Ik bereik Thorang Phedi en zie de dames zonnebaden. Ze hebben kamers weten te regelen dus dat is een goed begin. Het is 8 uur 's morgens en we zijn al op onze bestemming. We hadden nog kunnen slapen. Het duurt lang voordat Shiv arriveert. Hij ziet er niet goed uit. We besluiten de situatie aan te zien. Shiv is er zeker van dat het geen hoogteziekte is.

Willem en twee dragers

Als de dag vordert en ik me meer en meer begin te vervelen met de vele potjes Shithead, zie ik de energie wegvloeien uit de groep. De hoogte begint zich toch voelbaar te maken. En na de vele hoogtepunten van de laatste dagen, is het vandaag ook gewoon saai. De enige die energie oplaadt is Shiv. Gelukkig. Hij begint al weer grappen te maken. "Things happening in the mountains", zo verklaart hij zijn mysterieuze ziekte en het al even mysterieuze verdwijnen van de ziekte. Het is de verklaring voor feitelijk alles dat er gebeurt. Het verliezen van een potje Shithead, het zien van lammergier, een scheet van Gary, alles krijgt het predikaat "things happening in the mountains". Dus misschien komt het allemaal wel goed. Morgen zullen we wel zien wat er gebeurt in de bergen...

De puinhellingen van Thorang Phedi


Dag 9: Thorang Phedi - Thorang La (5.416 m) - Muktinath 17 km

Kleine Ruth tussen de hoge bergen We staan om half vier op. Het is nog volledig donker. Het vriest hard maar er staat geen wind. Almet al had het kouder kunnen zijn. Om vier uur zijn we klaar om te vertrekken. Willem heeft iets vergeten en staat wat te treuzelen. Terwijl ik wacht, zijn de anderen al doorgelopen. Dat hoor ik Shiv zeggen. Een minuut later kunnen Willem en ik ook vertrekken. Het duurt zeker tien minuten voordat we Ruth inhalen. Maar Shiv heb ik niet gezien. Volgens Ruth zou Shiv achter ons moeten zijn. Zou Shiv dan toch wachten? Ik weet niet wat ik moet doen. Als Shiv achter ons is, had ikhem moeten zien. En als Shiv voor ons is, had Ruth hem moeten zien. Dan is de kans aanwezig dat Shiv beneden op ons wacht. Ik besluit terug te gaan. Het is spitsuur met groepen die omhoog klimmen. Ik bereik Thorang Phedi. Overal zoek ik, in de dinerkamers waar wel hoonderd mensen staan. Rondom de complexen waar ook overal groepen staan. Geen Shiv. Na tien minuten besluit ik dat verder zoeken geen meerwaarde meer zal opleveren, waar Shiv zich ook bevindt.

Zigzaggend omhoog naar de pas

Shannon en Gary op weg naar de pas

En zo klim ik in hoog tempo naar het hoge kamp op 4.850 meter. De anderen zullen daar ongetwijfeld op me wachten. Ik vlieg omhoog, haal alle groepn in die ik met de afdaling tegen kwam. Na twintig minuten ben ik voor de meeste groepen uit. Nu zijn er alleen nog kleinere groepjes dragers. En het volledige Shithead Team dat blijkbaar gewoontegetrouw snel tegen de berg op klimt. Sneller dan verwacht bereik ik het hoge kamp. Het is nog steeds volledig donker als ik Shiv voor de entree zie wachten. Het is goed om hem weer te zien. Hij was al die tijd voor ons uit, zo blijkt. We besluiten om voortaan altijd tegelijk te vetrekken om dit soort misverstanden voortaan te voorkomen

Gary en Shannon naderen de Thorang La

Een ding is zeker: Shiv heeft helemaal geen last van hoogteziekte of van andere kwalen. Na een ontbijt in het hoge kamp zien we het eerste licht aan de horizon. We lopen door naar de pas. Een wereld van witte bergen omgeeft ons. De sneeuwvelden om ons heen worden ook steeds groter totdat we in min of meer ononderbroken sneeuwterrein lopen. Het schemert ondertussen en iedereen begint foto's te maken. Net als schoolkinderen is een beetje sneeuw genoeg om ons blij en gelukkig te maken. Op het moment dat de zon boven de horizon is geklommen, hebben we al bijna de pas bereikt. Er staan twee bergen van rond de 6.500 meter als twee statige poortwachters aan beide zijden van de pas. De laatste kilometers zijn vrij vlak. Het is verder dan het lijkt naar de pas. De zon is definitief op en dompelt de witte wereld om ons heen in een stralend wit licht. Ik loop nu hard door om als eerste van onze groep de pas te bereiken. Ik wil een fotoserie maken van de groepsleden die een voor een de pas bereiken. Ik slaag in de opzet. Ik zie iedereen een voor een de pas bereiken. Iedereen is zielsgelukkig. Vooral Gary en de dames, die nog nooit zo hoog zijn geweest.

Het Shithead Team op de Thorang La

Gary op de pas

Shannon op de pas

Ruth op de pas

Shiv op de pas We blijven ongeveer een uur rondhangen op de pas. Het wordt drukker en drukker. We nemen foto's van de gebedsvlaggen, van elkaar. Dan gaan we naar beneden aan de andere kant van de pas. We kijken het dal van de Kali Gandaki in, bijna drieduizend meter onder ons. Vandaag zullen we de eerste 1.600 meter afdalen naar Muktinath op 3.800 meter hoogte. We lopen door een landschap van puin. Losse stenen. overal om ons heen losse stenen. Er zijn nog wel sneeuwvelden om ons heen maar als we afdalen, bevinden we ons al gauw onder de sneeuwvelden. De zon warmt de omgeving op. Al snel stijgt het kwik boven de nul graden. en een uurtje later zijn we zo ver afgdaald en heeft de zon dermate aan kracht gewonnen dat het lekker warm aanvoelt. Als we de valleibodem bij Muktinath bereiken, kunnen we in onze t-shirts lopen. Het is 11 uur als we Muktinath bereiken. We hebben een hele dag achter ons maar we hebben ook nog een hele dag voor ons.

Willem en Shannon dalen af aan de andere zijde van de pas

Het Shithead Team en een drager op de afdaling naar Muktinath. De grote witte bergtop links is de Dhaulagiri (8.167 m)

Shiv, Ruth en ik op de op de afdaling naar Muktinath

Ruth op de afdaling De rest van de dag zitten we lekker in de zon totdat wolken komen binnendrijven. Het is gelijk koud en het begint een paar vlokken te sneeuwen. Het stelt nietveel voor maar het is een goede herinnering dat we ons nog altijd in het hooggebergte bevinden. We bezoeken de Hindoe- en Boeddhistische tempels van Muktinath. Muktinath is een heilige plek vanwege de natuurlijke bron en omdat er vuur (gas) uit de berg komt. Er komt dus water en vuur uit de berg. Muktinath is een plezierig dorp om te zijn en het is ook het eerste dorp van betekenis na Manang. Vanaf nu zullen we niet meer op grotere hoogtes mmer overnachten. Misschien zal vannacht onze laatste echt koude nacht zijn. Hopelijk hebben we goed weer morgen. Het zou morgen wel eens een interessante dag kunnen worden, aangezien we morgen het dal van de Kali Gandaki zullen bereiken bij Kagbeni, het enige dorp van het mysterieuze koninkrijk Mustang dat door toeristen bezocht mag worden.

Het Shithead Team


Dag 10: Muktinath - Jharkot - Kagbeni - Jomsom - Marpha 26 km

Opnieuw vertrekken we vroeg in de morgen maar niet zo vroeg als gisteren. Tot mijn verbazing is het mooi weer. Een prachtige blauwe lucht, geen wolkje te zien. Toch is er een probleem. Shannon zegt zich niet al te best te voelen. Toch wil ze vandaag vertrekken, ondanks dat ze zichtbaar ziek is.

Spel van licht en schaduw tussen Muktinath en Jharkot

We zullen vandaag eerst duizend meter afdalen naar het dal van de Kali Gandaki. We zullen daar aankomen in Kagbeni, het enige dorp van het Mustang knoninkrijk dat door toeristen bezocht mag worden. De berghellingen zijn kaal. Strijklicht zorgt voor een fascinerend spel van licht en schaduw in het landschap. De kleuren van de bergen variëren van rood tot paars tot geeltot bruin en grijs. Het gebied tussen Muktinath en Jharkot heeft een aantal verspreide bomen die in volle herfstglorie staan. Het delicate strijklicht erbij zorgt voor een buitenwereldse schoonheid.

Jharkot

Shawls van de Himalaya Jharkot

Tussen de vele hoogtepunten tot dusverre, neemt het gebied rond Jharkot en Muktinath een speciale plaats in. Het woestijnachtige landschap is waarschijnlijk vergelijkbaar met de Tibetaanse landschappen enkele tientallen kilometers naar het noorden. Hoe verder we afdelen, hoe verder we de Kali Gandakivallei in kunnen zien, in de richting van Tibet. We bereiken Kagbeni, het is nog steeds vroeg in de morgen. We lopen dus het Tibetaans Boeddhistische koninkrijk Mustang binnen. Het knoninkrijk is net als het koninkrijk van Dolpo onderdeel van Nepal. Beide Boeddhistische koninkrijkjes kunnen niet eenvoudig door toeristen bezocht worden. Kagbeniis de enige plaats die toeristen kunnen bezoeken zonder duizenden dollars entree te hoeven betalen.

Paard bij Kagbeni

Kagbeni blijkt een leuk dorp te zijn. Wellicht niet zo interessant als de dorpen verder in het noorden waar geen toeristen komen, maar nog steeds mooi en interessant. We passeren een grote stupa bij de binnenkomst in het dorp en bezoeken een klein klooster. Een aardige plaats is de Yac Donalds, compleet met een gele M (van Mustang Valley). Er zijn geweldige uitzichten over de brede vallei van de Kali Gandaki over de kale heuvels en bergen van Mustang. Nog betere uitzichten zijn er naar het zuiden waar de Kali gandaki zich een weg baant door de Himalaya. Hier is het de Nilgiri North van 7.061 meter hoogte, die het uitzicht domineert. Niet de hoogste berg tot dusverre maar toch heel indrukwekkend.

De vallei van de Kali Gandaki met de Nilgiri North op de achtergrond

Na Kagbeni lopen we naar het zuiden over de rivierbedding van de Kali Gandaki. Kali betekent zwart en dat is een adequate beschrijving van deze rivier. De KaliGandaki is zwart van het sediment dat de rivier afvoert. De vallei is breed. Het landschap verandert daardoor niet zo snel meer als de afgelopen dagen. We kijken lange tijd in dezelfde positie naar de Nilgiri North. Shannon doet het nog goed, ondanks dat ze zich nog niet beter voelt. Haar ogen staan niet goed. Het is vreemd om haar zo snel te zien lopen. In feite loopt ze steeds voorop. Ze legt uit dat dat gemakkelijker is dan om langzaam te lopen nu.

Nepali jongen en ik

Na een uur lopen over de rivierbedding krijgen we uitzicht over de Dhaulagiri. Met 8.167 meter hoogte is de Dhaulagiri de hoogste berg dat zichtbaar is vanaf de Annapurna trekking. Er zijn maar zes bergen in de wereld die hoger zijn dan de Dhaulagiri.

Uiteindelijk bereiken we Jomsom, het administratieve hoofdkwartier van de Kali Gandaki en Mustang regio's. Jomsom heeft zelfs een vliegveld, welke gebruikt wordt voor mensen die de Jomsom trek ondernemen van Nayapul naar Jomsom. Ik heb het gevoel dat je wel heel veel mist als je stopt in Jomsom. Daarmee mis je dus de hele trekking die wij nu hebben gedaan. Het enige deel van de trekking die ik zou kunnen missen zijn de laatste kilometers in Jomsom. Jomsom is een saaie, inspiratieloze plaats na de aaneenschakeling van hoogtepunten die we hebben gehad.

Straat in Marpha Shannon wil nog steeds doorlopen na de lunch. Dus lopen we weer door de rivierbedding richting Marpha. Een ongelooflijke tegenwind giert door de vallei. We worden compleet gezandstraald. Er is nu niet alleen veel zand in de zwarte rivier maar ook in de lucht. Om te voorkomen dat ik straks zwarte ogen en een zwarte mond heb, doe ik mijn zonnebril op en doe mijn hoofdband als een omgekeerde hoofddoek voor mijn neus en mond. De wind waait zo hard dat zelfs de ene voet voor de andere zetten niet vanzelfsprekend gaat. Dit is als een psychedelische ervaring. Alles draait en kolkt. Niet sis meer normaal. Ik kan niet normaal kijken, niet normaal lopen. Zelfs praten gaat bijna niet meer. Ik loopmet Ruth en we moeten naar elkaar schreeuwen om iets duidelijk te maken. De stem van Ruth is niet krachtig genoeg om boven het lawaai van de storm uit te komen. Ongelooflijk maar Shannon loopt nog steeds vooruit. Ze moet over geweldige fysieke en mentale reserves beschikken! Ik geloof dat alles goed zal komen en voeg me weer bij Ruth.

Dan hebben we eindelijk het dorp Marpha binnen bereik. Marpha ligt beschut tegen de wind tussen de omringende bergen. Als we richting Marpha lopen, valt in een klap de wind weg en is het ineens muisstil. De laatste kilometer loopt dan ook gemakkelijk weg en we bereiken Marpha. Het dorp is omringd door bossen en het dorp heeft fraaie, wit geverfde huizen. Een rood klooster torent boven het witte dorp uit. Ruth en ik bereiken de lodge, waar we hebben afgesproken. Shannon zit er al en ze ziet er beter uit dan voorheen. Niet slecht na een wandeling van 26 kilometer met dezebizarre finale.

Marpha


Dag 11: Marpha - Tukuche - Kalopani - Lete - Ghasa 24 km

Vrouw voor haar huis in Kalopani

Shannon voelt zich weer goed. Er zijn dan ook geen problemen te verwachten vandaag. Het zal een eenvoudige dag lopen worden langs de rivier. Eerst vlak door de bedding en in de middag zullen we afdelen langs de rivier. Het is zwaar bewolkt vandaag. De bergtoppen van de Dhaulagiri en de andere hogen toppen van de Himalaya zijn niet zichtbaar. Het is nietecht slecht weer maar we zijn dermate verwend deze trekking dat het vandaag niet veel bijzonders is. Eigenlijk vind ik het ook niet zo erg. We hebben zo veel gezien de laatste dagen, dat ik het ook wel lekker vind om niet steeds overdonderd te worden door spectaculaire beelden. Vandaag is een dag dat we gewoon lopen. Lopen en verder niks. Praten. De sfeer in de groep is voortreffelijk en iedereen lijkt zich happy te voelen. Ik ben blij dat ik heirvan deel kan uitmaken. Ik weet dat dit de dagen zijn, waar ik later met weemoed aan zal terug denken.

Vrouw voor haar huis in Kalopani. Foto van Shannon Avison

Berglandschap bij Kalopani

We bereiken Ghasa vroeg in de middag. Het heeft niet veel zin om verder door te lopen. Morgen zullen we een korte dag hebben naar Tatopani. Het is mogelijk om Tatopani vandaag te bereiken maar leuk is het niet om de tocht op die manier af te raffelen.


Dag 12: Ghasa - Dana - Tatopani 13 km

Nilgiri South Vandaag is weer een gemakkelijke dag. Slechts dertien kilometer schedien ons van Tatopani. Er zijn hot springs in Tatopani, natuurlijke bronnen met heet water. Dat is een mooie bonus. We lopen door het nauwe dal van de Kali Gandaki. Het landschap is buitengewoon groen, nogal een contrast met de omgeving van Kagbeni. Het pad is smal. Dat levert af en toe problemen op met de opkomende groepen paarden. Steeds meer komen van beneden. Weproberen omwegen te maken en soms belanden voor een ravijn. Er zijn gigantische watervallen aan beide zijden van de Kali Gandaki. Als we Dana bereiken, is het dal een beetje breder geworden. Het is hier mogelijk om aan landbouw te doen. We lopen door kleine dorpen met houten huisjes. Er zijn prachtige exotische bloemen in de vallei; sommige diep rood, andere paars, geel of roze. En dan zijn er adembenemende uitzichten op de Nilgiri South, een van de meest indrukwekkende bergen van de trekking.

Vreemde bloemen

We zijn naar een hoogte van 1.200 meter afgedaald. De omgeving is tropisch groen en de temperatuur is boven de dertig graden. Alleen het uitzicht op de Nilgiri South herinnert er aan dat we ons wel degelijk in de Himalaya bevinden. We bereiken het dorp Tatopani. Tatopani betekent heet water. Het hete water van de hot springs. We zitten de hele middag in de hot springs, onze huid is opgezwollen van al het water. Gary's handen zien er uit als van een tweehonderd jaar oude man, compleet gerimpeld en verschrompeld. Pure horror. Maar onze spieren voelen lekker ontspannen.

Annapurna I (8.091 m)

Na onze lange natuurlijke sauna hebben we nog een bonus als de laatste stralen zonlicht de top van de Nilgiri South oranje oplicht en vervolgens rood en paars.

Nilgiri South (6.839 m) Nilgiri South (6.839 m) Nilgiri South (6.839 m)


Dag 13: Tatopani - Chitre - Ghorepani 17 km

Kinderen van de Himalaya

Vanaf Tatopani moeten we 1.700 meter klimmen om Ghorepani te bereiken op 2.870 meter hoogte. Ghorepani zal onze laatste overnachting zijn op deze trekking. Morgen zullen we klimmen naar de Poon Hill en vervolgens afdalen naar Nayapul, het eindpunt van de Annapurna trekking.

Dus vandaag lopen we nog een dag omhoog tegen de berg. We zijn dermate gewend aan klimmen op veel grotere hoogte, dat de klim vandaag geen probleem is. In ieder geval niet tot het dorp Chitre op 2.350 meter hoogte. We bereiken het dorp zo vroeg, dat we er een hele lange pauze van maken. Pas na ruim twee uur luieren, gaan we weer van start voor het laatste uurtje klimmen.

Uitzicht van Tatopani naar de Poon Hill

Groene ogen

Ruth en ik op de weg naar Ghorepani. Picture by Willem Hoffmans So far so good. Ik loop met Shannon op. Zij begint steeds meer last te krijgen van haar knie. We moeten steeds langzamer lopen en we hebben veel rustpauzes. Nog steeds zijn de anderen achter ons. Uiteindelijk bereiken we Ghorepani, waar ik op de anderen wacht. ik zie Ruth boven komen. Ik moet schrikken. Ze ziet er helemaal bleek uit. De maaltijd was nogal vet, daar kon Ruth' maag blijkbaar niet tegen. Ik heb zelf problemen met de huid van mijn bovenbeen dat rood kapot is geschuurd door het vele zweten in combinatie met het schuren van mijn broek bij het lopen.

Zo eindigt de dag onverwacht met problemen. Maar we hebben Ghorepani bereikt. Na twee uur ziet Ruth er al een stuk beter uit. Ik voel me ook beter na een douche en Shannon is positief over de dag van morgen. Na het avondeten is er muziek en wordt er gedanst. Allerhande Nepali mannen komen eveneens naar de dansvloer. De Nepalese disco wordt heet en dampend als de Nepalese mannen een machismo act doen op een snel dansnummer. Ze halen me over om mee te doen. Voor korte tijd vraag ik me af of het verantwoord is om hieraan mee te doen - ben ik hier niet te oud voor? Dan ga ik ook door de knieën en doe gewoon mee.

Dorp op weg naar Ghorepani


Dag 14: Ghorepani - Poon Hill - Ghorepani - Nayapul 17 km

Annapurna I zonsopkomst vanaf Poon Hill

Voor de laatste keer staan we vroeg op. We moeten 300 meter klimmen om de top van de Poon Hill te bereiken. We hopen juist voor zonsopkomst de top van de uitzichtheuvel te bereiken voor de beste uitzichten over de Himalayatoppen. We zijn niet de enigen die dat bedacht hebben. Het zal druk zijn op weg naar Poon Hill. Willem is traditioneel de langzaamste met de voorbereidingen en vandaag vormt daarop geen uitzondering. Aldus klimmen we als een van de laatste groepen omhoog. Het is te smal om in te halen dus is het file lopen. Gelukkig zijn we toch net op tijd boven. De Dhaulagiri ontvangt de eerste zonnestralen en al gauw volgen de Annapurna I, Tukuche Peak en Macchapuchhare. Meer dan tweehonderd mannen en vrouwen, toeristen en dragers, zijn samen op Poon Hill om de zonsopkomst mee te maken. In feite is het niet de beste zonsopkomst, de omstandigheden zijn niet buitengewoon deze keer. Maar ja, we hebben hier wel de Himalaya aan onze voeten liggen. Sommige van de meest spectaculaire bergen van de wereld, hetbegintbijna gewoon te worden.

Uitzicht van Poon Hill

Dhaulagiri (8.167 m) vanaf Poon Hill

Dhaulagiri vanaf Ghorepani

Cameramannen vechten voor goede posities

Fish Tail Mountain of Macchapucchare (6.997 m)

We dalen af naar de lodge om te ontbijten. Dan is het nog een lange weg naar beneden naar Nayapul, dat 2.100 meter lager ligt dan Poon Hill. Dit is de laatste keer dat we de hoge bergen zien. Nog een keer kijk ik achterom, ze staan er allemaal nog, dan daal ik af. Vanaf nu zal ik het moeten doen met de herinneringen. Door een dicht bos lopen we naar beneden. Het is glad ophet voetpad vanwege het opspattende water van de rivier naast ons. Uiteindelijk verlaten we de rivier en komen uit op een schouder in het landschap. Ver beneden ons ligt het dal. Een steil paadje voert naar beneden. Hier is de weg niet nat en kunnen we snel dalen. En dat is wat we doen. Het is nog in de ochtend als we het dal bereiken. We hebben een lunch nodig. Na een lange tijd worden we bediend. Na de lange lunchpauze is het een lange vlakke weg naar Nayapul. De laatste twee uur zijn er niet veel hoogtepunten meer. Ik ben in een reflectieve stemming en zie de laatste twee weken aan me voorbij trekken. We bereiken Nayapul en het is klaar. We stappen in de bus die ons terug brent in Pokhara.

Afdaling door het regenwoud naar de 'moderne' wereld Het Shithead Team bereikt de finish. Van voor naar achter: Ruth, Shannon, Gary en ik. Foto van Willem Hoffmans

Het Shithead Team terug in Pokhara: Gary, ik, Shannon, Ruth, Shiv en Willem


Dag 40: Pokhara - Khairani - Damauli - Bandipur 77 km

Na onze Annapurna trekking hebben we gefeest op de goede afloop in Pokhara en daarna een rustdag genomen met het hele Shithead Team. Nu pikt iedereen zijn of haar eigen dingen weer op. We nemen van iedereen afscheid behalve van Ruth. Haar zullen we nog terug zien in Kathmandu. We denken in drie dagen anar Kathmandu te kunnen fietsen. We zullen een paar omwegen nemen om een paar verwachte hoogtepunten in het programma op te nemen. Ondanks deze extra's moet het toch mogelijk zijn om in drie dagen Kathmadu te halen.

Daar zijn we weer, op onze fietsen. Asfalt in plaats van stenen. Drukke wegen in plaats van dorpen zonder auto's. Betonnen huizen in plaats van houten of lemen huizen. Maar wat nog het meest vervelend is, is de fiets van Willem die steeds door trapt. Als Willem ook maar een beetje druk zet op de ketting, slipt die door. We gaan verschrikkelijk traag en Willem heeft geen wereldtijd. We vinden ook niet de oorzaak. We verstellen en verstellen maar het lijkt geen effekt te hebben.

De Lonely Cyclist, een dorp langs de Prithivi Highway passerend. Foto van Willem Hoffmans

Akkers tussen Pokhara and Damauli

De omgeving wordt na dertig kilometer wel aantrekkelijker. We zijn nog wel heel erg langzaam. Na een lunch klimmen we naar een kleine pas. Dan hebbenw e een lange afdaling. Een mooie heuvelrug ligt voor ons. Die zullen we naar boven moeten fietsen. De weg is acht kilometer lang maar wel erg steil. De klim is feitelijk niet nodig maar is een zijweg die we morgen ook weer zullen afdalen. Op de top van de heuvel ligt het stadje Bandipur, dat een van de mooiste plaatsen van Nepal zou moeten zijn. En dan zouden er nog mooie vergezichten over de Himalaya moeten zijn. De weg is inderdaad steil. Ik heb weleen lekker ritme em heb daar verder niet zo veel last van. Elke twee kilometer wacht ik op Willem die met deze ketting natuurlijk niet normaal kan fietsen. De uitzichten worden steeds beter. Tussend eze heuvels en de Himalaya ligt niets dan een brede, groene vallei. Vanaf hier ziet de Himalaya er uit als een grote, massieve muur. Te groot, te hoog om echt te kunnen zijn. We bereiken Bandipur nog maar net op tijd voor de zonsondergang. We lopen naar een uitzichtpunt voor spectaculaire uitzichten over de Manslu, Annapurna en Dhaulagiri massieven.

Himalaya heuvelrug met Bandipur op de top van de rug (maar buiten het gezichtsveld)

Bananenbomen en de Himalaya. Himal Chuli in het midden en links de Manaslu

Uitzicht over de Himalaya vanaf Bandipur Uitzicht over de Himalaya vanaf Bandipur

Uitzicht over de Himalaya vanaf Bandipur


Dag 41: Bandipur - Dumre - Mugling - Malekhu - Devighat 115 km

We staan vroeg op om naar het uitzichtpunt te lopen. De uitzichten zijn nog beter dan gisteren met naast de ondertussen vertrouwde kleurenzee nog de bonus van een wit deken van wolken over de vallei, ver onder ons.

Himalaya zonsopkomst. Van links naar rechts de Annapurna South (7.219 m), de Baraha Shikhar (7.647 m) en de Macchapucchare (6.997 m)

Himalaya zonsopkomst

We lopen terug naar Bandipur dat een hele sfeervolle en mooie stad is. Het stadje is betrekkelijk oud en ademt de melancholie van vervlogen tijden. Er zijn wel wat toeristen maar Bandipur voelt als een verborgen pareltje. De grote meerderheid van toeristen raast een paar hnderd meter beneden in de bus voorbij van Pokhara naar Kathmandu of vice versa.

De hoofdstraat van Bandipur

Winkeleigenaar in Bandipur Kind in Bandipur

Na ons ontbijt dalen we af naar de weg van Pokhara naar Kathmandu. De weg is goed en niet al te druk. We schieten goed op. We hebben ontdekt wat er mis was met de fiets van Willem. De hoteigenaren hebben de fiets 'gerepareerd' zonder dat aan ons te vragen of ons te informeren. Ze hebben de ketting uit elkaar gehaald en niet op de juiste manier in elkaar gezet, waardoor de ketting op dat punt niet goed over de kransjes liep. Maar nu loopt de ketting weer als een brandweer.

De rivier Marsyangdi met de Annapurna II (7.939 m)

De weg naar Kathmandu is niet al te interessant. We volgen de weg bijna honderd kilometer. Dan kunnen we de weg verlaten voor een interessante omweg over een onverharde weg naar Devighat. De onverharde weg is een speciale. Het is de slechtste weg sinds Rajasthan. Glad, stoffig, zandig en schokkerig. Het is weer echt leuk. Jammer alleen dat het al laat is, over anderhalf uur wordt het donker en we fietsen op deze weg hooguit tien kilometer per uur. We hebben geen idee of we Devighat wel kunnen bereiken voor die tijd. Wellicht moeten we het laatste stuk lopen in het donker.

De Lonely Cyclist in actie. Foto van Willem Hoffmans

De Lonely Cyclist in actie. Foto van Willem Hoffmans

Een bus rijdt honderd meter voor ons en rijdt maar een klein beetje sneller dan wij. De bus moet steeds weer stoppen om passagiers in en uit te laten. Het is daardoor stuivertje wisselen tussen de bus en wij en we fietsen eigenlijk steeds opnieuw in de stofwolken van de bus. De dorpen zijn druk met mensen. Dit is het echte off the beaten track fietsen. Het absolute wild west gevoel. Hier komen beslist nooit toeristen. Het schitterende heuvellandschap voegt nog een vleugje landschappelijk schoon in de mix. Dit is waarschijnlijk het meest interessante fietspaadje tot zo ver in Nepal. Maar het wordt intussen al donker. We rijden een groter dorp binnen en vragen of het mogelijk is om ergens in het dorp te overnachten. Twee kinderen nemen ons op sleeptouw en we komen uit bij een kruidenier die blijkbaar ook ergens twee bedeen heeft staan. Drie zelfs, zo blijkt als de man ons naar de kamer lijdt. Douchen kunnen we hier niet en privacy is er ook niet - er lopen continu mensen in en uit onze kamer - maar we hebben een overnachtingsplaats. Tot onze verrassing blijft een van onze 'gasten' liggen op een van de beden en gaat slapen. Nou ja,.als er maar twee bedeen over blijven! Al snel lig ik ook in een diepe slaap.

Willem op de weg van Malekhu naar Trisuli Bazaar

Zonsondergang over de Trisuli vallei

Zonsondergang over de Trisuli vallei

Dubbelportret


Dag 42: Devighat - Kathmandu 65 km

Landschap op de weg van Trisuli Bazaar naar Kathmandu Het is niet te ver meer naar Kathmandu maar we moeten wel de nodige hoogte overwinnen. Minimaal 900 meter, aangezien Kathmandu 900 meter hoger ligt dan Devighat. Er ligt ook nog een pas tussen Devighat en Kathmandu, dus waarschijnlijk moeten we nog veel meer klimmen. We zeggen vaarwel tegen de vriendelijke mensen van ons gasthuis en we zijn weer op weg. Na honderd meter bereiken we asfalt. Dat is een kleine verrassing. De weg begint te klimmen en blijft dat voorlopig ook doen zo te zien. Nuben ik degene die problemen heeft met de fietsketting. Ik hoor een ratelend lawaai en de ketting knapt als een elastiekje waar te veel druk op staat. Als we de ketting proberen te repareren, lukt het ons niet om de ketting weer terug aam elkaar te krijgen. Dit is dus echt een probleem. Ik begrijp er niks van. Willem doet de suggestie om maar een van zijn zeven versnellingen links te gebruiken (ik heb een negen versnellingensysteem). Tot mijn verbazing lukt het me nu wel om de ketting te verbinden, hoewel na vaak proberen en met veel geweld. Na een kilometer fietsen, ligt de ketting echter weer opnieuw gebroken op de grond. Nu zien we pas dat er een kort stuk zeven versnellingenketting tussen mijn negen versnellingenketting is gestoken. De hoteleigenaren van Pokhara hebben dus ook op mijn fietsde nodige fratsen uitgehaald. Na het wegnemen van het stukje ketting, loopt de fiets weer goed.

Vrouw op de weg van Trisuli Bazaar naar Kathmandu

We moeten nog een stuk verder klimmen voordat we de pas bereiken op 1.800 meter hoogte. Van nu af aan hoeven we alleen maar af te dalen naar Kathmandu maar de weg is heel erg slecht. In feite is dit een van de beroerdste downhills die ik heb meegemaakt. Omdat we ons gisteren niet hebben kunnen douchen, ben ik erg vies en de hoeveelheden zweet van twee dagen eist nu zijn tol op de extreem pokdalige afdaling. Mijn achterkant is zo rood als van een mandril en de harde schokken op de weg levren de ene pijnschok na de andere. Maar aan het einde van de afdaling rijden we Kathmandu binnen. De stad is druk en chaotisch en het duurt even voordat we het hotelgebied hebben gevonden. We vinden een aardig hotel, weg van de drukte.

Jonge vrouw in Kathamndu Markt in Kathmandu


Dag 43: Kathmandu 0 km

Kathmandu is een stuk leuker als je de tijd hebt om de stad te leren kennen. We slenteren de hele morgen door de stad, bezoeken de markten, zien heel veel tempels. Het Durbar Square heeft veel tempels. Het is festivaldag dus er zijn nog meer mensen dan gebruikelijk. Overal wordt fruit en bloemen verkocht in de marktkraampjes.

Bodhnath Stupa, Kathmandu De alziende ogen van de Boeddha, Swayambhunath Stupa in Kathmandu

In de middag ontmoeten we Ruth en zeggen ons laatste vaarwel in Nepal. In de namiddag fietsen we naar de Swayambunath Stupa, een reusachtige stupa op een uitzichtheuvel. Een heleboel apen hangen rond om en nabij de stupa en het nabij gelegen klooster. Dan keren we terug naar Kathmandu voor het avondeten. Morgen zullen we door de Kathmandu Vallei fietsen naar Nagarkot in de heuvels. Misschien zullen we daar de Everest wel zien...

Tempelman in Kathmandu Tempelman in Kathmandu


Dag 44: Kathmandu - Pashupathinath - Bodhnath - Sankho - Nagarkot 35 km

Vandaag zullen we naar Nagarkot fietsen op de heuvelrug in het noordoostelijke uiteinde van de Kathmandu Vallei. Nagarkot is volgens de gidsen het beste uitzichtpunt voor de Mount Everest en de complete Himalayaketen.

Maar eerst doen we nog een kleine verkenningstocht door de buitengebieden van Kathmandu. We fietsen naar het Hindoetempelcomplex van Pashupathinath en vervolgens bezoeken we de beroemde Tbetaanse Bodhnath Stupa. Een processie van mororrijders probeert zo veel mogelijk lawaai te maken; ze slagen met vlag en wimpel. Dan volgt er een processie met allerhande vehikels met harde muziek. Een soort van agressieve Tibetaanse rapmuziek op een tegendraadse groove, eigenlijk best lekkere muziek. Het is een nieuwe festivaldag: het is Nepalees nieuwjaar! Het is vrij laat als we beginnen te fietsen richting Nagarkot. Al gauw heb ik weer een kettingbreuk. Ik begin me nu toch wat zorgen te maken. Ik heb in ruim negentigduizend kilometer nog nooit een spontane kettingbreuk gehad en nu heb ik al weer de derde in dertig kilometer. Ik heb na de reparatie nog maar twee paar missing links over. Ik kan me dus nog hoogstens twee kettingbreuken permitteren.

In Sankho ontmoeten we een Nederlandse man waar we uitgebreid mee hebben geconverseerd op de Annapurna trekking. We gebruiken samen de late lunch. Dan gaan we door naar Nagarkot. Het asfalt eindigt en wordt vervangen door een steile onverharde weg. Los zand wordt afgewisseld met grote ronde stenen. Dit is niet het eenvoudigste fietspad. van Nepal maar het is heerlijk rustig hier en de uitzichten over de pastorale landschappen zijn rustgevend na de hectiek van Kathmandu. Het kost enige moeite maar we bereiken de heuvelrug. Hier gaat de weg nog steiler omhoog maar de kwaliteit van de weg is beter. We bereiken Nagarkot. Mooie uitzichten hebben we niet. Het is te bewolkt. Maar we hebben een ander hoogtepunt. Na het diner is er een Nepalese disco met live muziek.

Mijn fiets en ik De eigenaren van ons hotel in Nagarkot


Dag 45: Nagarkot - Bhaktapur - Patan 34 km

We staan vroeg op voor de uitzichten op de Mount Everest. Maar er zijn weer te veel wolken. We wachten totdat de mistsluiers zijn verdampt maar de wolken groeien sneller aan dan de mist verdampt. Ik weet dat de Everest zich zal blijven verbergen vandaag. We besluiten om Nagarkot te verlaten. We zullen naar Bjaktapur en Patan fietsen, de twee mooiste steden van de Kathmandu Vallei als we de verhalen van sommige reizigers mogen geloven. De weg naar Bkatapur is geasfalteerd. We dalen in een uurtje af naar Bjaktapur. De oude stad van Bhaktapur staat vol met tempels. In de nauwe straten wordt graan gedroogd. We hangen een uur of drie rond in het sfeervolle stadje en gaan dan op weg naar Patan.

Vrouw in Bhaktapur

Vrouw in Bhaktapur Willem (links) en ik (rechts) op het Durbar Square in Bhaktapur

De weg naar Patan is erg druk en ik heb het niet naar mijn zin. Elke keer als ik van de weg gedrukt wordt, erger ik me. Ik heb oook niet de energie om zelf agressiever te rijden. Ik ben dan ook blij als we Patan bereiken. Het is weer een nieuwe festivaldag en bijna alle hotels zijn gesloten. Gelukkig kunnen we een hotel vinden, waar we kunnen slapen. We moeten om 4 uur al dineren omdat we daarna geen eten meer kunnen krijgen. Ik geloof dat er nog geen dag voorbij is gegaan dat het geen festivaldag was in Nepal. En ze organiseren steeds meer van die dagen. Overal is een festival voor. Een broer en zusterdag, een varkendag, een dag van de machines. Ik zou blij zijn als we weer in India zijn, daar werken ze tenminste!

Durbar Square, Patan


Dag 46: Patan - Naubise - Daman 81 km

We fietsen naar het westen, in de richting van Pokhara. Om precies te zijn fietsen we op de weg naar Pokhara tot de afslag naar Hetauda. Van daar zullen we klimmen naar Daman op 2.322 meter hoogte, onze laatste kans om de Mount Everest te zien.

Vanaf Patan klimt de weg langzaam naar een kleine pas. Dan hebben we een lekkere afdaling naar Naubise op 550meter hoogte. Vandaar koimmen we in twee etappes naar Daman.

Willem op de Tribhuvan Highway

Eerst klimmen we naar een pas van 2.000 meter hoogte. Dan dalen we een paar honderd meter af en klimmen we vijfhonderd of zeshonderd meter. Al met al een lange dag klimmen. Maar de weg is van goede kwaliteit, er is weinig verkeer en de weersomstandigheden zijn goed om te fietsen. Het is half bewolkt. Het is daardoor niet al te heet en ook niet te koud. Als we Daman bereiken staat de zon laag en is het snel aan het afkoelen. We vinden een eenvoudig hotel. De douche is buiten, althans een emmer met koud water. Maar we hebben ook niet meer nodig. We beklimmen de uitzichttoren maar er zijn geen uitzichten over de Himalaya. We hebben nog een kans om de Everest te zien, morgenochtend.

Landschap langs de Tribhuvan Highway naar Hetauda

Landschap langs de Tribhuvan Highway naar Hetauda


Dag 47: Daman - Hetauda - Lothar - Bachauli - Sarauha 126 km

Voor de laatste keer staan we vroeg op voor uitzichten over de bergen. Om zes uur lopen we naar de uitzichttoren. Ik geloof niet dat we nu wel uitzicht zullen hebben. Als we de top van de toren bereiken, ben ik verbaasd. De Himalaya ligt als eenmuur voor ons! Het is heiig en de Himalaya is wel honderd kilometer ver van hier maar daar liggen ze dan toch maar mooi. We zien honderden toppen maar welke is nu de Mount Everest? Na een kleine studie op de kaarten is het toch duidelijk welke van de toppen de Mount Everest is. De vorm klopt ook wel. Maar ik moet ook eerlijk zijn, dit is geen overrompelende ervaring. Maar het reflecterende zalmroze licht maakt dit wel een mooi uitzicht. En een ding is zeker: een betere Everest ervaring zullen we deze reis niet meer krijgen.

Zonsopkomst in Daman. De derde berg van links is de Mount Everest

Zonsopkomst in Daman

Na het ontbijt is er een kleine klim naar de pas op 2.500 meter hoogte. Daarna is de lange weg naar beneden naar de Terai, de laagvlakte van Nepal. De afdaling brengt schitterende landschappen, een groene deken van bomen bedekt de bergen. Op eenzame heuvelpunten staan kleine huisjes. En de weg slingert als een grote slang naar beneden, maar liefst 2.500 meter naar beneden.

Landschap op de afdaling naar Hetauda

Landschap op de afdaling naar Hetauda Vrouwen op het land in Chitwan

We bereiken Hetauda rond de middagklok. We hebben de afdaling achter de rug; vanaf hier moeten we nog zeventig kilometer fietsen naar Sarauha bij het Chitwan Nationale Park. Dat zal onze laatste bestemming zijn. We moeten terugreizen naar Delhi voor onze retourvlucht. We zullem met bus en trein de lange terugreis moeten aanvaarden, niet echt een hoogtepunt maar daar zullen we toch doorheen moeten.

Vrouwen op het land in Chitwan

Vrouwen op het land in Chitwan

Chitwan

De weg naar Chitwan is een heerlijke fietsweg. De weg is niet te druk en de heuvels van de Himalaya zijn nooit ver weg. Soms passeren we stukken tropisch regenwoud, soms fietsen we door landerijen. Soms fietsen we langs grote rivierbeddingen, gigantische vlaktes met ronde stenen. We bereiken Chitwan bij het laatste zonlicht. Er zijn veel mensen aan het werk op het land. Er is een diep vredig gevoel in de vallei, iedereen lacht ondanks het harde werk op het land. Onze laatste fietskilometers zijn een laatste hoogtepunt. Morgen hebben we nog een echte vakantiedag als we op 'safari' gaan door het Nationale Park met zijn tijgers, neushoorns en vogels. Waarschijnlijk zullen we geen tijgers zien - dat zijn nachtdieren - maar een rhino verwacht ik wel te zien. En dan verwacht ik dat we nog wel wat vreemde vogels zullen spotten. En uiteindelijk komt dan de lange weg naar Delhi en naar huis...

Boot op de Rapti rivier in Chitwan

Wrattenibis in Chitwan Javaanse mareboe in Chitwan

Jungle langs de Rapti rivrer in Chitwan

Jungle langs de the Rapti rivier in Chitwan

Rhinos in Chitwan

Badende olifant in Chitwan


Kaart van onze fietsroute in Rajasthan, India


Kaart van onze fietsroute van Varanasi, India naar Pokhara, Nepal


Kaart van onze trekking rondom de Annapurna, Nepal


Kaart van onze fietsroute in Nepal


Statistieken

Feiten en Cijfers

Fietsen in India & Nepal
# Fietsdagen
Afgelegde fietsafstand
Afstand / Dag
Grootste afstand op een dag
Grootste hoogteverschil op een dag: klimmen
Grootste hoogteverschil op een dag: dalen
Hoogste punt
Cijfers en Statistieken
20
1.900 km
95 km
148 km
2.300 m
2.450 m
2.500 m

Trekking rondom de Annapurna
# Loopdagen
Afgelegde loopafstand
Loopafstand / Dag
Grootste loopafstand op een dag
Grootste hoogteverschil op een dag: klimmen
Grootste hoogteverschil op een dag: dalen
Hoogste punt
Cijfers en Statistieken
14
230 km
17 km
26 km
1.700 m
2.200 m
5.417 m